Sociale Grondrechten verkennen Sociaal Werk AHS
Inleiding sociale grondrechten
● 1831: Nationaal congres - zeer liberale en vooruitstrevende grondwet
○ Heel wat persoonlijke vrijheden werden er in opgenomen
○ De overheid mag daar niet aankomen en moet die respecteren
● De Belgische Grondwet is een geschreven grondwet, die meer dan 200 artikelen bevat
○ Indeling en samenstelling van federaal België
○ Bevoegdheidsverdeling tussen de onderscheiden gezagsniveaus en de taken van de
gezagsorganen
○ Fundamentele rechten en vrijheden van de burger
bv. Het recht op een menswaardig leven, wat impliceert het recht op arbeid, sociale zekerheid,
behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu en culturele en maatschappelijke ontplooiing
bv. De vrijheid van en het recht op onderwijs
● Niet elk land heeft een grondwet
● Grondwet is fundamentele wet: De grondwettelijke norm komt vóór de wet en het decreet in
de hiërarchie van de normen
● Op basis van de grondwet kan België worden beschreven als een rechtstaat, een
democratische staat, een parlementaire monarchie, een federale staat en een sociale staat
● Grondwet kan niet zomaar gewijzigd worden
● Sociale grondrechten zijn sinds 1994 opgenomen in de Belgische grondwet
○ Artikel 23: “Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden”
■ Je denkt na over waar mensen sowieso recht zouden moeten op hebben en wat
je dus (sociaal) rechtvaardig vindt
■ Je kan dit vanuit verschillende invalshoeken benaderen (ethisch, religieus,
economisch, cultureel, …)
■ Containerbegrip: er bestaat niet zoiets als een unieke, juiste en dus
onveranderlijke invulling
■ Ieder zal zijn eigen accenten leggen en dit doen vanuit zijn referentiekader en
binnen de context waarin hij leeft
■ Er bestaat zoiets als een tijdsgebonden maatschappelijk aanvaarde consensus
wat het in essentie zou moeten betekenen of inhouden
■ Er bestaat zoiets als een algemeen aanvaard 'universeel fundament’, namelijk
de ‘Rechten van de Mens’
■ De invulling zal altijd de vertaling zijn van een politieke, ideologische keuze
die op een bepaald moment in de samenleving wordt gemaakt
■ Het zal continu voorwerp blijven uitmaken van debat, discussie, overleg, …
■ Het gaat om een dynamisch begrip dat een verleden met zich meedraagt, maar
ook in de toekomst zal de betekenis en invulling veranderen
1
,Mensenrechten
● De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)
○ Op 10 december 1948 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties om de basisrechten/grondrechten van de mens te omschrijven
○ Geen directe werking, de burgers kunnen er niet rechtstreeks op beroepen voor de
nationale rechter
○ Belangrijk initiatief dat als grote inspiratiebron diende voor latere, meer
gedetailleerde mensenrechtenverdragen, zowel op mondiaal als regionaal vlak en kan
als de belangrijkste mijlpaal en de morele internationale standaard inzake
mensenrechten beschouwd worden
○ De Verenigde Naties heeft ook een aantal mensenrechtenverdragen aangenomen die
zich focussen op kwetsbare personen: Verdrag status van de vluchtelingen,
Antiracismeverdrag, het Vrouwenrechtenverdrag, het Kinderrechtenverdrag en het
Verdrag inzake rechten van personen met een handicap
○ ARTIKEL 7: Iedereen moet volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden.
○ ARTIKEL 8: Je hebt het recht om hulp van een rechter te vragen, als je vindt dat je
volgens de wetten van je land niet goed wordt behandeld.
○ ARTIKEL 11: Je bent onschuldig tot je schuld bewezen is; je hebt het recht om je te
verdedigen tegen beschuldigingen.
○ ARTIKEL 16: Je hebt het recht om te trouwen en een gezin te stichten.
○ ARTIKEL 23: Je hebt recht op werk in het beroep dat je zelf kiest. Je hebt ook recht op
een rechtvaardig loon voor je werk. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk
evenveel betaald worden.
○ ARTIKEL 24: Je hebt recht op vrije tijd en vakantie.
● Kenmerken van mensenrechten:
○ Fundamentele rechten die ieder mens heeft, enkel omwille van haar menszijn, en mee
geboren wordt die niet kunnen worden afgenomen
○ Ze beschermen kwetsbare mensen zoals kinderen, holebi’s, ouderen, mensen met een
beperking, vluchtelingen, …
○ Ze beschermen jou, je hebt altijd en overal recht op deze rechten
○ Het begrip menswaardigheid staat centraal
○ Mensenrechten zijn een internationaal systeem dat de minimumvoorwaarden vastlegt
die nodig zijn om mensen in waardigheid te laten leven
○ Minimumrechten en -vrijheden die een staat haar inwoners moet garanderen opdat ze
allemaal in waardigheid zouden kunnen leven
○ De menselijke waardigheid van allen, niet de individuele vrijheid
○ Hebben zelden een absoluut karakter, ze zijn geen doel op zich, maar een middel om
een doel te bereiken
○ Doel is de absolute vrijheid van het algemeen belang
○ Gebaseerd op wederzijds respect en onderlinge solidariteit, op de eerlijke
verhoudingen tussen alle deelnemers aan onze samenleving
○ Permanente zoektocht naar eerlijke verhouding/evenwicht zodat de ene groep in de
samenleving niet de overhand kan nemen
2
, ○ Vormen 1 geheel en kunnen niet los van elkaar gezien worden
○ Waarden die onze samenleving eerlijk, rechtvaardig en gelijk houden
○ Liggen vast in ons recht en kunnen ook afgedwongen worden
○ Kunnen onder voorwaarden die zijn vastgelegd in de wet worden beperkt
○ Beperking moet in verhouding staan tot de noodzaak die we willen
● Mensenrechtenbescherming:
○ Proportionaliteit is een sleutelprincipe op basis waarvan wordt onderzocht of een
individuele vrijheid mag beperkt worden, als die vrijheid botst met de vrijheden van
anderen of met het algemeen belang
○ Beperkingen moeten wettelijke basis hebben, want we leven in een democratie
○ Mensenrechten conflicteren soms met elkaar
■ Rechten moeten tegenover elkaar worden afgewogen → rechtspraak
○ Wanneer jouw mensenrechten worden geschonden kan je op basis van dat recht
bescherming zoeken bij een rechter
Generaties van mensenrechten
● 1e generatie:
○ Burgerrechten en politieke rechten
■ Burgerrechten = de rechten die de burger beschermen tegen onrechtmatig en
ongeoorloofd optreden van de overheid, tegen willekeurige
overheidsinmenging
■ Politieke rechten = rechten die bedoeld zijn om de burger te laten deelnemen
aan het staatsgezag
○ Klassieke grondrechten zoals we ze terugvinden in onze grondwet
○ Passieve rechten = onthoudingsplicht van de overheid
○ Werking van de ‘Rechtsstaat’ moet de burger daarin beschermen (scheiding der
machten)
● 2e generatie:
○ Economische, sociale en culturele rechten
○ Sociale grondrechten opgenomen in de grondwet
○ Nadruk op sociale rechtvaardigheid
○ Appel op de overheid om sociale rechtvaardigheid waar te maken en brengt een
positieve handelingsplicht van de overheid met zich mee
○ Recht op een menswaardig leven voor eenieder mogelijk maken
○ Actieve rechten = vereist een actieve staatsinterventie
● 3e generatie:
○ Collectieve rechten/solidariteitsrechten
○ Overstijgen het individu, toegekend aan een gemeenschap
○ Omstreden en kunnen botsen met de eerste 2 generaties
Grondrechten
● Recht op arbeid
● Recht op sociale zekerheid en recht op sociale bijstand
3