Inleiding
H1: Inleiding: criminaliteit in het alledaagse leven
Krantenknipsels
Be vrouwen vaak so van verkrachting
o Vragen over vergelijkend perps, definities bv Be ruime definitie van verkrachting
o Bv Syrië weinig verkrachtingen andere def, minder geregistreerd
“Het strafwetboek stamt uit de tijd toen men diefstal even erg vond als losse handjes” – K. Geens
o Wat wij erg vinden, kan veranderen doorheen de tijd: vroeger vooral eigendomsdelicten
erg, nu delicten tegen de fysieke integriteit erg
Putin approves legal change that decriminalizes some domestic violence
o Decriminalisering: reden = cocon van familie heilig, afzetten vh westen op deze manier
Aanpak genitale verminking hoog op de agenda
o Maar in werkelijkheid nauwelijks aangiftes
Cannabis legaliseren of hard vervolgen?
In België geen aandacht voor loverboys = tienerpooiers (artikel van 2015)
o Later term loverboys minder gebruikt, fenomeen in opmars
Oproepen geven gevoel van onveiligheid
o Rust, analyse itt sensatiezucht van andere mediaberichtgeving
o Wijze waarop cri wordt gerepresenteerd in de sl: hoe staan artikels in media?
H2: Wat is criminaliteit?
Def criminaliteit evolueert, verandert: criminaliteit = sociaal geconstrueerd (afspraken en conventies)
Wat is dan de kern van cri?
Schade
o Te beperkt om als lijm te fungeren (want bv roken wiet is niet schadelijk)
Te maken met ongewenst/immoreel gedrag?
o Gedrag dat we afkeuren en daarom in de strafwet belandt
o -> ook te beperkt: veel vormen van afkeurenswaardig gedrag komen niet in het
strafwetboek terecht
Wat zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen onder de noemer van criminaliteit worden begrepen?
o ahv versch def proberen zoeken
Definitiekwestie= !! voor de criminologie want definities bepalen, hebben invloed op allerhande zaken:
1. Het voorwerp van de criminologie
2. Hoeveel criminaliteit?
o Wat moeten we tellen? Hoe moeten we tellen? Is tellen wel zinvol?
o Cfr criminografie, discussies over zin en onzin van criminaliteitsstatistieken en surveys,
kwantitatieve vs kwalitatieve onderzoeksmethoden,…
3. Wetenschappelijk karakter van de criminologie?
o Fundamenteel of toegepast?; Zelfstandige wetenschap of hulpwetenschap?
Indien criminologie strafrechtelijke definities aanvaardt, is het een toegepaste
wetenschap (voorwerp wordt van buitenaf aangereikt)
Sellin: criminologie is een ‘bastard science’ -> kan enkel groeien door de sociale
plaag die anderen reed gedefinieerd hebben
4. Theoretische en methodologische voorkeuren van de criminoloog
1
,2.1 Alledaagse definities van criminaliteit
Alledaagse def = definiëren van criminaliteit uit eigen ervaring
Rol van eigen ervaringen en achtergronden
Kunnen heel verschillend zijn (bv anders bij dader – so – politieman)
o De verwachtingen die we hebben tov strafwet
o Ernstperceptie
Afh v belang vd geschonden norm, de aard vh slachtofferschap en de aard en
zwaarte vd juiste reactie
Hoe zichtbaarder schade/leed, hoe ernstiger men een delict zal vinden
o …
De rol van de media
! rol in vormgeving en de selectie van bep misdrijffenomenen
o Bepaalt in hoge mate onze criminaliteitsbeelden
o Bv sensationele berichtgeving
o Bv sommige misdrijffenomenen in de hoek gedrukt tov andere vormen die sterker worden
opgelicht: geweld > vermogens
Want spannend, sensatie, fascinerend
Vormt een lens waarmee we gaan kijken naar cri, heeft invloed op hoe cri gezien w in het
alledaagse leven
Aandacht voor bepaalde misdrijven:
o Geweldssfeer, seksuele sfeer sterker aan bod
Terwijl vermogensmisdrijven meer voorkomen
o Boemanconcept: ‘de veronderstelling over misdadigers, waarin op irrationele gronden
negatieve kenmerken aan hen worden toegeschreven’ = misdrijfpleger als boeman = folk
devil zwart-wit denken
o Telelensreflex: ‘Veel zien van heel weinig en zonder context. Meestal het schokeffect van
een misdaad zien’ = inzoomen op het fenomeen zonder dat de ruimere context erbij
betrokken wordt
Bv veel media-aandacht voor 1 enkel geweldsmisdrijf met dodelijke afloop
Aandacht voor de straf: sterke focus op de straf (zwaarte,..)
Aandacht voor bepaalde groepen: jongeren, subculturen
Media en publieke verontwaardiging: uitdrukken van publieke verontwaardiging
Ook overheidsinstanties hebben invloed op de selectie van wat als nieuwswaardig w geacht
2.2 Strafrechtelijke definities van criminaliteit
Criminaliteit = wat in het strafwetboek staat, wat door de strafwetgever is strafbaar gesteld
Tijd- en plaatsgebonden
Def verwijst naar het proces van strafbaarstelling: criminaliteit komt tot stand als gevolg van
juridisch-politieke besluitvormingsprocessen
Strafrechtelijke definitie en rol vh overheidsoptreden: aandacht op processen van (de)criminalisering
Criminalisering = iets krijgt het etiket ‘crimineel’
o Primaire criminalisering = strafbaarstelling, wetgever bepaalt dat bep gedraging strafbaar is
o Secundaire criminalisering = optreden van instellingen die betrokken zijn bij de
strafrechtelijke handhaving (opsporing, vervolging, berechting, bestraffen)
Decriminalisering
o De facto = geen vervolging en opsporing meer
o De jure = uit strafwetboek schrappen
2
,Waarom (de)criminaliseren? Drie perspectieven:
Consensus
o (De)criminaliseringsprocessen w gedragen door de hele SL
o Eensgezindheid over wat er in het Sw moet komen/ wat eruit verwijderd moet worden
o SL = goed geïntegreerde sl waarin mensen het eens zijn over goed en kwaad op gelijke
wijze kijken naar gedragingen die afkeurenswaardig zijn
o Strafwet weerspiegelt de ideeën vd sl
o Staat als instrument om gedeelde moraal tot uitdrukking te brengen
o Cf. Durkheim: criminaliteit = een teken van collectief bewustzijn
Criminalisering vindt plaats op een probleemloze manier; werpt weinig discussie op
Pluralisme
o SL = geheel van verschillende groepen met uiteenlopende opvattingen (over wat
criminaliteit behoort te zijn), waarden en belangen groepen kunnen botsen
o Strafbaarstelling niet probleemloos; vloeit niet voort uit collectief bewustzijn, MAAR
mensen zijn het wel eens over de wijze waarop (democratisch proces) criminalisering
gebeurt
Geen onenigheid over de procedures = grote verschil met conflictpersp
o Neutraal niet- waarden- en belangen-gebonden systeem van regels dat functioneert in het
algemeen belang
Conflict
o SL is fundamenteel onrechtvaardig georganiseerd
o Strafrecht is een machtsinstrument
Strafrecht op zich als instrument die ten dienste staan van de heersende klasse (cf.
Marx) structuren op zich w in vraag gesteld
2.2.1 Deviantiesociologie en aandacht voor processen strafbaarstelling
Deviantiesociologie en proces van etikettering (labeling theorie, Becker)
Rol reacties op deviant gedrag: reacties ipv acties staan centraal (met strafbaarstelling als een
belangrijke vorm van reageren)
o Itt Lombroso: sterke focus op individu
o Blik van individu verschuift naar instellingen die zich richten op strafbaarstellingen
(secundaire criminalisering)
o Ook de ‘labelers’ worden voorwerp van criminologisch onderzoek
Gedrag is niet inherent afwijkend, afwijkend gedrag is gedrag dat men zo noemt
Causaliteitsvraagstuk (hoe ontstaat criminaliteit) w complexer
Aanvankelijk: exclusief gekeken naar externe oorzaken
Deviantiesociologie: ook kijken naar de invloed van instellingen
Sociale controle-instellingen (instellingen van secundaire criminalisering) komen in het vizier
Niet alleen kijken naar de overtredingen, maar ook naar het etiketteren van gedrag als wel of niet
afwijkend en de effecten van dat etikettering op degene die als zodanig w bestempeld
Primaire deviantie: mensen overtreden regels, wetten
Secundaire deviantie: verderzetten van cri vooral gevolg van reacties op primaire deviantie
o kan leiden tot het ontstaan van een criminele identiteit
o reacties zelf kunnen criminogeen zijn t.g.v. impact van de stigmatiserende stempel
‘Aanvankelijk dachten we deviantie leidt tot controle , maar omgekeerde is ook interessant: sociale
controle leidt naar deviantie’ (Lemert)
3
, 2.2.2 Morele verontwaardiging en morele kruisvaarders
Criminaliteit als ‘sociale constructie’
Niets is inherent crimineel
Inhoud vh begrip ‘criminaliteit’ w bepaald door afspraken en conventies die door mensen gemaakt
worden
De rol van de media bij ‘deviance amplification’
Deviance amplification = het versterken van deviantie
Media aanzien als versterker: zorgt ervoor dat feiten op een versterkte manier onder de aandacht
komen
De rol van ‘morele kruisvaarders’
= bepaalde individuen/groepen die bepaalde problemen onder de aandacht brengen
Mobiliseren, eisen zwaardere straffen/criminalisering voor bepaalde fenomenen
o Vb. zwaardere straffen tov roesmiddelen
2.2.3 Stanley Cohen en ‘morele paniek’
Morele paniek hangt samen met de wijze waarop bepaalde dingen onder de aandacht komen van het
publiek
Mods (moderne groep) vs. Rockers (ruwere bende)
o Conflicten ontstaan tussen beide groepen
Cohen onderzoekt hoe deze conflicten worden beleefd en uitvergroot bij jongeren, in de rechtbank
en in de media 3 verschillende beelden van zelfde realiteit
o Toont aan hoe reacties op zich belangrijk zijn in de criminologie
Overreageren, disproportionele reacties vd media, de politici en het publiek
morele paniek over vorm van cri
Vaak gebruik om zorgen kenbaar te maken over de ontwikkeling van normen,
waarden en omgangsvormen vd volgende generatie
o Ook reacties van de controle-instellingen
5 elementen van morele paniek
(1) Bezorgdheid: vooral over de negatieve impact vh fenomeen op de SL
(2) Vijandigheid tov. bepaalde groepen = de boemannen, de ‘folk devils’, zij vs. wij
(3) Consensus over dat het gaat om een bedreiging voor de SL
(4) Disproportionaliteit van de reactie tov de ernst vh fenomeen, overmatig reageren
(5) Volatiliteit: vluchtigheid: paniek komt en gaat weer, geen permanent gegeven
2.2.4 Contextueel constructivisme van Joel Best
Onderzoekt hoe nieuwe criminaliteitsfenomenen ontstaan bv stalking:
Hoe identificeert een SL bepaalde gebeurtenissen of incidenten als ‘problematisch’ en komt het o.m. tot
strafbaarstelling?
Gebeurtenissen worden geïdentificeerd als problematisch
Dit kan leiden tot strafbaarstelling
4