Safae Mahi 2019-2020
Filosofie
Hoofdstuk 1: De oorsprong van de filosofie
Inleiding
Oorsprong filosofie + inhoud en indeling filosofie
o Filosofie komt van filein = houden van en sophia = Griekse godin van de wijsheid
o Vraag oorsprong filosofie kan op 2 manieren beantwoord worden
1. Filosofie is zo oud als de mens zelf: iedereen die diepzinnige vragen stelt is filosofisch bezig
2. Manier van denken in een bepaalde periode en binnen een bepaalde cultuur ontstaan
Deze cursus: vooral westerse filosofie
o ontstaan in stadstaten rond Egeïsche zee in 6de eeuw V.C.
o door overgang van mythos = wereldbeeld gebaseerd op mythen/goden naar logos = meer rationele verklaring,
natuur uit natuur verklaard, meer belang aan observatie
Hoe is deze sprong in ‘denken’ te verklaren?
→ De mensen gaven een eigen vorm aan hun goden (Ethiopiërs maken hun goden zwart met stompe neuzen; de
Thraciërs zeggen dat die van hun blauwe ogen en rood haar hadden), in werkelijkheid hebben de mensen nooit iets
over de goden geweten en zullen dat ook nooit weten.
Mythos westerse cultuur:
o Ilias en odysseus van de blinde schrijver Homerus
o Zondeval oude testament: uitdrijving uit Aards paradijs
Logos in het Oosten:
o India: Upanishaden, Boeddha en Mahavira
o China: Confucius en Taoïsme
Omschrijving en indeling van de filosofie
1. TUSSEN RELIGIE EN WETENSCHAP
Veel omschrijvingen van wat filosofie is
→ filosoof Luciano de Crescenzo schreef duidelijke omschrijving – kernwoorden:
o Mens hoogste graad van beschaving door twee fundamentele disciplines: wetenschap en religie
o Filosofie tussen religie en wetenschap
➔ Komt overeen met overgang mythos naar logos
o Wetenschap bestudeert op systematische wijze de verschijnselen in de natuur
• Domein: de materiële werkelijkheid
• Natuurfilosofie werd fysica (en later ook andere natuurwetenschappen en sociologie/psychologie)
• Wetenschap bestudeert wereld van fenomenen: objectiveerbaar, zichtbaar en meetbaar
o Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving
• Domein: zingeving, waarden, bewustzijn
• “voorbij” zintuigen en verstand
2. DRIE GROTE VRAGEN EN DOMEINEN
Imannuel Kant, grote filosoof van de verlichting, bracht alle filosofische vragen tot 3 essentiële:
1. Wat kan ik weten? (ons denken)
2. Wat moet ik doen? (ons handelen)
3. Wat mag ik hopen? (onze verwachtingen)
➔ Kant brengt deze 3 tot 1 vraag: Wat is de mens?
1
,Safae Mahi 2019-2020
Hedendaagse Franse filosoof Ferry benoemt dit nog kernachtiger: filosofie houdt zich bezig met
1. Kennis: werkelijkheid
→ objectieve feiten en richt zich op weten hoe objecten verschijnen en op elkaar inwerken
2. Ethiek: rechtvaardigheid
3. Wijsheid
→ manier waarop we in het leven staan en omgaan met wisselvalligheden van het leven
3. HET HUIS VAN DE FILOSOFIE
Filosofie = feiten en waarden
➔ huis van filosofie = gebouw met 2 verdiepen met telkens 3 kamers
Ontologische vragen: vragen naar het ‘zijnde’
Feiten = ‘dat wat is’ → ontologie (de leer van het zijn) = wereld, gedachtewereld en mens
1. Fysica/ kosmologie (wereld): vraagt naar oorsprong kosmos, natuur, krachten binnen die natuur
2. Metafysica (bovenwereld): ‘boven de fysica’, stelt de vraag naar achterliggende principes (als dit
achterliggende principe = god, spreekt men van theologie)
3. Antropologie (de mens): houdt zich bezig met wie ben ik en wat drijft mij, ging als wetenschap over in
sociologie, psychologie, culturele antropologie en agogiek
Vragen naar de ‘drie waarden’
Waarden → oervormen van Plato: het goede, het ware en het schone
1. Waarheid
o epistemologie of kennisleer stelt vragen over waarheid en kennis: ‘Wat is kennis?’ ‘Wat is waarheid?’
‘Wat is het verschil tussen waarheid en mening?’ etc.
o Logica houdt zich bezig met ‘Wat is geldig redeneren?’
o Wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met grondslagen van de kennis van afzonderlijke
wetenschappen. Methoden, grondstellingen, begrippen en doelen verhelderd en kritisch onderzocht
o Taalfilosofe behandelt ontstaan, ontwikkeling, betekenis en functie van taal en verband tussen taal en
dingen en taal en denken
2. Goedheid en rechtvaardigheid
o Ethiek onderzoekt het goede, vraagt wat goedheid en rechtvaardigheid is,of en hoe het goede kan
gefundeerd worden, of normen en waarden een universele grond hebben, dan wel relatief zijn aan de
mens en cultuur
o Sociale en politieke filosofie houdt zich bezig met de (rechtvaardige) samenleving ‘Hoe dient een
rechtvaardige maatschappij te worden georganiseerd?’
o Rechtsfilosofie is apart vakgebied met vraag naar aard en oorsprong van recht en verhouding tot ethiek
3. Schoon (of lelijk)
o Esthetica houdt zich bezig met vraag naar wat schoonheid en kunst is
o Afgeleide deelgebieden: kunst- en cultuurfilosofie
De pre-socratische filosofie
Dieper in op oorsprong westerse filosofie → de filosofie van voor Socrates
o eerste stappen naar nieuw soort denken
o vragen kosmisch geïnspireerd: oorsprong kosmos en principes van verandering
1. THALES VAN MILETE
Beschouwd als ‘eerste filosoof’ want:
1. Eerste die complexe werkelijkheid terugbracht tot één beginsel of archè
➔ Oorsprong van alles is water (alles ontstaat uit water en keert ernaar terug)
2. Wiskundige stelling naar hem genoemd (evenwijdige rechten snijden evenredige
stukken af: A/B = D/C)
3. ‘Ken jezelf’ als fundamentele taak
2
,Safae Mahi 2019-2020
2. ANAXIMANDER VAN MILETE
Leerling van Thales
o Ging verder in op eerste beginsel
➔ het apeiron (het onbepaalde of onbeperkte) is het eerste beginsel waaruit alles voorkomt
o Eerste overgeleverde kosmogonie = verklaring voor ontstaan en evolutie van wereld, gebaseerd op de dynamiek
tussen de 4 elementen (water, aarde, lucht en vuur)
o Eén fragment bewaard: “Waaruit de bestaande dingen hun geboorte hebben, daarin vinden ze ook hun
ondergang, zoals het hoort; ze geven elkaar immers recht (díkè) en boete voor het onrecht (adikía),
overeenkomstig de verordening van de tijd"
= beschrijving verandering in wereld in termen van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid
3. PYTHAGORAS
Begrip philosophos ontworpen: ‘ik blijf zoeken en nadenken tot ik de werkelijkheid begrijp”
o Stelling van Pythagoras: a2 + b2 = c2
o Vertrouwdheid met reken- en meetkunde deed hem inzien dat achter deze complexe wereld een ander soort
‘perfecte’ wereld besloten ligt, uit te drukken in getallen
o Via getallen en onderlinge verhoudingen kan men de wereld vatten en in kaart brengen
o Voor Pythagoras: kosmos = geordend geheel
o Geloofde in reïncarnatie van de ziel
4. PARMENIDES EN HERAKLEITOS
Twee tijdgenoten die tegenover elkaar geplaatst worden maar getuigen van zelfde diepe inzicht dat er maar één
realiteit is
Parmenides:
o Centraal: vraag naar het zijn (ontologie)
o “Alles (Het Zijn) is 1 en onveranderlijk” al het tijdelijke verschijnt en verdwijnt in het eeuwige Zijn
➔ de beelden die je ziet veranderen voortdurend maar ik die ben en bewust is van die beelden verandert nooit
Herakleitos:
o Vertrekt vanuit de voortdurende wording of verandering i.p.v. onveranderlijke
o Logos = de voortdurende verandering
o Bijnaam ‘de Duistere’ door diepe uitspraken
• “Alles vloeit”
• “Je kunt nooit tweemaal in dezelfde rivier stappen”
• “Oorlog is de vader van alles”
o Gelijkenissen met Chinese Taoïsme = voortdurende wisselwerking yin en yang
5. DEMOCRITOS
Eerste filosofische materialist
o Alles bestaat uit ondeelbare partikels: atomos
o Materialistische visie: werkelijkheid terug te voeren tot materiële basiseenheid
Filosofie binnen het hoger onderwijs
o Verruimende en transformatieve kracht van filosofie
o Reflectieve practitioners: zelfreflectie bij handelen/beslissen is een cruciale competentie als je met mensen
werkt
• Mentale kracht, ‘geneeskunde van de ziel’, bereiken van geluk of onverstoorbaarheid
• Zingeving
• Nuttige vaardigheden op vlak van spreken, kritisch denken, argumenteren, morele keuzes
• Basisvaardigheden op valk van zelfreflectie, pluralisme, openheid, burgerschap en praktische wijsheid
3
, Safae Mahi 2019-2020
Examenvragen
Open vragen:
o Geef de indeling van de filosofie met bij elk onderdeel telkens een eigen filosofische vraag
o Waarom filosofie in de opleiding?
o Toon aan de hand van drie van zijn thema’s aan waarom Thales van Milete als “(eerste) filosoof” kan
bestempeld worden
Multiple Choice:
o “Oorlog is de vader van alles, de koning van alle dingen.” Deze uitspraak komt van
a. Herakleitos
b. Parmenides
c. Homeros
d. Democritos
o “De metafysica bestudeert de aard en de status van de ordenende principes van de wereld. Als dit principe
God genoemd wordt, spreekt men van theologie.”
a. Juist
b. Verkeerd
4