s.salek 2022-2023
Bouwtechnieken
Les 1 : introductie les
1) Vraag(stelling)
Client naar architect
Wat gaan men bouwen?
Tools om vraagstelling te voldoen
2) Antwoord
Bouwproces + antwoord
3) Gebruik
4) Return
Positieve return aan maatschappij
Zowel op sociaal als ecologisch vlak
1.VRAAG
Duurzaamheid = (ecologie)uithoudingsvermogen van systemen en processen
vb. een bos is een duurzaam biologisch systeem
vb. hout vs beton → beton heeft een groter co2-uitstoot en zout heeft een duurzaam systeem
ecologisch: energie
vereiste omgeving
economisch:
slijtage,
financiering sociaal
bouwmaterialen,
haalbaar ,..
Architectuur steunt op deze drie pijlers
DUURZAAM bouwen
1. Ecologische dimensie (belang aan locatie)
Bouwsector verbruikt 50% van grondstoffen, belangrijk om biodiversiteit en de fauna te
bewaren
Nood aan alternatieven en systemen als cradle-to cradle
2. Sociale dimensie (toegankelijkheid)
,s.salek 2022-2023
90% tijd besteden we binnen als mens dus belang aan een goed binnenklimaat
Voorwaarden: lucht- en thermisch kwaliteit, visueel en akoestisch comfort
3. Economische dimensie (mobiliteit)
Vernieuwing en instandhouding van bebouwde omgeving
Goede economische bedrijfsvoering
Focus op innovatieve ontwikkeling
LOCATIE
Vragen in verband met de ligging/positie, link van een gebouw met haar omgeving vb
waarom bepaalde plekken industrieel of groen zones worden?
RUP = ruimtelijk uitvoeringsplan →plan waarmee de overheid in een bepaald gebied de
bodemstemming vastlegt
ORIENTATIE
Zon als verwarmingselement
KLIMAAT
Klimaatzones bepalen de diverse bouwtechnieken dus vb Verschil van polaire zone/
evenaar zone
VOOR WIE ?
1/6 mensen op aarde leven in heel slechte woonomstandigheden vb 3de wereldlanden
Vb met elemental arevena
1. To think and design better neighborhoods, infrastructure, promote social development,
… → to overcome poverty
2. Be build under the same market & policy conditions
3. Return investment over time
2.ANTWOORD
slim
bouwen
buiten facet ,(zon,
schaal) binnen facet
(zonering ,comfort)
,s.salek 2022-2023
ZON
Z : leefruimtes, warmteopslag, …
N: vooral slaapkamers en kantoorruimtes
Werken met zondiagrammen
SCHAAL
Inrichting v/d ruimte, hoe het verbeterd kan worden vb. bestemmingsplan, travébesluiten,
cartografie, hydrologie, bodemkunde
Leefbaarheid en economisch belang zijn in tegenstelling : economisch vs milieubelangen
ZONERING
Gebouw beheerbaar maken vb 1ste wolkenrabber NY (forms follows function)
COMFORT
Hangt van van persoon tot persoon (psychologisch & geest)
MATERIAAL
Productieproces, grondstof, uitstoot transport, ….
3.GEBRUIK (bouwcultuur/methodiek)
COMFORT moet voldoen aan eisen (die cultuurgebonden zijn )
VERBRUIK(trias ecologia)
1. Beperk je vraag
2. Kies voor hernieuwbare bronnen
3. Gebruik eindige bronnen zo efficiënts mogelijk
ONDERHOUD
Duurzaamheid, veiligheid, bruikbaarheid, comfort,… vb verwarmingsinstallatie
Reactief = zodra er een klacht is
Proactief= periodiek en preventief ( strategische plekken = vb plaatsen waar ventilatie
zichtbaar is, gemakkelijk voor onderhoud)
Additief = hangt af van gebruikstermijn
, s.salek 2022-2023
4.RETURN
nagaan of het gebouw een positief/neutraal/negatief impact heeft
return impact
vb
antwoord
duurzaam ontwerp
gebruik
stedelijke gebruik
opgeving, instalatie warmtepomp
orientatie
Les 2 : concept
1.BUITENOMGEVING
a) onze planeet
schaduwen zijn kleiner in de zomer en
vice versa met winter
zonneboog
evenaar → // verschuiving t.o.v de O-W
as licht 12/22h
temperatuur zone → winter kouder
polair→ zon loopt volledig door zomer, niet geval van winter
zonnestanddiagram duidt de zonnestanden doorheen jaar vb zomer (NO), Winter (NW-
NO)
b) klimaat
1. macroklimaat = een groot gebied waarbij een gelijke klimaat heerst (ecosysteem)
2. mesoklimaat = lokaal klimaat → bergen en dalen (grote landschapselementen), T
neemt af met hoogte en neerslag neemt toe
T dicht bij een wateroppervlakte b-veroorzaakt ook een afkoeling
3. microklimaat = hangt af van de omgeving (stad vs bos)
T in steden is hoger door vb asfalt (gebruik van donkere materialen) = hitte-eilandeffect
T in bossen lager door afkoeling door schaduwen en hoger luchtvochtigheid
factoren klimaat
hoogte van de zon → hoekafstand v/d on t.o.v aarde
duur van een dag
afstand van aarde t.o.v zon
insolatie = hoeveelheid licht die op een stuk aardoppervlak invalt
geografisch factor → land-zee-ijs verdeling / koel-lij-droogzijde
luchtdrukzones (wind) → geheel van atmosferische stromingen tussen lagere en hogere
breedten en tussen oceanen en continenten (l = warmer)