VLOEIENDHEIDSSTOORNISSEN
1| FENOMENEN VAN VLOEIENDHEID EN ONVLOEIENDHEID
1| DE KENMERKEN VAN NORMALE VLOEIENDHEID EN DE ONTWIKKELING ERVAN, EN KAN DEZE BESCHRIJVEN
Vloeiendheid = afwezigheid van stotteren
• Snelheid = aantal units per tijdseenheid
• Continuïteit = opeenvolging (transities) van vocalen en consonanten
• Ritme = patronen (duur en tijd) in beklemtoning van syllaben
• Inspanning = subjectief gevoel bij vloeiende spraakproductie van overmatige inspanning of extra aandacht
Normale vloeiendheden Voorbeeld
Tussenvoegsel “Voor mij graag een grote met euhm dinges andalouse”
“maar maar dat lustte ik niet”
Woordherhalingen
Fraseherhalingen “maar toen die maar toen die daar aankwam…”
“Die kwam op donderdag komt die nooit”
Onvolledige frasen & revisie
Zinsrevise: zin herbeginnen
Gebroken woorden “B[stille pauze]ovenop de kast”
Stille pauzes “Maar ik [stille pauze] hou daar niet van”
→ between-word disfluencies = transitieverstoring bij het verbinden van woorden
Normale onvloeiendheden zijn nuttig: functioneel om tijd te winnen, geen accidenten
Normale onvloeiendheden verlopen grotendeels geautomatiseerd, toch worden ze intentioneel gehanteerd om tijd te nemen
voor:
• Taalprocessing: het ophalen van woord, het bepalen van woordvolgorde (syntaxis) en woordvorming (morfologie)
• de aandacht van de luisteraar vast te houden,
Ontwikkeling:
• Gelijktijdige ontwikkeling van spraakklanken, inhoud en structuur + vloeiendheid
• Vloeiend praten vereist motorische vaardigheid
o Groeit nog op jonge leeftijd
o Laat toe om te differentiëren
• Weinig klanken kan, weinig mogelijkheid tot differentiëren
• Motorische vaardigheid uitbreiden → leren differentiëren: meer woorden leren gebruiken waardoor taal toeneemt
Wederzijdse invloed tussen de capaciteit om vloeiende transities te maken tussen klanken, syllaben en woorden en de spraak-
en taalvaardigheid van een kind. In sommige gevallen zal de aard van deze interactie bij het jonge kind leiden tot
spraakonvloeiendheden.
Taalproductiemodel van Levelt: Het coördinatie- en timingsvermogen van het neurofysiologische apparaat van het jonge kind
is nog zwak waardoor een veelvuldig onevenwichtig optreden van de fasen van het taalproductiemodel een manier van
spreken ontwikkelt die leidt tot het niet-vloeiend spreken.
1
,2| DE SPECIFIEKE KENMERKEN VAN AFWIJKENDE VLOEIENDHEID / ABNORMALE ONVLOEIENDHEID, EN KAN
DEZE HERKENNEN EN BESCHRIJVEN
→ within-word disfluencies = verstoring bij het verbinden van klanken en syllaben in een woord
Verschil met normale vloeiendheden
• Within-words zijn accidenten, momenten van controleverlies
3| HET ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN NORMALE EN AFWIJKENDE (ON)VLOEIENDHEID EN KAN DIT OOK
UITLEGGEN EN BEARGUMENTEREN
Stotteren/kernverschijnselen Normale onvloeiendheden
Het gebeurt in een woord (in-word of within-word) Woorddeel blijft intact (between-word)
Het gaat gepaard met controleverlies Geen controleverlies
Geleerd gedrag
2
, 4| EEN AANTAL DEFINITIES OMTRENT STOTTEREN EN KAN DEZE ONDERLING VERGELIJKEN NAAR INHOUD EN
INVALSHOEK
ASHA
Vloeiendheid is het aspect van spraakproductie dat verwijst naar de continuïteit, soepelheid, snelheid (tempo) en inspanning
waarmee fonologische, lexicale, morfologische en/of syntactische taaleenheden worden gesproken.
→ Vloeiendheid waarmee je klanken, woorden en woordgroepen geuit krijgt.
STARKWEATHER
“Vloeiende sprekers zijn diegenen die zonder merkbare inspanning lange reeksen van syllaben kunnen produceren, door een
adequate combinatie van snelheid en continuiteit”
• Het praten verloopt met een zekere snelheid (rate)
o Aantal units/tijdseenheid
• De klanken volgen elkaar vloeiend op (continuity)
o = geen onderbrekingen, vloeiende overgangen/transities tussen spraaksegmenten (van de ene klank naar de
andere). Overgang van de ene klankpositie naar de volgende klankpositie.
o Stille en opgevulde pauzes
▪ Adempauzes
▪ Structurele pauzes
▪ Idiosyncratische pauzes
▪ Intentionele pauzes
• Er is een normaal ritme in de spraak (rhythm)
o Beklemtoning van syllaben
• De spreker ervaart relatief weinig inspanning (effort)
o Mentale en musculaire/fysieke spanning
WHO
Beschrijft het stotterend spreken, dat wil zeggen de verstoringen, maar niet de psychosociale gevolgen die leiden tot de
stoornis stotteren.
• Stotteren kan gepaard gaan met schaamte, frustratie en angst bij de spreker en met bezorgdheid bij de ouders
• Als de cliënt zich stoort aan de verstoringen, kunnen deze ontwikkelingen tot een stoornis
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper justinetimmerman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,49. Je zit daarna nergens aan vast.