Hoofdstuk 1: Prologue
1 De ontwikkeling van de tand
1.1 De verschillende stappen
Het ectomesenchym is gelegen onder het pharyngeale epitheel. Het
epitheel bestaat uit een dikke en een dunne pharyngeale cellenlaag.
Inductie epitheliale knoppen + proliferatie (groei): de stamcellen gaan
communiceren met weefsels en geven signalen door aan elkaar en
er verschijnt op gegeven moment een epitheliale knop.
Tandknopstadium: door de beginnende histodifferentiatie groeit de
knop verder door tot epitheellijst en in epitheellijst ontstaat tandknop.
Overgang histologische differentiatie tot morfologische differentiatie.
De ectodermale cellen groeien om tandknop heen (latere tandpapil)
bestaande uit ectomesenchym cellen en vormt tand of klokvorm van
glazuurorgaan.
De melktand ontstaat uit een externe glazuurepitheellaag en interne
glazuurepitheellaag (vorming van glazuur). De ectomesenchymcellen
differentiëren tot odontoblastencellenlaag (vorming van dentine).
Tandvormige organen = intern glazuurepitheel + odontoblasten
Door de vereniging van de interne en externe ameloblastenlaag stopt
de glazuurvorming omdat het geen voedingsstoffen meer krijgt vanuit
stratum intermedium. Ameloblasten krijgen nog altijd voedingsstoffen
en blijven dus verder glazuur vormen. Het glazuur rijpt verder tot het
de tand heeft geconstrueerd.
Odontoblasten (vorming van dentine) zijn levenslang functioneel. Ze
zorgen ervoor dat tand weerstand biedt tegen slijtage, zuuraanvallen
en cariës. Ameloblasten (vorming van glazuur) stoppen met werken
van zodra ze met elkaar herenigen.
1
, Ondertussen ontstaat pulpakamer, bloedvaatjes en zenuwweefsels.
De morfologie van uw groeven wordt voor deel genetisch bepaald,
het gaat onder andere uw gevoeligheid voor cariës bepalen.
Het glazuurorgaan heeft zijn taak volbracht. Het glazuur is volledig
gevormd. Het glazuurepitheel is structuurloos geworden en vormen
de glazuurcuticula. In het dentine zitten uitlopers van zenuwvezels.
De odontoblasten liggen in het verlengde van hun dentinetubuli. De
ameloblasten en glazuurprismata liggen ten opzichte van elkaar op
een hoek van 45°.
Aan schede van Hertwig (epitheliaal diafragma) komen de cellagen
samen en hier wordt de wortel gevormd.
Het cementum is klein beschermend laagje dat om dentinetubuli ligt.
Als er bij tandhals geen cementumlaagje zou zijn, zouden bacteriën
plaque meteen naar dentinetubuli kunnen. De coating slijt af maar
ondertussen zijn tubuli dichtgeslibd dankzij odontoblasten vanuit de
pulpakamer. De pulpakamer heeft tijd nodig om zich te verweren dus
enkel mogelijk indien je goed poetst en uw tandarts niet meteen al je
cementum heeft weggehaald bij het verwijderen van je plaklaag.
1.2 De kaak met de tandkiemen
Hier zie je de kaak van een kleuter waarbij de melktandjes allemaal klaar zitten als kleine lobs. Daar zie je ook de uitstulpinkjes
(kiemen) en dat worden later de definitieve tanden. Als je de hele tandboog gaat bekijken van die kleine, zie je de centrale snijtand,
laterale snijtand, hoektand, eerste melkmolaar, tweede melkmolaar. Dan krijg je de eerste definitieve molaar, tweede definitieve
molaar en uw wijsheidstand. Die uitstulping ga je natuurlijk niet vinden vanaf uw definitieve eerste molaar.
2
,1.3 De verschillende stadia in de ontwikkeling van de tand
Je begint bij het bud stadium (knopstadium) en die differentiëren tot het capstadium. Eens dat die cellen gedifferentieerd zijn,
gaan ze zich vermenigvuldigen. Je krijgt differentiatie van de ameloblasten en de odontoblasten. Die liggen tegen elkaar aan en
ze ‘praten’ met elkaar. Wat zegt de ameloblast tegen de odontoblast, goeiendag, wie eerst? Ik eerst zegt de odontoblast en die
gaat eerst beginnen met dentine af te zetten. Daarna gaat de ameloblast glazuur ertegenaan leggen. Dan is het spel in gang.
De verschillende fasen van de ameloblasten:
- Secretorische fase: een soort matrix wordt aan de punt van de cel gesecreteerd.
- Maturatiefase: als de tand doorkomt aan tandoppervlak, dan plakken de epitheelcellenlagen tegen elkaar aan en dan stopt
de glazuurvorming. Dan valt de cel eigenlijk stil en wordt die atrofisch. Het glazuur is gevormd maar dat is nog niet hard en
moet nog matureren. Het glazuur gaat dus door een rijpingsfase heen.
- Protectiefase: bij blootstelling aan orale omgeving (melk, kaas, fosfaathoudend speeksel, fluor, ..) wordt alles ingebouwd in
het glazuur. Het glazuur moet nog verder rijpen. De epitheelcellenlaag (protectie laag) die bovenop het glazuur ligt is een
beetje geel. Maar zodra je de tanden gaat poetsen, gaat dat laagje eraf en worden de tanden wit.
3
,1.4 De vorming van dentine en glazuur
Morfogene: initiatie Organisatie en differentiatie Dentinogenesis: vorming Dentinematrix mineralisatie
Secretorische fase Vroege en late maturatiefase: reabsorptie matrix Protectiefase
In de secretorische fase secreteert men aan de onderkant matrix, in die matrix slaan er mineralen (hydroxylapatiet kristallen) neer.
De hydroxyapatiet kristalletjes gaan rijpen, vanaf dat de tand doorbreekt slijt de bovenste cellaag af en dan wordt de rijping vooral
gedomineerd door uitwendige inbouw van fosfaat. Een ameloblast gaat gecombineerd aan uw glazuur werken. Aan de ene kant
gaat hij de matrix secreteren en mineralen laten neerslaan en aan de andere kant gaat hij matrix ‘opsnuiven’.
Dus in zo’n prismabundel vol met kristallen, zal je zien dat kristallen in het centrum of aan de buitenkant anders georiënteerd zijn.
Als er een zuuraanval gebeurt, dan gaat die zuur op dat kristal ingrijpen. Als het kristal dus met zijn top in de richting van uw zuur
wijst, dan gaat dat natuurlijk gemakkelijk binnen. Indien het tegen de flank van uw glazuur wijst, dan gaat dat minder ontkalken.
Glazuurkristallen zijn richtingsgevoelig qua oplosbaarheid. Ze worden vooral opgelost aan de toppen van de bovenkant en de
onderkant. Ook aan de zijkant, maar bij voorkeur aan de toppen. Dus de top van uw kristal wijst in de richting van het prismata.
Hier kom je al bij de aanzet voor verhoogde oplosbaarheid van uw glazuur. Hoe het komt dat die kristallen zo schuin georiënteerd
zitten, is te wijten aan die glazuurkristallen. De kanteling tijdens de val.
4
,Typische examenvraag: “Bespreek de tandontwikkeling.”
1) Het epitheel bestaat uit een dikke en dunne pharyngeale cellenlaag.
2) Uit de epitheellaag vormt epitheliaal knop dat splitst in teutjes → er vormt zich 1 extra voor de definitieve tand.
3) Epitheelknop wordt epitheellijst waarin tandknop ontstaat.
4) Tandknop splitst van bedekkende epitheellaag.
5) Differentiatie: eerst ameloblast, dan odontoblast.
6) Odontogenese:
a) Dentinevorming door odontoblasten bij late bell stage.
b) Secretie van organische matrix (collageen,..) aan interne glazuurepithelium → secretie hydroxyapatietenkristallen
c) Predentine mineraliseert tot primair dentine.
d) Richting binnenkant → levenslang dus pulpakamer wordt kleiner
7) Amelogenese (secretoire, maturatie en beschermende fase):
a) Eerst predentine en dan glazuurvorming
b) Aanwezigheid interne en externe glazuurepitheel, als ze samenvallen stopt glazuurproces (geen voeding meer) →
dentine eerste gemineraliseerd, daarna glazuurlaag, daarna weer om de beurt van coronaal naar cervicaal, waarbij
retziuslijnen de afzettingslagen begrenzen.
c) Secretoire fase → kristaloriëntatie van prisma
Met behulp van uitlopers van Tomes vorming dunne hydroxyapatietkristallieten
uitloper scheidt water, Ca3(PO4)2 en amelogenine af
Aan top → Tomes proces: resorbeert H2O en amelogenine (matrix)
Maturatie van 25% naar 86% (anorganisch materiaal) voor doorbraak
kristine verhoogt densiteit (denser + rijper)
Glazuurstadia: vormend – transitioneel – rijpend
[amelogenine] domineert matrix, maar bij rijpende fase daalt amelogenine en domineert [enameline]. Maar
totaal aantal proteïnes wel gedaald, en mineralen zijn gestegen
Glazuurprismata heeft verschillende asrichting t.o.v. retziuslijn en vorming met een hoek hierdoor verschil in
kristaloriëntatie en opname van fluoride. Meerdere ameloblasten werken aan één prismatabundel (rechtse
resorbeert matrix van linkse) → trekken schuin achteruit volgens dag- nachtritmes → het verschil tussen prisma
en interprisma is de oriëntatie.
8) Wortelvorming door schede van Hertwig
9) Verkalking: 1 maand vóór geboorte eerste molaar verkalken, de rest nog geen retziuslijnen. De verkalking begint vanboven
(zo zien of 3 maand is of 3 jaar).
5
,2 De mineralisatie van de tandsubstantie
2.1 Inleiding
Typische examenvraag: “Wat zijn retziuslijnen, perikymata, cuticula, pellikula? En wat is het verband met cariësproces?”
1) Retziuslijnen:
a) Retziuslijnen zijn lijnen die ontstaan bij de tandontwikkeling. Eerst wordt het dentinelaagje gemineraliseerd, dan het
glazuurlaagje. Om beurten coronaal naar cervicaal, waarbij retziuslijnen de afzettingslagen begrenzen. Het zijn
groeilijnen in glazuur gevormd door de ameloblasten, de aanhechting van verschillende lagen van het glazuur tijdens
de kroonformatie (mineralisatie). Zo wordt dat allemaal procentrisch opgebouwd. Op de plaats waar die verschillende
lagen op elkaar aansluiten, krijg je de retziuslijn.
b) De ameloblast scheidt water, Ca3(PO4)2 en amelogenine af. Aan top → Tomes proces: neemt water en amelogenine
terug op. Maturatie van 24% naar 86% (anorganisch materiaal) voor doorbraak. De ameloblasten maken stapsgewijs
glazuur aan wat ook stapsgewijs mineraliseert. Doorheen dag werken ze chaotischer en wordt zwak glazuur gevormd,
’s nachts werken ze rustig en wordt er sterker, homogener, denser en mooier glazuur afgezet. Dit is ook te zien in de
structuur aan oppervlakte van een tand. Een retziuslijn begrenst zo’n afzettingslaag en is eigenlijk kleine rustperiode
voor ameloblasten. De neonatale lijn is ook duidelijk zichtbaar, een verstoring van glazuurproductie tijdens bevalling.
c) Het is weer een lijn bepalend voor de diffusieweg waardoor zuren, fluor, pigmenten,… binnen kunnen komen.
2) Perikymata:
a) Uiteinde van een retziuslijn aan oppervlak van tandglazuur, omdat de tand laagsgewijs groeit overlapt er steeds een
stukje en lijkt dit een dakpannen-structuur te hebben..
b) De eerste aantasting bij dag-glazuur: invloed van zuren zorgen voor meer ruwheid en meer plaqueretentie.
3) Cuticula (= Nasmyt membraan):
a) Geel dun membraanvliesje dat achterblijft na het doorkomen van een tand, het bestaat uit resten van het epitheel.
4) Pellikula:
a) Een organisch proteïnen membraan dat zich uit speekselproteïnen vormt over een gereinigde tand. Het bestaat uit
proline rijke proteïnen, glycoproteïnen en serumproteïnen vanuit het speeksel.
b) Als het laagje dikker wordt dan vormt het een kolonisatie van bacteriën (s. mutans en lactobacillen)
6
, Perikymata zijn een soort dakpannen en de lijn die daaronder
zijn retziuslijnen. Dat zijn onder andere weer diffusiekanalen
voor cariëspathologie.
2.2 De glazuurvormende ameloblast
2.2.1 De ultrastructurele organisatie van een ameloblast
Van het stratum intermedium krijgt de ameloblast voedingsstoffen. In het midden zit zijn ‘fabriekje’. Hij is aan een prisma aan het
werk. De ameloblasten rond die prisma zijn allemaal op één of andere manier aan het secreteren en matureren. Dat bepaalt ook
die verschillende as-richtingen. Je ziet dat de prisma-as een hoek van 45° maakt met de ameloblast.
Het eerste glazuur bevat maar 25% aan anorganisch materiaal (mineralen), dat is dus nog heel week. Intra alveolair (bot) rijpt dat
tot 86%, dus tegen de tijd dat de tand gaat doorbreken, is hij al 86%. Hij moet wel nog verder matureren tot 96%. Dat is het
verschil tussen pre-evolutieve maturatie (verharding van glazuur nog voor tand doorbreekt).
Dat betekent dat uw tand nog at risk is omdat hij nog niet volledig is uitgehard en dat duurt ongeveer 4 jaar. Een pas doorgebroken
tandje is gevoeliger voor cariës dan een die er al 4 jaar in de mond staat. Je moet je kinderen hun tanden poetsen tot jaar of 9.
Ze hebben niet de juiste motoriek om die tanden goed te poetsen. Je moet ze eerst zelf laten poetsen en dan zelf helpen.
7
, 2.2.2 Vorming van glazuurprismata
Uw ameloblasten die secreteren, absorberen, secreteren, … enzovoort aan stuk door. Een retziuslijn begrenst de afzettingslagen
van glazuur aangezien de glazuurvorming de dag- en nacht patronen volgt. Dit zijn de metabole schommelingen waaraan het
kind onderworpen wordt. In de dag wordt glazuur rommeliger/ chaotischer/ minder goed gestructureerd gevormd, omdat er zoveel
metabole onregelmatige schommelingen zijn. In de nacht wordt dat glazuur (wanneer kleine slaapt) gestructureerd gevormd. Dat
is ideaal want glazuur dat in nacht gemaakt is (trage fase), is zuurbestendiger dan glazuur gemaakt in snelle fase.
Longitudinale coupe van glazuur:
Je ziet prismabundels van ongeveer 4-6 μm breed zijn. Je ziet heldere strepen (dag) n
donkere (nacht) strepen. Als zuur de tand wil binnendringen en het prisma wil aanvallen
en de kristallen wil aanvallen, gaat het eerst onder de retziuslijnen inkruipen. Dan komt
het zuur tegen die prismalaag. De prismakern is behoorlijk goed gegeneraliseerd, maar
het vindt een spleet tussen de prismabundels en dus gaat hij de prismabundel in de
flank aanvallen.
Hij ziet verschillende zones: zwakke zones (overdag gemaakt) en sterke zones (’s nachts gemaakt). Het zuur gaat door de zwakke
zone van het glazuur. Ondertussen komt het dan die hydroxylapatiet kristalletjes tegen die al of niet in de richting van dat zuur
georiënteerd zijn. Afhankelijk of ze aan de buitenkant of de binnenkant zitten. Dat gaat dus bepalen dat uw glazuur ervoor zorgt
dat het niet zomaar naar binnen loopt, maar dat dat getrapt gebeurt.
Als je dan een radiografie foto maakt, ga je op een bepaald moment zien waar er interproximaal cariës zit. Een zwart ontkalkt
driehoekje. Hoe komt het dat die zo driehoekvormig is? Dat heeft allemaal te maken met wat hier in het schema staat. Omdat dat
ontkalkingsproces wel redelijk in bepaalde as-richtingen loopt. Dat trapje wordt bepaald door prismatische as-richting. Retziuslijn-
as-richting. Je krijgt dus een driehoekvormig letsel dat je op een röntgenfoto kunt aflezen. Je moet een morfologisch beeld kunnen
vormen van hoe dat cariës diffundeert.
8