Deel 2: mechanische scheidingsbewerkingen
Inleiding
Het gaat hier over mechanische scheidingmethoden ze gebruiken 1 of meer wetten uit de
mechanica om deeltjes van elkaar te scheiden.
verschil waarop uitwendige kracht op verschillende stoffen inwerkt Fz of Fcentrifugaal
Eigenschappen die van belang zijn: grootte, vorm en dichtheid vd deeltjes
Zeven
Inleiding
= het afscheiden van vaste stofdeeltjes uit vast-vast of vast-vloeistof. Gebeurt op basis van
deeltjesgrootte en zeefopp. werkt als wel of niet doorlaat
Zeven
Vast-vast in een gas corpusculair verdeeld in een gas (lucht), bv. zeven van meel
dat klonters bevat. Klonters blijven op de
zeef, gezuiverde meel valt erdoor.
Vast-vast in een vloeistof corpusculair
verdeel in een vloeistof (water), bv. het
wassen van sla in een vergiet.
Zanddeeltjes verdwijnen met het water
door het vergiet, de sla blijft over.
Men verkrijgt 2 fracties: deel op de zeef en deel
door de zeef verschil in grootte binnen de
fractie < oorspronkelijk mengsel.
Begrippen
Zeefgoed: ruwe materiaal wat moet gezeefd worden = de toevoer
Zeefkast: omkasting vd productiezeef = omhulsel
Zeefdek: waar er effectief gezeefd wordt = de zeef
Zeefmedium: materiaal waarover gezeefd wordt = materiaal vd zeef
Zeeffractie: gedeelte vh zeefgoed met bepaalde korrelgrootte = wel en nt gepasseerd
Zeefanalyse: overzicht vd zeeffracties naar grootte en samenstelling
Zeefspreiding: verschil in afmetingen tussen de grootste en kleinste deeltjes
weinig verschil in afmetingen kleine spreiding.
Mazen: de openingen in het zeefdek.
Maaswijdte: de grootte vd openingen in het zeefdek in cm, mm of m, mesh = #
openingen per strekkende inch.
Normzeven: verdeling van deeltjesgrootte van korrelige vaste stof te bepalen
gebruik vooral in labo’s. controle of productiezeef goed werkt.
o Ronde zeven met zeefmedium waarvan afmeting nauwkeurig en vastgelegd in
normblad aangegeven aan welke eisen de maaswijdte, draaddikte van
zeefgaas of de middellijn, de afstand vd gaten en de plaatdikte van
geperforeerde zeefplaten en de afmetingen vd zeef zelf moeten voldoen.
o De normzeven kunnen op elkaar gestapeld worden en op een trilapparaat
geplaats worden. Het wordt onderworpen aan een trillende beweging, maar
ook een slingerbeweging zeeffractie worden bekomen afleiden of
product binnen vooropgestelde grenzen ligt.
4
, Blindslaan: mazen vh zeefdek raken verstopt, oorzaak: meestal = vocht (= nat zand)
Hellingshoek: materiaal moet met bepaalde snelheid over zeefmedium gaan
zeefmedium wordt onder bepaalde hoek geplaatst hoek met grond = hellingshoek
o Grote hellingshoek: materiaal glijdt snel over zeefopp. scheiding verloopt
minder goed.
o Kleine hellingshoek: scheiding = beter verblijftijd = langer. Nadeel =
verwerkingscapaciteit vd zeef wordt kleiner, ook zal de kans op ophoping
vergroten.
o Er moet dus een compromis gezocht worden tussen de twee zaken.
Procesfactoren
= spelen rol bij zeven belangrijk om proces optimaal te laten verlopen.
Hoeveelheid:
o Te weinig: zo erg alleen een te lage productie samen met een grote
capaciteit = duur
o Te veel = veel erger
Zeef overbelast, zal afslaan productieproces vertraagt en veel
arbeid nodig om terug te doen draaien
Slecht rendement: laag zeefgoed op zeefmedium = te groot.
Verwerkingscapaciteit = hoeveelheid waarbij zeef goed werkt
Kortere verblijftijd kleine deeltjes die door mazen moeten,
hebben tijd niet om erdoor te gaan worden met grote
delen meegevoerd.
o Snel transport over de grove zeef fijnzeef niet direct eronder
parallel 1e deel vd fijnzeef vrijwel benut.
Deeltjesgrootte: afmeting vd deeltjes voor en na het zeven bepalen het type en de
werking vd zeef.
o Enkelvoudige zeef: zeefproduct moet kleiner/groter zijn dan een gegeven
maat.
o Meerdere zeven: afmeting moet tussen 2 grenzen liggen 3 fracties: te
groot, goed en te klein.
Vochtgehalte: zeefgoed moet droog zijn zeefmedium bestaat uit kleine openingen
waardoor er groot opp. ontstaat zeefgoed = vochtig kleef aan de randen vd
openingen koekt aan zeef = verstopt.
Hardheid: voor goede werking moet zeefgoed over zeef worden getransporteerd
wrijving, te lage hardheid = vergruizing deeltjes kunnen van grootte veranderen
gewoon door het transport de bedoeling. Ook kan het zeefmedium beschadigen.
Dichtheid: mechanische energie = nodig voor transport over zeef massa van
deeltje = belangrijk. Deeltjes met grote dichtheid = grotere druk op zeefmedium
moet bestand zijn tegen de F vd vaste stof te grote/zware stukken = deuken of
gaten in zeefmedium.
Vorm van zeefopp. en materiaal: is van invloed op de vorm vd mazen in
zeefmedium juiste deeltje moet zo snel mogelijk doorheen zeef zijn vorm
mazen = aangepast aan vorm deeltjes.
o Langwerpige staafjes of kegeltjes: tralieachtig zeefmedium
Rechtstandig het zeefmedium passeren = geen probleem
Liggend = probleem kunnen er niet door
5
, Er zal een deel vd staafjes door de zeef kunnen en een deel niet
terwijl deze eigenlijk wel aan de voorwaarden voldeden.
Oplossing: andere soort zeefmedium vierkante openingen,
rechthoekige, langwerpige, …
o Regelmatige bolletjes: geperforeerde plaat.
Selectiviteit of zeefefficiëntie: in ideale omgeving: alle deeltjes kleiner dan openingen
= doorgelaten, alle deeltjes groter dan openingen = tegengehouden
afhankelijk vd vorm vd openingen en de capaciteit vd zeef kunnen kleine deeltjes
toch niet door de mazen gaan mate waarin kleine deeltjes wel door de mazen
vallen = selectiviteit of zeefefficiëntie bepaalt hoe goed de kleine en grote
deeltjes van elkaar gescheden worden.
Zeefmedia (= meervoud voor zeefmedium = de zeef)
Zeefmedium mogelijk aangetast door:
o De stof dat erop gezeefd wordt
o Vocht
o O2
Materiaal gebruikt voor zeefmedia:
o Roestvrij staal Deze stoffen worden niet aangetast door
o Koper andere stoffen.
o Nylon
Zeefvormen
o Geweven doek: fijne stoffen meel, bloem
o Metaalgaas: staaldraad grote slijtvastheid
o Geperforeerde plaat: grof zeefgoed zeven
o Staven: grove materialen stenen, kool
o Tralievorm: dunne draad
o Roterende rollen: naast elkaar gelegen rollen
die ribben hebben en met ongelijke snelheid
en in tegengestelde richting worden
aangedreven zeer efficiënt.
Zeefefficiëntie
xF = fractie grof in de voeding
xD = fractie grof in de doorval
xR = fractie grof in de rest
(1- xF) = fractie fijn in de voeding
(1- xD) = fractie fijn in de doorval
(1- xR) = fractie fijn in de rest
R
∗x R
Zeefefficiëntie (grof): EA = F
xF
D
∗(1−x D)
Zeefefficiëntie (fijn): EB = F
(1−x F )
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rubyrups. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.