PRIVAAT RECHT
LES 1
Personenrecht (burgerlijk recht)
Recht dat in het algemeen bepaald wie er persoon is en welke rechten en
plichten die heeft als enkeling & regelt de bscherming van die personen.
= vakgebied dat betrekking heeft op de status en bescherming van de persoon
als enkeling,
Familierecht
Regelt het statuut van de verhoudingen die enerzijds gebasserd zijn op
afstamming en anderzijds om de levensgemeenschap tussen volwassenen.
= rechtsgebied binnen burgerlijk recht dat de regels omvat betreffende de
privaatrechtelijke verhoudingen tussen personen, zoals huwelijk, geregistreerd
partnerschap, echtscheiding, alimentatie, afstamming en adoptie.
Persoon
= elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten.
Juridische persoonlijkheid/rechtspersoonlijkheid:
- Het geheel van rechten en plichten waardoor het rechtssubject kan
deelnemen aan het rechtsverkeer
Alle menselijke wezens zijn personen en ze hebben rechtspersoonlijkheid.
De persoonlijkheid vindt haar uitdrukking in:
- De staat van de persoon (zijn rechtstoestand als enkeling, in de familie en
in de natie)
- De bekwaamheid van de persoon (de geschiktheid van de persoon om
rechten te hebben en die uit te oefenen)
Soorten personen (2)
1. De natuurlijke/fysieke persoon
o Criterium: mens zijn
o Drager van rechten en plichten, ongeacht of zij hun rechten kunnen
uitoefenen
o Vroeger: een mens kon door slavernij zijn rechtspersoonlijkheid
verliezen
Vb. De burgerlijke dood die nog als straf voorzien was in het
Burgerlijk Wetboek van 1804, ontnam de volledige
rechtsbekwaamheid Dit is door de grondwet afgeschaf
o Dieren en planten of levenloze voorwerpen Hebben geen
rechtspersoonlijkheid
Dieren zijn objecten van het recht, geen rechtssubjecten
Wetgeving betreffende dierenbescherming: door emotionele
waarde die de mens hieraan hecht. De wetgeving komt tot stand in
het eigenbelang en voor het welzijn van de mens
o Vroeger: hond bijt kind dood hond word vermoord (dierenproces)
1
, o Nu: hond bijt kind dood eigenaar wordt ook gestraft. We kennen
in België dieren geen rechten toe maar ook geen
verantwoordelijkheden
2. De rechtspersoon
a. Instellingen, stichtingen en groeperingen van individuen of kapitalen
die aan het rechtsverkeer kan deelnemen als drager van
subtjectieve rechten en plichten
b. Andere dan fysieke personen
c. Titularis van bepaalde rechten en bekwaamheden
d. Ze hebben rechten en plichten, kunnen overeenkomsten sluiten en
kunnen geïdentificeerd worden door onder meer naam, woonplaats
en nationaliteit
e. Ze hebben geen fysiek bestaan Ze zijn een creatie van het recht
f. Ze beschikken over vermogensrechtens (eigendomsrecht,recht om
contracten af te sluiten, ...), maar door hun aard hebben zij geen
familierechten (recht om te huwen, te adopteren,...)
De rechtspersoon is tot stand gekomen omwille van 2 noden (problemen):
1. Nood aan systeem voor kapitaalopbouw
2. Nood aan beperking van aansprakelijkheid
ontstaan: van aparte persoon, los van de mens
Onderscheid tussen:
- Publiekrechtelijke rechtspersonen
o Vb: gemeenschappen, gewesten, lokale besturen, bpost,
proximus
o Zij dienen het algemeen belang waarvoor ze specifieke
bevoegdheden krijgen
Vb: belastingen heffen, bindende reglementen opstellen,
onteigenen
- Privaatrechtelijke rechtspersonen
o Commerciële privaatgerechtelijke personen
Vb: Besloten Venootschap (BV) (de vroegere BVBA)
o Niet-commerciële privaatrechtelijke rechtspersonen
Vb: Vereniging Zonder Winstoogmert (VZW)
o Kan niet zomaar opgestart worden
Opmaak statuten
Neerleggen dossier
- Feitelijke verenigingen
o Geen aansprakelijkheidsbeperking: iedereen persoonlijk
verantwoordelijk voor de daden die je stelt in naam van de
vereniging.
Vb: jeugdverenigingen
Vaak onduidelijkheid of het om een privaatrechtelijke danwel een publiekrechtelijke
rechtspersoon gaat.
de regel: de helft + 1 van de aandelen bij de overheid =
publiekrechtelijke persoon
Vakbonden willen geen rechtspersoonlijkheid, redenen:
2
, - Stakingen zouden via de rechtbank tegengehouden kunnen worden
- Financiële aansprakelijkheid zou een ramp kunnen zijn voor vakbonden
LES 2
Natuurlijke persoon = de mens, met een menselijk lichaam
Het bestaan van de natuurlijke persoon wordt bepaald door biologische
gegevens. De persoon is verbonden aan zijn menselijk lichaam en zijn menselijk
leven Dit biologisch gegeven bepaalt de duur van de rechtspersoonlijkheid.
Menselijk lichaam:
Het menselijk lichaam is bijzonder waardevol in onze samenleving en geniet
daardoor van extra bescherming
- Heef een bijzonder juridisch statuut
- Het lichaam wordt beschermd zowel ten aanzien van andere personen,
als tegen het beschikkingsrecht van de persoon zelf door beperkingen
van zijn wilsautonomie
Bescherming tegen derden: bescherming van de fysieke integriteit tegen
inmenging door derden
- Algemene regel: het lichaam is onschendbaar
- Maar rekening houden met:
o Privaatrecht:
geen enkel indivdu mag de fysieke integriteit van iemand
anders schenden
o Publiek recht:
het algemeen belang (de overheid) weegt zwaarder door
dan het individueel belang waardoor dwangmaatregelen
mogelijk zijn
In het algemeen belang van heel de samenleving kan het
gerechtvaardigd zijn dat de fysieke integriteit van de
persoon geschonden wordt, en dit onder dwang.
Vb: de verplichte inenting tegen polio & de wet
betreffende de bescherming van de persoon van de
geesteszieke (die toelaat dat een geesteszieke onder
dwang wordt behandeld) ,fouillering en arrestatie,
douanecontroles
- Schending van de fysieke integriteit is slechts mogelijk onder bepaalde
voorwaarden:
o Legaliteit: staat het in de wet?
o Finaliteit: dient het een democratisch doel?
o Proportionaliteit: is het in verhouding tot het beoogde doel?
3
, - Geoorloofde medische ingreep – voorwaarden
o Er moet een medische oorzaak zijn, 3 mogelijkheden
Preventief (vb: vaccinatie, borstamputatie bij vermoeden van
borstkanker)
Diagnostisch (vb: klinisch onderzoek)
Curatief (vb: chirurgie)
o Er moet een redelijke proportie bestaan tussen het medisch
risico waarmee de ingreep gepaard gaat en het gunstig resultaat
dat het kan opleveren.
o De geeneskunde moet worden beoefend volgens de regels van
de kunst, met gebruikmaking van recente wetenschappelijke
kennis en moderne medische technieken.
o De patiënt moet, na geïnformeerd te zijn, vrij toestemmen in de
behandeling (informed consent)
Zelfbeschikkingsrecht: zeggenschap over je eigen lichaam
o Grote evolutie doorheen de tijd:
Vroeger weinig zelfbeschikkingsrecht omwille van het
katholieke geloof
Gaandeweg steeds meer zelfbeschikkingsrecht
Keerpunt: abortuswet 1990
Euthanasie: het opzettelijk, onmiddellijk levensbeëindigende handelen of het niet
nemen van een noodzakelijke handeling die ertoe leidt dat iemand onmiddellijk
overlijdt.
Euthanasiewet van 2002 laat euthanasie toe onder strikte voorwaarden
Passieve euthanasie: op een dergelijke wijze niet inrgijpen waardoor iemand
overlijdt of uitdooft
- Vb door toediening van morfine
Euthanasie – algemene regels
- De patiënt bevindt zich in een medisch uitzichtloze toestand van
aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet kan
worden gelenigd
- Je moet bewust handelingsbekwaam zijn wanneer je je wil tot
euthanasie verklaart – oordeelsbekwaamheid, waardoor euthanasie ook
mogelijk is voor minderjarigen.
Zwangerschapsabreking – algemene regels
- De afbreking moet gebeuren voor het einde van de 12 de week van de
zwangerschap, na de 12de week is abortus enkel mogelijk in geval van
noodsituatie
- De abortus moet uitgevoerd worden door een arts, geen
verpleegkundige
- Er moet een wchttijd van 6 dagen in acht genomen worden
- De toestemming van de vrouw moet schrijftelijk gebeuren
Gematigde abortuswetgeving omwille van katholicisme. Controversieel.
Bloeddonatie Orgaandonatie Donatie van zaad- en
4