Werkcollege 1
1
Victoria-beschikking
Bij de beantwoording van de vraag moet enerzijds naar de betrokken belangen van de
werkgever en werknemer worden gekeken, welke zijn gericht op het zo snel mogelijk
duidelijkheid verkrijgen over de arbeidsovereenkomst en anderzijds het belang van beiden om
in hoger beroep te kunnen gaan wanneer een der partijen zich onrechtvaardig behandeld voelt.
Wanneer de kantonrechter een ontbindingsverzoek van de werkgever heeft afgewezen, blijft
de werknemer dus gewoon in dienst. Wanneer de rechter in hoger beroep vervolgens stelt dat
het ontbindingsverzoek ten onrechte is afgewezen, bepaalt hij op welk tijdstip de
arbeidsovereenkomst alsnog eindigt (art. 7:683 lid 5 BW), maar dit tijdstip kan niet in het
verleden plaatsvinden. Wat dat betreft is er weinig verschil tussen de beoordeling in hoger
beroep en die van de kantonrechter wat betreft het verzoek tot ontbinding.
In bovenstaande zijn dus geen aanknopingspunten die een toetsing ex tunc echt legitimeren.
Immers, is de werknemer nog steeds in dienst en toets de rechter, zij het in hoger beroep, of
de overeenkomst beëindigd dient te worden. Hier zal dan ook gebruik worden gemaakt van
een toetsing ex nunc.
Op grond van de uitspraak (HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:284, RAR 2020/75) van
de Hoge Raad van dezelfde datum als de Victoria-beschikking geldt dat er ex tunc getoetst
moet worden wanneer het ontbindingsverzoek door de kantonrechter is toegewezen. In het
civiele procesrecht is het uitgangspunt dat het hoger beroep zowel bedoeld is voor een
beoordeling van de juistheid van beslissing van de lagere rechter als voor een nieuwe
behandeling en beslissing van de zaak, waarbij de rechter in hoger beroep heeft te oordelen op
basis van de feiten zoals die aanwezig waren op het moment van de beslissing.
UWV
Het UWV is de instantie die de redelijke grond toetst en vervolgens de werkgever al dan niet
toestemming kan geven op basis waarvan deze kan overgaan tot een ontslag van de
werknemer (art. 7:671 lid 1 onder a BW). Bovendien heeft de wetgever een
herkansingsmogelijkheid willen bieden wanneer partijen zich niet kunnen vinden in het
besluit van het UWV. Het toetsingsmoment in eerste aanleg is dan ook het moment waarop
het UWV de beslissing heeft genomen.
In het laatste onderdeel, heeft een werknemer zich na het UWV-verzoek ziek gemeld en is
arbeidsongeschikt verklaard. De Hoge Raad oordeelt hier dat een ziekmelding voor de
ontslagaanvraag bij de kantonrechter, maar na een UWV-verzoek niet in de weg staat van een
ontslag en het ontslagverbod als gevolg van ziekte niet van toepassing is. Dit strookt niet
compleet met hetgeen hier eerder genoemd is, namelijk dat het toetsingsmoment het moment
is dat het UWV beslist. In onderhavig arrest, is anders besloten en is de tijd tussen de
beslissing van het UWV en het kantongerechtigd, zijnde de ziekmelding van de werknemer,
meegenomen. Dit is dus niet helemaal toetsen op het moment dat het UWV een beslissing
neemt. Om dan ook antwoord te geven op de vraag, dient mijns inziens een toetsingsmoment
te worden bepaald naar de omstandigheden van het geval, waarbij wel zoveel mogelijk moet
, worden gekeken naar de handvatten betreffende het toetsingsmoment gegeven in de hierboven
beschreven Victoria-beschikking.
Werkgroep 2
A Hier is sprake van een collectief ontslag, aangezien meer dan 20 mensen worden ontslagen
om bedrijfseconomische redenen. De grens bij een collectief ontslag ligt op 20 personen
volgens de wet melding collectief ontslag, art. 3. Volgens dit zelfde artikel moet dan een
melding worden gemaakt aan zogeheten vakorganisaties, oftewel vakbonden, waarmee
mogelijk tot een sociaal plan kan worden gekomen of de ontslagen te verminderen, dan wel
dragelijker te maken. Daarnaast moet ook melding te worden gemaakt aan het UWV
betreffende dit collectieve ontslag.
Naast deze melding moet ook rekening worden gehouden met de
Wederindiensttredingsvoorwaarde die vereist is voor de toestemming van het UWV. In casu
is niet gelet op een mogelijke wederindiensttreding voor Timmer met een functie die min of
meer dezelfde vereisten heeft. 7:699 lid 1.
B Het betreft hier een ontslag als gevolg van bedrijfseconomische redenen, zoals beschreven
in 7:669 lid 1, dan wel lid 2 sub a. In de MvT bij de wwz kunnen tal van situaties hieronder
worden geschaard, die aanleiding kunnen zijn voor het vervallen van arbeidsplaatsen.
Voorbeelden hiervan zijn: een slechte financiële toestand, werkvermindering, reorganisaties,
technologische veranderingen, verplaatsing van de onderneming, het verdwijnen van
subsidies, het beëindigen van bedrijfsactiviteiten, etc. Het benoemen van herstructurering van
de onderneming, dan wel reorganisatie wordt in casu niet als afdoende beschouwd. House
Design zal zich dus moet verweren door de herstructurering te onderbouwen, en meer
specifiek zijn noodzaak aan te tonen. Dit kan door middel van het aantonen van de huidige
heftige concurrentiestrijd die er heerst, technologische innovaties die moeten plaatsvinden om
het bedrijf draaiende te houden en een verhoging van de prijzen. Dit heeft als gevolg dat
schaalvergroting gerealiseerd dient te worden en dat er arbeidsplaatsen (kunnen komen te)
vervallen die niet meer vereist zijn.
5 bedrijfseconomische redenen: slechte financiële situatie, werkvermindering,
organisatorische of technologische veranderingen, bedrijfsverhuizing, beëindiging van de
werkzaamheden van de onderneming.
C Sinds de wwz is ingevoerd is herplaatsingsverplichting van de werkgever in de wet
opgenomen, in art. 7:699 lid 1. Van de werkgever wordt verwacht dat onderzoek wordt
gedaan naar een nieuwe passende functie binnen een redelijke termijn en waar nodig met
eventuele omscholing. Op grond van de wet en bestaande jurisprudentie kan worden verwacht
dat dit een vergaande verplichting betreft, maar de Hoge Raad heeft in het Shell arrest toch
het een en ander wat genuanceerd. Hier is namelijk gesteld dat het niet gaat om een
resultaatsverplichting, maar een inspanningsverplichting. In dit arrest ging het echter wel om
een h-grond en niet om een a-grond, zoals in casu. Echter worden, net als in het Decor-arrest
ook hier redelijkheidsargumenten aangehaald. Wanneer van de werknemer redelijkerwijs niet
kan worden verwacht dat hij doorgaat, dan wel slaagt, in de herplaatsing van de werknemer.
In casu betreft dit het stelselmatig weigeren van een nieuwe plaats door Timmer en wanneer
hij dan op gesprek komt, worden arbitraire voorwaarden gesteld, als zijn vertrouwen winnen.
Van de werkgever kan op dat moment redelijkerwijs niet worden verwacht nog meer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper thomas_zz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.