FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
INLEIDING
= vermogensrecht van de familie -> geld, schulden, verordeningen
MAAR allimentatie > inkomensvraag > familierecht > GEEN vermogensvraag
Familie = kerngezin? ↗︎aandacht voor meersamengestelde gezinnen
Vooral op ordinair gezin geacceerd MAAR nood aan meer evolutie > op naar
relatievermogensrecht
Kijken wat nodig vanuit recht om intiem, duurzaam koppel te helpen
Vandaag vooral op HUWELIJK
o Wat met polygamie? > contractueel
Wat is functioneel verantwoordbare verschil getrouwd-feitelijk samenwonen? Regels kunnen
zeer onverantwoordbaar
Men kan stiefkind betrekken maar geen volwaardig antwoord in erfrecht
Art. 213 BW: hulp, bijstand, trouw & samenwonen >> samenwonen in NL weg
Echte trouw = verantwoordelijkheid, trouw aan relatie
MAAR ons systeem: alles op u naam zetten en andere in de koude zetten (onverantwoorde
trouw)
Na echtscheiding: man rijker & vrouw armer
Wat je samen hebt opgebouwd moet je delen: scheiding van goederen al iets meer
Ideologische rechtstak: maatschappelijk + iedereen komt er mee in contact
Wettige regel GEEN eindpunt MAAR waardenafweging op dat moment
ZELFS met hervormingen nog conservatief: gendergelijkwaardigheid heel recent
Ons recht moet meer openstaan
Trouw aan relatie = mensen engagement aangaan
Uit elkaar gaan op faire manier
GEEN statistieken in BE
Bij invoeren homohuwelijk: is het wettelijk stelsel wel aangepast?
o Emancipatie-actie: denkt niet aan nuances
o Gelijk ≠ gelijkwaardig
o Noodzakelijk zelfde wettelijk stelsel?
SECUNDAIRE STELSELS: WERKING TIJDENS HUWELIJK
AFDELING I WETTELIJK STELSEL
Art. 215 BW: bescherming gezinswoning ZELFS bij scheiding der goederen
NIET verkopen zonder instemming partner
Art. 217 BW: kosten gezin eerst betalen, overschot > besparingen
Wat doen met die besparingen? Huwelijksok -> kernvraag secundair stelsel
Art. 222 BW: schulden verantwoordelijk
Bv. Vrouw hoofdelijk schulden betalen
Art. 224 BW: schenden belangen gezin door borgstellingen, schenkingen, …
Kan w nietigverklaard & dwingende bescherming
§1 Situering
Koppels onderworpen aan primair stelsel en secundair huwelijksvermogensstelsel
Primair stelstel = rechten en plichten gehuwden
o Art. 213 BW
1
, o Persoonlijke en paar vermogen
o Dwingend recht > vrijheid vermogen
Secundair stelsel = vermogenssituatie
o Geen huwelijkscontract DUS suppletief
o Wettelijk stelsel
Mogelijkheden:
VOOR huwelijk een huwelijksovereenkomst bij notaris (conventioneel stelsel)
o Gemeenschap of scheiding van goederen (“ontrouw”)
Doen dit niet, volgens rechtswege onder wettelijk stelsel
o Art. 2.3.12, eerste lid BW
o Ook residuair v toepassing op diegene die huwelijkscontract sloten (art. 2.3.52 BW)
o Van toepassing bij voltrekking huwelijk (art. 2.3.10 BW)
Tijdens huwelijk een huwelijksovereenkomst sluiten
o = wijzigingsakte
o Voorschriften naleven: art. 2.3.8 en 2.3.9 BW
§2 kwalificatie van de vermogens
Wettelijk stelsel berust op 3 vermogens: (art. 2.3.18 BW)
Eigen vermogen van elk beiden echtgeoten
Gemeenschappelijk vermogen beide echtgenoten
Midden tussen solidariteit tussen echtgenoten en behoud autonomie en individuele
vermogensvrijheid
Autonomie = niets regelt vermogensrechtelijk vlak, eigen vermogen (art. 2.3.39 BW)
Zuivere scheiding goederen (wettelijk/feitelijk samenwonen)
Solidariteit = alles delen (art. 2.3.29 tot 2.3.38 BW)
De deugd zit in het midden
Geen neutrale houding, primeert het gemeenschappelijke (= spons)
Alles gezien in voordeel van gemeenschap (= alles behalve bewijzen) = presumptio communis
Bv. Na 2j huwelijk: €2.5M erven > gezamenlijk MAAR na 3j partner vreemd gaan: wil scheiden
Partner krijgt helft erfenis: full solidariteit gaat te ver
Wettelijk stelsel evolueren naar systeem van sharing van aanwinsten tijdens huwelijk zijn
aangewerfd
Achterliggende ratio: solidariteit met trouw aan relatie
o Fair om te delen bij scheiding? (vraagstuk 2)
GEEN erfenis & schenking
GEEN voorhuwelijks vermogen (> niet in gemeenschap)
Wat je opbouwt tijdens relatie uit beroep, besparingen, beleggingen (=
aanwinste)
o Vermogen niet gebonden aan huwelijk = eigen
Sensu lato aanwinsten = ook die uit eigen vermogen
Billijk vermogenssysteem: ‘dwingend opleggen met plafond’ (bv. Profvoetballers, …)
o Indien goed inkomen verzorgt: vallen onder gemeenschap
o Ideologische politieke keuze: solidariteit hoog
3 vraagstukken:
1. Going concern: vermogen tijdens relatie? (bv. Bestuur, aandelen, verhalen, …)
2. Wat bij ontbinding stelsel/huwelijk door echtscheiding?
2
, 3. Wat bij ontbinding door overlijden?
o Relatie stop: andere aard <-> relatiebreuk
NL: inkomsten uit goederen zijn eigen
BE: maakt niet uit van waar inkomen komt DUS gemeenschappelijk
MAAR stelsel laat afwijkingen toe > huwelijkscontract
Hoe ver kan ik gaan: gemeenschap goederen <-> scheiding van goederen (andere regels)
Demarcatiecriteria: ligt bij beroepsinkomsten
Bij elk huwelijksco kan je zeggen: stelsel gemeenschap OF scheiding bij toep. Demarcatiecriteria
o Uit clausule beroepsinkomsten: van rechtswege & onmiddellijk in gemeenschap ->
gemeenschap van goederen
o Gemeenschap en mogelijk afwijken voor vermogen uit goeeren
o Clausule kan heel erg op maat: bv. Behalve inkomsten aandelen van die nv (precies en
duidelijk geformuleerd)
§3 Werking wettelijk stelsel
Art. 2.3.22, §3 BW: alle goederen gemeenschap tenzij bewezen dat ze eigen zijn
Alles vermoeden van gemeenschap, tenzij bewezen
Specifieke bewijsregels: art. 2.3.20 BW
Eigen goed finaal gepaard gaan met eigen schuld en gemeenschappelijk goed met
gemeenschappelijke schuld
Tav derden moeilijker: bewijzen ahdv limitatief opgesomde wettelijke bewijsmiddelen
Lijst van eigen goederen
Bewijskracht tussen echtgenoten onderling & volgens meerderheid niet tegenwerpelijk
aan derden
o Notariële akte is tegenwerpbaar aan 3e (met vaste datum) TENZIJ tegenbewijs
o Niet voorbeslag gemaakt
o Meerderheid: rechter bvgh om te beslissen
Bij betwisting rechter soevereine appreciatiebevoegdheid
Bv. Factuur auto niet genoeg: bewijzen uit eigen vermogen
§4 baten, activa van eigen vermogen
BATEN VAN DE EIGEN VERMOGENS
Goederen eigen door hun oorsprong (art. 2.3.17 BW)
o Goederen en schuldvorderingen die aan elk echtgenoten toebehoren op dag van
huwelijk
Datum eigendomsverwerving determinerend
Ook verkregen ingevolge vervulling voorhuwelijkse opschortende of
ontbindende voorwaarde zijn eigen (retro-actieve werking art. 1179 oud bw)
o Verkregen door erfenis, testament of schenking
Tenzij uitdrukkelijk bepaald dat goederen gemeenschappelijk zouden zijn (art.
2.3.22, §1, 3° BW)
Goederen eigen uit hun aard (art. 2.3.17-2.3.18 BW)
o Accessoria: eigen mits vergoeding
Aandelen: eigen indien ingeschreven eigen gelden, voor huwelijk, erfenis of
schenking
Gemeenschappelijk indien gemeenschaps geld ingetekend
Tijdens huwelijk intekenen op nieuwe aandelen: gemeenschap? NEE toebehoren
aan andere aandelen: statuut is eigen
Statuut goed staat los van zijn financiering
Statuut goed: gemeenschap of eigen (> mog correctie 3 bollen bis theorie)
Statuut goed bepaald door wet: kunnen conventioneel van afwijken
Bv. Grond eigen (erf) dus huis erop ook eigen MAAR “nestjessyndroom”
3
, o Statuut veranderen: gemeenschap maken of eigen (behalve beroepsinkomsten) ->
uittrekking/natrekking
o Grond inbrengen in gemeenschap: condities opleggen
Bv. Statuut huis eigen MAAR funding gefinancieerd afbetaald door beide & rest door spaargeld
man en vrouw
o Moet je compenseren
o Eigen vrouw <- gemeenschap ⇆ eigen man => rechtzetten bij ontbinding stelsel
o MAAR vrouw -> man: geregeld BUITEN de stelsels (bv. Terug na 6 maanden, ook al nog
samen)
Regel van de vergoeding: principe solidariteit
o Regel van nominalisme (= terug wat betaald)
o Wet: onvolkomen valorisme (= volgens waarde vh goed waarin geïnvesteerd is)
o Onvolkomen = enkel meegaan in + en niet in –
Zaakvervanging (art. 2.3.18 BW)
o Punt 4: ingewerkt op het statuut
o Eigen -> gemeensch investeren -> vergoeding
o Gemeensch huis maar financiering kan statuur vervangen -> eigen
o Bv. Appartement gemeensch: man bewijzen betaald uit erfenis > zaakvervanging?
Belegging: appartement eigen van de man
o Verband zaakwaarneming en vergoeding
o Niet mog af te wijken principe van vergoeding (Cass 2007)
o WEL ad hoc modaliteiten vergoedingen aanpassen maar niet raken aan principe
Belegging en wederbelegging
o Sprake indien echtgenoot goed verwerft met eigen gelden
o Wederbelegging = eerst eigen goed w vervreemd, waarna dan met opbrengst daarvan
nieuw goed w aangeschaft
Gewone onroerende (weder)belegging
Art. 2.3.21, eerste lid BW
Echtgenoot heeft meer dan de helft betaald -> eigen
Dubbele formele voorwaarde: verklaring wederbelegging + aantonen
meer dan de helft met eigen middelen -> bescherming gemeenschap
o Dan appartement eigen + vergoeding geld gemeenschap
Vervroegde onroerende (weder)belegging
Gemeenschap prefinancieerd goed en echtgenoot die eigen goed wenst
te verwerven pas later tot terugbetaling kunnen overgaan
Sympathie eigen vermogen
Akte van vervroegde wederbelegging: binnen 2j terugbetalen (meer dan
helft) en vanaf dan statuut van eigen
Komt niet vaak voor in praktijk
Roerende (weder)belegging
Geen verklaring wederbelegging
Geen jurist aanwezig
Later mog niet meer aantonen ‘eigen’
DUS bewijsstukken bijhouden
Individuele levensverzekeringen
o Art. 2.3.18, 5° en 6° BW: “de rechten verbonden aan personenverzekering door de
begunstigde zelf gesloten, die hij verkrijgt bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de
ontbinding van dat stelsel”
o A (verzekeringsnemer) > B > A: vrouw overlijdt, ik krijg vergoeding
4