In dit document staan alle hoorcolleges uitgewerkt. De samenvatting is een combinatie van wat er in het college gezegd wordt en wat er in de PowerPoint staat.
Mandy van den Ende
Cursus code: 2022_GIBS-IZFT.VT-19_JAAR_V_SAMENGEVOEGD
Gemaakt op 12 april 2023
1
,Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Hartactiviteit........................................................................................ 3
Hoorcollege 2: Pathofysiologie ................................................................................... 7
Hoorcollege 3: Fysiotherapie na een CVA - vroege revalidatie .............................. 12
Hoorcollege 4: Cortex (CVA-pathofysiologie en herstel) ........................................ 16
Hoorcollege 5: Samenstelling en dynamiek van bloed ........................................... 21
Hoorcollege 6: Longpatiënten in beeld .................................................................... 24
Hoorcollege 7: Fysiotherapie na een CVA - late revalidatie .................................... 27
Hoorcollege 8: Ernstige dyspnoe ............................................................................. 30
Hoorcollege 9: Dyspnoe en sputumretentie............................................................. 34
Hoorcollege 10: Klinische inspanningsfysiologie & -limitaties & CPET ................ 37
Hoorcollege 11: Cognitieve functies ........................................................................ 39
Hoorcollege 12: Hartfalen en klepafwijkingen ......................................................... 43
Hoorcollege 13: Poliklinische hartrevalidatie .......................................................... 49
Hoorcollege 14 Technologie in de revalidatie .......................................................... 53
Hoorcollege 15: Fysiotherapie bij mensen met dementie ....................................... 55
2
,Hoorcollege 1: Hartactiviteit
Bloedsomloop
De a. pulmonalis komt uit de rechterventrikel en het vervoerd zuurstofarm bloed.
Als je kijkt naar de a. pulmonalis bestaat het uit 2 buizen.
Het bloed gaat via de venae cavae (uit de extremiteiten) door het atrium naar het
ventrikel en die stuurt het zuurstofarme bloed door de arteria pulmonalis die naar de
longen gaat. Wanneer het in de longen is geweest wordt het zuurstofrijke bloed door de
vena pulmonalis naar het linker atrium gestuurd en daarna stuurt de linkerventrikel het
naar de rest van het lichaam.
Als het bloedvat van het hart afgaat, noem je het een arterie, meestal zuurstofrijk. a.
pulmonalis is een uitzondering.
Wanneer het vat naar het hart toe gaat, noem je het een vena, meestal zuurstofarm
behalve v. pulmonalis.
Bij de ejectiefase gaan de semilunaire-kleppen open. Dit is de
uitstroomfase, waar het bloed weg gaat van het hart. Het bestaat uit de
pulmonary kleppen en de aortakleppen.
Het is niet zo dat de kleppen eerst opengaan en dat dan het bloed door
stroomt. Maar eigenlijk is het zo dat de actie is dat de druk zo groot wordt dat
wanneer de ventrikels samentrekken de kleppen opengeduwd worden. De
kleppen gaan passief open en dicht onder invloed van drukverschillen.
Dit proces hoort bij de systole. De ventrikels trekken samen en het bloed
wordt weggepompt.
In de rustfase heb je een diastole. Dit is wanneer de ventrikels
ontspannen zijn en er bloed naar binnen kan stromen. Hierbij sluiten de
semilunaire kleppen. Ook dit gebeurt door drukverschil. Wanneer de
druk weg is, wordt de ventrikel groter en zullen de semilunaire kleppen
daardoor sluiten. Tegelijk wordt er vanuit de vena cava inferior en
superior (onderste en bovenste holle ader) bloed weer terugstroomt
naar het hart. Dit komt in het Atrium, wanneer de druk hier hoog wordt
zullen de AV-kleppen openen. Deze worden dus ook passief opengedaan en
gesloten. Ook heb je de contractie van het atrium, wat ervoor zorgt dat de druk nog hoger
wordt. De linker AV-klep is de mitralisklep (2 delen) en de rechter AV-klep is de
tricuspidalisklep (3 delen). Elke seconde gebeurt dit samentrekken (systole) en ontspannen
(diastole).
Om dit goed te laten verlopen is het belangrijk dat het
hart zelf ook voldoende zuurstof en voedingsstoffen
krijgt, dit gebeurt door de coronaire circulatie. De rode
vaatjes langs het hart zijn de arterieën van de coronaire
circulatie, de kransslagaders. Aan de voorkant ligt de
linker coronaire arterie, en iets verder aan de zijkant de
rechter coronaire arterie. Beide kransslagaders komen
uit de aorta vlak na de semilunaire kleppen en hebben
vertakkingen op het hart. Wanneer de kleppen opengaan
(ejectiefase) worden de kransslagaders niet doorbloed.
Pas wanneer de kleppen weer dicht gaan zullen deze
bereikbaar zijn. Ongeveer 4/5% van de totale
bloedstroom gaat naar de coronaire circulatie.
Als er een verstopping in een kransslagader zit, kan een
deel van het hart geen zuurstof en voedingsstoffen meer
krijgen. Bij een volledige verstopping noemen we het een hartinfarct. Afhankelijk van de plek
waar de verstopping zit is er grote schade of een kleine schade. Het is hier van belang dat
iemand zo snel mogelijk naar het ziekenhuis vervoerd kan worden en dat er antistolling
3
, gegeven kan worden. Het is ook mogelijk dat er een gedeeltelijke verstopping is waardoor er
wel klachten kunnen worden ervaren maar er minder schade (kan) wordt veroorzaakt.
De linker coronaire arterie vestigt zich over een groter gedeelte van het hart. Zowel de
linkerventrikel als het septum (zit binnen in het hart). De rechter coronaire arterie bestrijkt
vooral de rechterkant.
De wand van de linkerharthelft is het dikste, dit is omdat het bloed vanuit hier naar de aorta
en de rest van het lichaam moet worden gepompt. Hiervoor is veel kracht nodig, doordat de
wand dikker is kan er meer contractie worden geleverd.
Het bloed dat zich dan vertakt is de kleinere vaatjes die weer bij elkaar komen in de venen,
dit is een soort verzamelvat, de sinus coronarius, daarna komt het terug aan de rechterkant
van het hart het atrium.
Hartactiviteit
HMV (hart minuut volume) = Sv x Hf
Hartfrequentie (Hf)
Slagvolume (Sv)= hoeveel per keer er weg gepompt wordt
In rust is de HMV een stuk lager dan bij inspanning, ongeveer 5 l/min. Bij dynamische
inspanning zal dit toenemen tot 25 l/min of meer. Iemand die goed getraind is zal een hoger
slagvolume hebben waardoor het zo maar 40 l/min kan worden. Dit wordt geregeld door het
sympatische zenuwstelsel waardoor het Sv en de Hf kunnen toenemen en de HMV dus in
totaal ook hoger wordt.
In rust is het slagvolume bijvoorbeeld 80 ml/min. Dat betekent dat er in een minuut 80 ml
bloed wordt weggepompt. Het is zo dat niet alles uit het hart wordt gepompt. Voor dat de
kleppen opengaan bevat het bijv. 120 ml/min (einddiastolische volume) dan blijft er dus nog
40 ml/min achter.
Er worden hier ook metingen voor gedaan. Kan het hard genoeg wegpompen. Dan wordt er
bepaald wat de verhouding is tussen het Sv en de einddiastolisch volume (ejectiefractie). In
dit voorbeeld 80: 120 = 67%. Voor een gezond persoon ligt dit tussen de 65% - 75%. Bij
iemand die een slecht werkend hart heeft kan het zijn dat het percentage minder hoog is.
Het hard kan dan minder krachtig contraheren en dan is het misschien maar 40%. Hieruit
kan worden bepaald hoe goed werkt het hart met betrekking tot het slagvolume. En hoe is
dit ten opzichte van een gezond persoon of je kijkt of de patiënt zelf achteruit is gegaan.
Het slagvolume wordt groter als je een grotere vulling kan hebben (wanneer iemand getraind
is). Je kan meer bloed in de ventrikels opslaan en kan hierdoor ook meer bloed per slag
wegpompen. Mensen met een hoge bloeddruk hebben meestal ook een aanpassing van het
hart, een groter ventrikel bijvoorbeeld.
Als de hartspier zelf sterker is dan kan die ook meer kracht uitoefenen (contractiekracht =
contractiliteit) en daardoor meer wegpompen. Hierdoor wordt het slagvolume ook groter.
Je kan in rust kijken hoe het zit met de hartfrequentie en het slagvolume, maar je kan ook
kijken bij inspanning. Daargaat je hartfrequentie van omhoog maar ook de slagvlume.
Een ander principe is het Frank-Starling principe; Grotere vulling geeft krachtigere slag en
geeft groter slagvolume
Als iemand een
aandoening heeft kan
het zijn dat de lijn nog
verder naar beneden
daalt.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mandyvdende. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.