1. SITUERING VAN DEZE CUSRUS IN HET OPLEIDINGSPROGRAMMA
2. DE LERAAR DOET ER TOE
Leerdoelen
• De thema’s doelgerichtheid en differentiatie verbinden aan actuele onderwijsthema’s
• De thema’s doelgerichtheid en differentiatie linken aan het pedagogisch en didactisch model
• De term doelgerichtheid binnen het onderwijs uitleggen
• De term differentiatie binnen het onderwijs uitleggen
3. DE ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN DE LEERLING STAAT CENTRAAL
3.1 PEDAGOGISCH EN DIDACTISCH HANDELEN
3.2 DOELGERICHT WERKEN EN DIFFERENTIATIE
3.2.1 DOELGERICHT WERKEN
• Elke leerkracht stelt bij elke les een aantal doelstellingen voorop die hij wil bereiken met zijn
leerlingen
• Alle activiteiten die de leerkracht voorziet voor de leerlingen, maar vooral het eigen didactisch
handelen moeten gericht zijn op het behalen van de vooropgestelde doelstellingen
• Hoe kunnen we de doelen op een efficiënte en effectieve manier bereiken bij alle leerlingen?
- Efficiënt = zonder tijdverlies, zonder omwegen, recht op het doel af
- Effectief = daadwerkelijk, doeltreffend, het doel bereikend
, - Alle leerlingen = we zullen onze aanpak moeten afstemmen op de beginsituatie van de
leerlingen en rekening houden met de verschillen tussen leerlingen
3.2.2 DIFFERENTIATIE
Definitie differentiatie = differentiatie is het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen
leerlingen waarbij deze verschillen kunnen verkleinen, gelijk blijven of vergroten. Zo kom je tegemoet aan de
psychologische basisbehoeften van elke leerling: autonomie, competentie en verbondenheid.
• Kwalitatief onderwijs moet de diversiteit van de samenleving benutten om gelijke
onderwijskansen te creëren voor alle leerlingen, ongeacht hun sociale, economische of culturele
achtergrond
• Als leerkracht heb je aandacht voor het gegeven dat er nu eenmaal verschillen tussen leerlingen
zijn en dat je hier je onderwijs op afstemt
• Als leerkracht is het ons doel om alle leerlingen zo ver mogelijk te brengen in hun leerproces
• Leerlingen uitdagende opdrachten geven of juist hulp/extra ondersteuning bieden
• Elke leerling heeft zijn eigen kenmerken
DEEL 1: DOELGERICHT WERKEN
• Doelgericht werken: twee belangrijke zaken
- 1: doelen moeten helder zijn = duidelijk beeld hebben over wat er in de les geleerd moet
worden/ duidelijk formuleren wat je in de les wilt bereiken = scheppen duidelijkheid en een
vertrouwensbasis tussen leerling en leraar = beiden meer inzet om doelen te bereiken
- 2: alle componenten van het didactisch model op een doordachte manier invullen = doelen
op een efficiënte en effectieve manier worden bereikt
Leerdoelen
• Verwoorden wat doelgericht werken is
• Verwoorden welke betekenis de taxonomie van bloom heeft voor doelgericht werken
• De doelgerichtheid in een lesvoorbereiding beoordelen aan de hand van de componenten uit
het didactisch model
• Doelgerichte activiteiten voorbereiden aan de hand van de componenten uit het didactisch
model
,1. HET DIDACTISCH MODEL
• Om leerresultaten te bekomen bij de leerlingen creëer je een bepaalde onderwijsleersituatie je
bepaalt hierbij de verschillende elementen (leerinhoud en leerstof, leermiddelen, didactische
werkvormen, evaluatie en houd hierbij rekening met de didactische principes) in relatie tot de
beginsituatie en de doelstellingen. Daarmee breng je bij de leerlingen een leerproces op gang
- Via doelstellingen drukken we de verwachte leerresultaten uit
- De keuze van de na te streven doelstellingen is afhankelijk van de beginsituatie
- De na te streven doelstellingen vereisen een bepaalde beginsituatie
- We moeten een onderwijsleersituatie creëren om leerprocessen op gang te brengen en
zodoende om leerresultaten te realiseren
- Je selecteer de leerinhoud die je opneemt in je doelstellingen
- Je kiest de geschikte leerstof om de leerinhouden aan te brengen
- Je kiest de passende didactische werkvormen en leermiddelen om de doelstellingen op een
efficiënte manier te bereiken. Hierbij hou je rekening met de didactische principes
- Om na te gaan of en in welke mate de leerlingen de doelstellingen effectief bereikt hebben,
ga je evalueren
2. DOELSTELLINGEN: LEREN, GEEN VRIJBLIJVENDE AANGELEGENHEID!
• We kunnen lesdoelen onderverdelen in drie groepen: cognitieve doelen, dynamisch-affectieve
doelen en psychomotorische doelen
• We moeten er steeds over waken dat we, bij het kiezen van lesdoelstellingen, een breed
programma – ook qua moeilijkheidsgraad – doelen selecteren. Zo kunnen we de lat voor elke
leerling hoog leggen. Een taxonomie helpt ons
2.1 BEGRIPOMSCHRIJVING
• Taxonomie betekent:
= etymologisch gezien: taxis = ordening en nomos = wet
= een wetmatige ordening, een structurering die gebaseerd is op een theoretische basis
= een methode om te classificeren
= rubricering van begrippen volgens een bepaalde structuur
= aan de hand van een taxonomie kun je observeren, analyseren en discussiëren
, ➔ We gebruiken taxonomie van Bloom
2.2 TAXONOMIE VAN BLOOM: ALGEMEEN
• Men gebruikte de taxonomie van Bloom om een gezamenlijk vakjargon te hebben voor het
evalueren → maar men ontdekte dat het ook bruikbaar was voor het bepalen van leerniveaus
binnen de cognitieve ontwikkeling in algemene zin
• Naast het feit dat doelen aan verschillende inhouden kunnen gelinkt worden, verschillen doelen
ook van elkaar qua complexiteit
• Bloom heeft drie taxonomieën heeft ontworpen:
- 1. Cognitieve doelen (gebruiken wij in de opleiding)
- 2. Psychomotorische doelen
- 3. Dynamisch-affectieve doelen
• Elk doel binnen de taxonomie van bloom:
- Gedragsniveau (wat doet de leerling met de inhoud)
- Inhoudsniveau
2.3 INHOUDSNIVEAUS IN DE TAXONOMIE VAN BLOOM
• Vier soorten inhoudelijke kennis
- 1. Feitelijke kennis = de basiselementen die je moeten kennen om problemen op te lossen
of kennis te maken met een bepaalde discipline
- 2. Conceptuele kennis = de relaties tussen de basiselementen die de leerling moet weten om
zo de samenhang en verbanden te zien tussen een grotere structuur
- 3. Procedures of procedurele kennis = hoe je iets doet, manieren van onderzoeken en
criteria voor vaardigheden, algoritmes, technieken en methoden
- 4. Metacognitieve kennis = kennis in het algemeen, zelfkennis en zelfbewustzijn over de
eigen kennis, kennis van strategieën om met kennis aan de slag te gaan
2.4 GEDRAGSNIVEAUS BINNEN DE TAXONOMIE VAN BLOOM
• Zes cognitieve processen of denkniveaus
• Als je leerprocessen opzet, dan moeten die niet steevast vertrekken bij kennen/herinneren om
dan naar begrijpen en vervolgens naar toepassen enzoverder te gaan. Leren kan zo verlopen,
maar je kan evengoed starten met kinderen proefjes te laten uitvoeren (toepassen) en hen daarbij
hypothesen te laten formuleren (begrijpen) en vervolgens te laten opzoeken of hun
veronderstellingen klopt (herinnering)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KaBo13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.