Sociologie
SAMENVATTING 2020-2021
Lynn Van Heghe
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
,DEEL 1 DE SOCIOLOGIE ONTDEKKEN
1.SOCIOLOGISCHE VERZUCHTING
1.1 Wat is sociologie? Een poging tot definitie, die gelukkig mislukt
De socioloog gaat kijken naar de wijze waarop mensen leven en er wordt onderzocht hoe het komt dat mensen zo
leven.
‘De wetenschap van enigszins stabiele structuren en processen van sociale aard – Van Doorn & Lammers’
‘Vorm van sociaal onderzoek dat heel verschillende vormen aanneemt – Blackwell encyclopedia’
Þ Heel vaag
Þ Je bent er niets mee
Þ Niet één definitie
Definities helpen niet om het te begrijpen. Ze zijn handig eenmaal je iets begrijpt.
Sociologie als avontuur
Þ Jong discipline, dus levendig (veel manieren om uit te leggen)
Þ Diep verdeelde wetenschap (op niet veel plaatsen eens)
à Moeilijk te definiëren
1.2 wat de sociologie ons leert
1.2.1 De belangrijkste les
Alles in onze samenleving is contingent, maar daarom niet arbitrair.
M.a.w. Alles in onze maatschappij had anders kunnen zijn (ze zijn contingent), maar daarom zou het niet per se anders
geweest zijn. Het is niet arbitrair (willekeurig).
Alles is contingent:
Alles wat we aantreffen hadden anders kunnen zijn! Geen oorzaak waarom we iets doen zoals we het doen. Had
anders kunnen zijn.
Arbitrair:
Willekeurig => Het is niet omdat het anders had kunnen zijn, dat er geen reden is om te doen zoals we doen. Er zit wel
systematiek in.
Sociologie is een wetenschap van kansen. Het had anders kunnen zijn, A is niet altijd B maar A heeft grote kans te
leiden tot B.
≠ Exacte wetenschappen. A leidt tot B
De sociale wetenschappen hebben het bewustzijn van het sociale verspreid. Alles wat voor ons zo vanzelfsprekend en
natuurlijk lijkt kan elders totaal naders zijn, en had zich bij ons dus ook anders kunnen ontwikkelen.
1
,Voorbeeld:
Huwelijksvormen in de ‘Murkdock-flies’
Resultaten: 20% monogamie, 80% polygamie ≠
Toont contingente: huwelijk zoals wij het kennen, is variabel. Huwelijk is niet overal hetzelfde, soms vrouwen met heel
veel mannen. Niet altijd zoals bij ons.
Toont het niet-arbitraire: kan beïnvloed zijn door economische status. De manier waarop het huwelijk zich in
verschillende samenlevingen uit, is dus niet willekeurig.
1.3 Contingent, maar niet arbitrair
Þ Van: wetten en reglementen opgelegd door god of door de natuur
Þ Naar: wetten en reglementen door mensen gemaakt
1. Zeer verontrustende les. Hoe kunnen mensen regels volgen als ze het besef hebben dat ze die zelf gemaakt
hebben?
2. We zoeken verhaal dat het contingente ontkent, we willen het ontkennen
Eenmaal we het contingente aanvaarden, betekent inzicht “wij maken onze samenleving. Wij mensen zijn de
makers ervan en kunnen het dus ook veranderen!”
Rousseau 18de eeuw à civiele religie: We kunnen niet zonder regels, maar kunnen ze niet zomaar opleggen.
1 institutie die zomaar regels kan opleggen die mensen aanvaarden: religie! Mensen stellen regels van religie niet
permanent in vraag, nemen aan dat ze zo zijn ≠ letterlijk opleggen (bv. dictatuur, werkt vaak niet)
Oplossing Rousseau: burgerlijke religie. Religie die burgers aanzet om regels te volgen. Religie rond eigen waarden en
wetten à mensen massaal in onderwijs plaatsen! Taak van het onderwijs verbreden. Je krijgt beschrijving “wat is
goede burger in samenleving?”
Karl Marx: “… mensen maken hun eigen geschiedenis, doch niet onder de voorwaarden die ze zelf kiezen”
Moeilijke les binnen de sociologie: Waarom is het contingente niet arbitrair of willekeurig?
Waarom is contingente niet arbitrair?
Sociologie heeft hier geen pasklaar antwoord op, wel de rode draad.
Drie voorbeelden ter illustratie:
Þ Aanloop naar de ontwikkeling sociologie (1.3.1)
Þ August Comte: uitvinden van de term ‘sociologie’ (1.3.2)
Þ Hedendaagse discussie (1.3.3)
2
, 1.3.1 Verlichting en Tegen-Verlichting
Verlichting: verwerpen religie, kennis van natuur via wetenschap, mens moet naar zijn natuur leren leven, mens
gemaakt om zelf na te denken, kennis zal redelijk gedrag bevorderen, redelijk handelen draagt bij tot geluk en
materiële vooruitgang. Bevrijdingsdenken (van religie). Als mens zo vrij mogelijk is, alleen maar goede dingen.
Tegen-verlichting: geen positief beeld van menselijke natuur, handelen uit eigenbelang, egoïsme en onrecht, limieten
opleggen, irrationele behoeften, blind respect voor traditie.
Centrale vraag:
Kan de samenleving leven met het idee van het contingente, met het idee dat je je eigen samenleving kan veranderen?
Verlichting: Ja, Overwinning van de rede.
Tegen-Verlichting: nee, mens kan dat niet. Mens heeft nood aan limieten, extern gezag om driften in toon te houden.
Sociologie wou deze tegenstelling tussen de twee overschrijden! Nemen idee verlichting mee: maakbaarheid
samenleving. Nemen idee tegen-verlichting: respect en sociale orde komt niet zomaar. Moeten we ergens wel
opleggen.
1.3.2 Grondlegger van de sociologie: August Comte (1798-1857)
Hij probeerde dit als eerst, was ook de uitvinder van de term sociologie.
Þ Voorstander verlichting
Þ 3 stadia v/d menselijke ontwikkeling:
1. Theologische: Bovennatuurlijk stuurt samenleving
2. Metafysisch: theologische wordt abstract, in belang van de ziel
3. Wetenschappelijk denken: menselijk handelen en de samenleving worden geleid door de rede
Þ Gevoelig voor argumenten tegen-verlichting: We hebben regels nodig om samenleven te maken, het volgen
van rede zou niet automatisch tot een geregelde en goede samenleving leiden.
Maar hoe en waarom zouden mensen wetten en normen respecteren als zij inzien dat dit slechts conventies
zijn, beperkingen die worden opgelegd aan het individuele handelen en dikwijls in belangen van de machtigen.
Þ Oude religies hadden afgedaan. Hielden te weinig plaats voor de rede en religie richtte zich niet op positieve
zaken. Religie verhindert de sociale vooruitgang doordat een denkbeeldige beloning in het hiernamaals in het
vooruitzicht wordt gesteld.
Religie hoort praktische maatschappelijke doelstellingen te dienen, die de mensheid vooruithelpt.
Þ Mens heeft lot in eigen handen, maar hoe positief richten?
Volgens auteurs van de tegen-verlichting geloven dat maatschappelijke orde steunt op (bij)geloof, onverklaarbaar
respect voor gezag, verleiding door en fascinatie voor rituelen.
Twee grote krachten sturen de menselijke handeling in zijn geschiedenis:
Þ Rede (bv. Kind kiest tussen twee hobby’s, gaat voor voetbal want daar is die het best in)
Þ Emotie
3