Crossculturele psychologie
HOOFDSTUK 1: wat is crossculturele psychologie
1. crossculturele psychologie
‘cultuurverschillen en gelijkenissen onderzoeken in psy fenomenen: voelen, denken en doen’
veel onderzoek is WEIRD → Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic
→ minder dan 4000 onderzoekspapers, 95% is van de VS, EU en engels
sprekende landen
belang:
- 1/3 van de BE bevolking is van buitenlandse herkomst
- besef eigen culturele → cultuur beïnvloed anderen, eigen cultuur is
onzichtbaar
- etnocentrisme (wij-zij) en generalisatie tegengaan
→ psychologie is niet immuun voor etnocentrisme
- waardering en respect voor verschillende landen (cultuur is een gevoelig onderwerp)
veel studies vergelijken grote groepen mensen → dit zijn gemiddelden!
- veel individuele variatie
- veel subgroepen en subculturen die ook belangrijk zijn
- studies met specifieke steekproeven
- cultuur is dynamisch
→ dus opletten voor generalisatie en essentialisme
, HOOFDSTUK 2: cultuur
1. wat is cultuur
honderden definities → brede en enge interpretaties
→ het deel van de menselijke omgeving dat door mensen gemaakt is
- materie (objectief aspect)
- immaterie (subjectief aspect)
ajuin-model:
- materiële cultuur → symbolen en artefacten
- sociale cultuur → normen en waarden
- subjectieve cultuur → gedrag en persoonlijkheid
→ geschiedenis: culturen veranderd door de tijd
cultuur is:
- een door een gemeenschap gedeeld systeem
- van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen, communicatie en producten
- die van generatie op generatie worden overgeleverd
2. kenmerken van cultuur
cultuur is gedeeld:
- een groep is nodig → er zijn wel individuele verschillen
- verschillen tussen culturen: tight vs loose (=meer variatie)
cultuur is geleerd:
- wordt overgebracht door socialisatie
→ primaire= door familie, zorgfiguren
→ secundaire= door school, vrienden, werk,...
→ tertiaire= door samenleving, social media,...
- gebeurt onbewust en bewust
- wordt overgebracht door socialisatie
→ enculturatie= cultuuroverdracht in tijd
→ acculturatie= cultuuroverdracht in geografische sociale ruimte (bv.
verhuizen)
- heeft invloed op de natuur
- hersenen zijn deel van menselijke natuur maar worden ook gevormd door ervaringen
cultuur is dynamisch:
- cultuur beïnvloedt gedrag,...
- een nieuwe (sub) cultuur kan zich soms snel vormen
- communicatie verschilt met vroeger, andere culturen
- aanpassingen zijn adaptief → past zich aan aan de omstandigheden (niet
random)
- ecocultureel perspectief= de ecologische omgeving waarin mensen functioneren
wat is cultuur niet:
- ras → fysieke kenmerken
, - nationaliteit→ er is juist veel diversiteit + cultuur kan nationaliteiten
overstijgen
→ toch vaak landen vergeleken in onderzoek
3. in hoeverre heeft cultuur invloed op onze psychologie
absolutisme/ universalisme → algemene psychologie:
- wordt niet beïnvloed door de culturele context
- psychologische functies die cultuur vrij zijn
→ sensorische, motorische functies bv. kleurenblind test
→ functies vanaf jonge leeftijd bv. objectpermanentie
- kritiek: zeer abstract, wat met betekenisvolle culturele variatie, ons brein wordt
beïnvloed door (culturele) ervaringen, te verschillend om te,kunnen integreren
relativisme → cultuurpsychologie:
- er bestaat geen contextvrije psychologie
- iedereen maakt deel uit van een of meerdere culturen
- menselijke psychologie kan pas begrepen worden binnen de context van de cultuur
→ bv. leren rekenen met een telraam
- kritiek: algemene morele standaarden en wetgevingen, buiten de cultuur hebben we
veel gemeen
→ conclusie: de waarheid zit in het midden → erkenning van gelijkenissen en
verschillen
, HOOFDSTUK 3: algemene onderzoeksmethoden
1. samenstelling van de steekproef
2 vragen:
- welke culturen ga je bestuderen
- welke deelnemers ga je bestuderen in die cultuur
methodes:
- random sampling
- systematische sampling
- convenience sampling
aandachtspunten:
- wees bewust van elke keuzen en welke invloed die kan hebben op je resultaten
- generaliseerbaarheid → WEIRD
- vergelijkbaarheid → deelnemersgroep moet gelijkwaardig zijn in de versch
culturen
- belang van culturele kennis → je eigen cultuur niet generaliseren + bewust
zijn van de waarden en geloofsovertuigingen in de cultuur die je
onderzoekt
2. type onderzoek
2.1 kwalitatief onderzoek
interviews
- open vragen voor dieper inzicht
- aandachtspunt: kennis nodig van de taal en cultuur
observatiestudie
- gedrag observeren in de eigen culturele omgeving van deelnemers
- aandachtspunten: vraagt kennis, niet tussenkomen, ander gedrag als er iemand kijkt
- The pace of life
→ culturele verschillen in ‘snelheid van het leven’
- Japan en W-Europa sneller
- steden met hogere snelheid: betere economie, individualisme, kouder
- hogere snelheid: meer doden, meer rokers, hoger subjectief welzijn
inhoudsanalyse
- inhoud van culturele producten analyseren → bv. media, reclame,
wetten,...
→ coderen van inhoud door meerdere beoordelaars
2.2 kwantitatief onderzoek
vragenlijsten
- aandachtspunt:
→ in welke cultuur is de vragenlijst ontwikkeld?
→ vertalingen → dus gebruik back translation: taal 1a naar taal 2, taal 2
naar 1b
→ niet alle culturen gebruiken een antwoordschaal
→ verschil gebruik schaal → moderate en extremity bias, reference group
effect
- waardendeminensies (Hofstede)