THEORIE VAN SOCIAAL WERK
HOOFDSTUK 1: WETENSCHAPSTHEORETISCHE GRONDSLAGEN
WETENSCHAPPEN
Wetenschappelijk onderzoek = een zoekproces gebaseerd op denken, intuïtie en creativiteit, waarin op
een systematische manier gegevens worden verkregen, gebruikt en geanalyseerd, met als doel kennis te
verzamelen.
Methoden, gesprekstechnieken, subsidiemiddelen die ingezet worden, … Allemaal voorbeelden van SW in de
praktijk.
WETENSCHAPSTHEORIE
VIER PARADIGMA’S OF GRONDSLAGEN POSITIVISME SOCIAAL CONSTRUCTIVISME
Gaan alle vier over de vraag naar wat geldige kennis
is en hoe geldige kennis kan verworven en ingezet KRITISCHE THEORIE POSTMODERNISME
worden
1. Is een bepaalde uitspraak waar, objectiever, zekerder, betrouwbaarder dan een andere uitspraak?
2. Verschil wetenschappelijke kennis en andere kennis.
3. Sterke filosofische inslag
4. Vraag naar adequaatheid: een vorm van kwaliteitscontrole naar welke regels worden gebruikt. Vb. in het
positivisme zal dit op wiskunde gebaseerde modellen zijn. Vb. in de kritische theorie de gerichtheid op
emancipatie
Praktijk ervaring en kennis is waardevol! Maar een politieker zal sneller luisteren naar een onderzoeker. Is je werk en
de mogelijks grote beslissingen (vb schrapping leefloon op OCMW) gekoppeld aan uitspraken of objectieve
vaststellingen? Op basis waarvan nemen mensen die beslissing? Dat is waar filosofie een insteek maakt. Hoe wordt
de kwaliteit bepaald? Registraties van je uren is kwantitatief -> positivisme. Trajectgesprekken om evolutie te zien is
emancipatorisch, -> kritische theorie.
VERLICHTINGSDENKEN: RATIONALITEIT
o Sinds 17de eeuw wetenschappelijke revolutie
o Beschikken over kennis die onafhankelijk van de menselijke geest bestaat: honger naar objectieve kennis
door zich te ontdoen van subjectieve indrukken en metafysische kennis
o Wetenschap moet aanbrengen wat objectieve feiten zijn en welke samenhangen er tussen verschijnselen en
gebeurtenissen bestaan.
o Stap naar het huidige standaardwetenschappelijke model niet in één keer gezet maar voortdurende
discussie over wat kennis is en hoe kennis te genereren
o empirisch, argumentatie, reproduceerbaar, universeel, methode, zelfcorrigerend proces (manieren om te
kijken naar wetenschap)
o Spanning natuurwetenschappen en geesteswetenschappen maar toenemende dominantie van
natuurwetenschappelijk model
o Verschillende paradigma’s blijven zeker bestaan: sociaal werk als praktijk vooral aansluiting bij de
geesteswetenschappen
o Groeiende aandacht voor het standaardwetenschappelijk model (vb. bewezen interventies)
o Rationaliteit is belangrijk geworden, maar we werken met emoties en gebeurtenissen. We gaan meer
structureren, waarom gebeurt een gebeurtenis waar komt dit gedrag vandaan waarom wordt er zo
gereageerd?
,GEESTESWETENSCHAPPEN
o Studie van de producten van de menselijke geest (cultuurwetenschappen of menswetenschappen)
o Vraag naar betekenis van de dingen (wat betekent bijvoorbeeld een uitspraak van een beleidsvoerder, wat
betekent bepaald gedrag van een moeder, wat betekent de angst voor een recessie in een bedrijf, wat
betekent de verandering van de welvaartstaat, wat betekent iemand nabij zijn,….)
o Wetenschappelijke waarheidsclaim van het natuurwetenschappelijke model staat in de
geesteswetenschappen naast (en vaak in spanning met) de interpretatie en het openen van nieuwe
perspectieven
vb. wat is de betekenis van het huidige grondrechtendiscours in sociaal werk? = interpretatie
vb. hoe kan sociaal werk mee vorm geven plek voor iedereen? = emancipatie
o Niet alleen zoektocht naar een of andere ‘verborgen’ interpretatie maar ‘nieuwe interpretaties’ toevoegen:
zo ontstaat ‘debat’ of ‘dialoog’ tussen interpretaties.
o Maar geen feitenrelativisme: feiten, cijfers zijn noodzakelijk in en voor interpretaties en emancipatie.
Vb. Cijfers over aantal daklozen en verscheidenheid aan verborgen dakloosheid kan agenda van
sociaal werk en sociaal beleid bijsturen en versterken.
o Onderbouwen van interpretaties
o Wat we vroeger dachten is niet verkeerd, we moeten het veranderen/ verbeteren
o Belang van stem betrokkenen en perspectief sociaal werker als actieve vormgevers aan kennis
o Belang van het historisch begrijpen van menselijke ontwikkelingen
4 WETENSCHAPSTHEORETISCHE STROMINGEN
POSITIVISME EN POST-POSITIVISME
o Basiskenmerk: bevindingen toetsen aan waarnemingen volgens verifieerbare en reproduceerbare methoden
o Heel populair, veel impact op beleid ook. Alles moet meetbaar zijn in de huidige maatschappij
o Methode is belangrijk ook als legitimering naar buitenwereld (om aan te tonen dat ze wetenschappelijk en
dus betrouwbaar zijn)
Zo ook in sociaal werk: positivistisch onderzoek moet mee de legitimatie van sociaal werk als
wetenschappelijk vestigen, tegelijkertijd ontwikkelt positivistisch sociaal werk onderzoek nieuwe
kennis die als wetenschappelijk en dus als waarheid wordt gezien.
Verwacht te leiden tot methoden die verifieerbaar, betrouwbaar en werkzaam zijn. Evidence based
social work.
o Niet enkel slecht, ook positief
o Invloed ervaringsdeskundigen in het werkveld is positief voorbeeld.
o Aantal begeleidingen per begeleider vermindert door vrijstelling voor gezinshereniging vb (merkbaar in
registraties dat het verhoging in tijd vroeg)
Niet toekomen aan hetgeen dat je nodig hebt, je wordt achtergesteld = deprivatie
Rol van theorie in het positivisme
o Verschil meetbaarheid en observeerbaarheid: om positivistisch te zijn hoeft iets niet noodzakelijk meetbaar
te zijn maar wel observeerbaar: tegenwoordig wel nadruk op meetbaarheid
o In enge positivistische zin is uitspraak 1 wetenschappelijk en uitspraak 2 niet
o In een gematigde zin kan uitspraak 2 inderdaad niet geobserveerd worden maar de ‘theorie’ wel getest
worden door te kijken naar observeerbaar gedrag in tal van situaties en contexten
o Probleem: de theorie kan mee bepalen naar wat we kijken of wat we willen zien: neiging om te zoeken naar
bevestiging van de theorie. M.a.w. als je kijkt vanuit de bril van deprivatie zal je in die situaties wellicht
bewijs vinden van deprivatie. Op deze manier zoeken we bevestiging of verificatie van de theorie. Deze
werkwijze wordt nu niet langer gezien als wetenschappelijk.
, o Wat je meet komt niet altijd overeen met wat je observeert, bv. meet testen op intelligentie om te zien of je
bekwaam bent en niet slagen op de test maar in de praktijk wel bekwaam zijn.
Vertaling naar wetenschappelijk onderzoek
o H0 of nulhypothese: aanname dat een bepaalt effect niet bestaat. Door toetsing hoopt men deze hypothese
te verwerpen m.a.w. dat er wel een effect is (zodra er een effect is kan de nulhypothese niet waar zijn)
o HA of alternatieve hypothese: aanname dat het gezochte effect bestaat, dit is de hypothese (of theorie) die
men tracht te bewijzen. Zodra er een effect is (hoe klein ook) is de alternatieve hypothese waar.
o HA gebeurt tegenwoordig meer.
o Klopt de manier waarop ik kijk, kritisch blijven naar jezelf toe. Zijn de patronen die ik zie wel waar of kunnen
deze anders worden geïnterpreteerd.
Verschil tussen observationele termen en theoretische termen
o Observationele termen verwijzen naar observeerbare dingen, gedrag,..
Vb. Kleur van ogen, wenen, aantal huishoudens, toename aantal daklozen
o Theoretische termen verwijzen naar hun positie in een netwerk van concepten in een theorie. Termen op
zich zeggen weinig of kunnen voor alles of niets worden gebruikt zonder kadering in hun theorie.
Vb. Motivatie, Empowerment
o Gezien wat we observeren onder meer mee bepaald is door de theorie die
we hanteren zijn observaties zelden puur observaties maar theoriegeladen observaties
Vb. Steeds gevoel te hebben aan te schuiven aan traagste kassa
Vb. Empowerment zoals begrepen door EU of zoals begrepen door burgerrechtenbeweging
Vb. In welk theoretisch raamwerk past ‘verantwoordelijkheid’ en over wat hebben we het als we het
over ‘verantwoordelijkheid’ hebben: kan naargelang tijd, plaats, sociale groep.... andere dingen
betekenen
Vier kritieken op positivisme (Kuhne en Quine)
o De dingen worden mee bepaald door de theorie en de concepten die je inzet (=betekenisholisme)
GA STEEDS NA VANUIT WELKE KADER JE OBSERVEERT/BESCHRIJFT/ TUSSENKOMT
o Door lineair vooruitgangsgeloof worden de dingen vanuit hun huidige ultieme waarheid gezien en worden
alternatieve beschrijvingen over het hoofd gezien.
GA STEEDS NA OF JE BESCHRIJVINGEN/ VERKLARINGEN NIET ANDERS KUNNEN
o Paradigma’s zijn gedeeltelijk onoverbrugbaar, steeds verwarring en miscommunicatie mogelijk
WEES STEEDS HELDER IN JE BESCHRIJVINGEN EN KADER DIE BSCHRIJVINGEN IN EEN RUIMER KADER
o Wetenschappelijke vooruitgang wordt gekenmerkt door het vermogen om puzzels op te lossen. Goede
theorie helpt beter problemen te begrijpen en op te lossen dan slechte theorie.
GEBRUIK DIE THEORIE DIE IN EEN GEGEVEN SITUATIE MEEST BELOFTEVOL IS TE BEANTWOORDEN
AAN OVERLEGDE PROBLEEMDEFINITIES
POST POSITIVISME
Als reactie op het fundamentele karakter van absolute waarheid en zekerheid van het positivisme
Positivisme faalt ook door geen onderscheid te maken tussen de natuurlijke wereld en de sociale wereld.
(vb. economie is wetenschap maar aanzienlijke basis van economie is irrationeel) (bv. angst voor recessie
doet mensen sparen terwijl net investeringen nodig zijn). Vraag naar meer aandacht voor bias.
Antwoord is het standaardwetenschappelijk model= van verificatie naar falsificatie: wetenschappen is niet
bevestigen wat waar is maar weerleggen wat niet waar is (Karl Popper, wetenschapsfilosoof en sociaal werker)
o Toetsen van theorieën (dus theorie fungeert als een hypothese!)
, o Systematisch verbeterde waarnemingen in het licht van een theorie
o Gevolg: geleidelijke en in het licht van weerlegging door waarneming steeds betere theorievorming
o Uitgaan dat theorie steeds feilbaar is in het licht van nieuwe theorie die meer aannemelijk is (vb. Covid19:
geleidelijk is steeds meer en steeds nauwkeuriger kennis verkregen over het virus)
o Meer aandacht voor bias (van onderzoeksmethoden, instrumenten en onderzoeker)
o Ook in de praktijk, je krijgt op een bepaald moment stramienen en bepaalde patronen die je steeds volgt. Je
krijgt een soort vooroordelen uit ervaring. Ga er nooit vanuit dat je het al weet, maar test je bedenkingen uit
ervaring om te zien of dit wel echt klopt. Vb jongere is nogal gesloten en terughoudend over budget: Hij zal
zeker zijn geld uitgeven aan vrienden/sigaretten/… Terwijl het soms voor een afbetaling van een smokkelaar
of familie kan zijn.
o VB transfer geschiedenis in centra
o Niet bevestigen wat waar is maar weerleggen wat niet waar is = falsificatie (wat is het zeker niet)
Vertaling naar handelingsniveau sociaal werker
o Wetenschappelijk statistisch onderzoek waarin hypothesen van interventies getest werden (fictief
voorbeeld). Vb. Opvoedingsondersteuning aan huis geeft geen effect op de schoolresultaten van kinderen
o Opgepast: statistisch onderzoek heeft niet alleen foutmarges maar biedt ook slechts een gedeeltelijke
verklaring (gaat niet om wetmatigheden)
o Risico van op evidence gebaseerd sociaal werk: verschuift de vraag van waarden en theorie gestuurde
activiteit naar meer vooraf gedefinieerde afgebakende uitkomsten naar wat werkt.
o In de sociaal werk praktijk: hypothese omtrent opvoedingssituatie: tijdens huisbezoek niet zoeken naar wat
je theorie bevestigt want dat kun je wellicht makkelijk bevestigt zien of zul je zien doordat het jouw theorie
is die jouw observaties kleuren maar net zoeken naar wat jouw theorie zou kunnen weerleggen en zoeken
naar de omstandigheden die je theorie mogelijks weerlegt: basis voor kritische houding
SOCIAAL CONSTRUCTIVISME
Constructivisme is een visie op kennis waarbij kennis niet wordt gezien als een absoluut gegeven, maar als een
sociaal construct, een tijdelijk bedenksel waarover bepaalde mensen, bepaalde wetenschappers overeenstemming
hebben bereikt als verklaring van bepaalde verschijnselen of als handvat om bepaalde problemen op te lossen.
Drie assumpties
o Mensen reageren op zaken op basis van de betekenis die deze zaken hebben voor hen.
o Die betekenis van zaken komt voort uit sociale interactie. Heeft te maken met je referentiekader
o Betekenissen worden gebruikt en gewijzigd in de sociale interactie door middel van een interpretatief
proces.
Je vertrekt vanuit bepaalde zaken die je denkt te weten: oorlog ontvluchten betekent dat je
vreselijke dingen hebt meegemaakt.
Door sociale interactie is dit ontstaan, want je hebt de beelden gezien en erover gepraat hebt.
Door met elkaar te praten, komt hier nuance in, en weet je wat de ander precies bedoelt met deze
woorden.
VB respect – betekenis
Regels sociaal constructivisme
o De samenleving is een menselijke constructie
o Individuen in interactie creëren sociale werelden
o Door talige en symbolische activiteiten
o Met of oog op het voorzien in een coherent en zinvol open en niet voor gestructureerd menselijk bestaan
o Taal begrijpen als een communicatief of dialogisch proces