Het is vooral een kopie van de hoorcollegesheets, met wat kleine aanvullingen
Door: mlastaring • 5 maanden geleden
Verkoper
Volgen
rechten050
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1A: Inleiding bewijsrecht..................................................................................................................2
Hoorcollege 1B: Bewijslastverdeling....................................................................................................................4
Hoorcollege 2A: Bewijsmiddelen; geschriften en exhibitieplicht.........................................................................9
Hoorcollege 2B: Bewijsmiddelen; getuigen en bewijsaanbod...........................................................................14
Hoorcollege 3A: Voorlopige bewijsverrichtingen...............................................................................................17
Hoorcollege 3B: Bewijsrecht internationaal en Wetsvoorstel Modernisering Bewijsrecht...............................20
Hoorcollege 4A en 4B: Hoger beroep.................................................................................................................24
Hoorcollege 5A en 6A: Arbitrage........................................................................................................................30
Hoorcollege 6B en 7A: Beslag en executierecht.................................................................................................37
,Hoorcollege 1A: Inleiding bewijsrecht
Voorgeschreven literatuur en rechtspraak:
TS Hoofdstuk (H) I, II en X
HR Nieuw Vredenburgh/NHL
HR Dimopoulos/Erven Van Mierlo (HR 24-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5466)
HR NNEK/Van Mourik
HR Achmea/Rijnberg (HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:942)
Plaats en kaders bewijsrecht
- Partijautonomie vs. Lijdelijke civiele rechter
o Partijautonomie; partijen bepalen de omvang van het geschil.
o Lijdelijkheid civiele rechter; rechter beslist alleen op geschilpunten die partijen
zelf naar voren brengen en neemt een afwachtende houding aan (passief)
tegenwoordig worden civiele rechters steeds actiever.
- Processuele waarheid en materiële waarheid
o Doel van wetgever met nieuwe wetsvoorstel is het zoeken van de civiele rechter
naar de materiële waarheid.
o Onrechtmatig verkregen bewijs?
HR Achmea/Rijnberg:
Onrechtmatig verkregen bewijs mag niet zomaar worden
ontsloten in de beoordeling, hiervoor geldt een hoge drempel van
een bijzondere omstandigheid!
In casu wel sprake van bijzondere omstandigheid Indien een
verzekeraar bij het uitvoeren van een persoonlijk onderzoek
handelt in strijd met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek, kan
tot uitgangspunt worden genomen dat er sprake is van een
onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de
verzekerde. In casu heeft het hof kunnen oordelen dat de
resultaten van het persoonlijk onderzoek, als onrechtmatig
verkregen bewijs, buiten beschouwing dienen te blijven.
Het zoeken naar materiële waarheid; in de wet
- Omvang rechtsgeding art. 23 Rv: beslissen op het gevorderde/verzochte
o Open deur
o Rechter mag niet meer toewijzen dan er gevorderd is, hij mag wel minder
toewijzen.
- Grondslag onderzoek art. 24 Rv: ‘Op grondslag van’ (verbod op aanvulling feitelijke
grondslag; grenzen van de rechtsstrijd)
o Let goed op verschil tussen feitelijke grondslag aanvullen en aanvullen van de
feiten (zoals in 149 Rv)
o HR Dimopoulos/Erven van Mierlo: Het staat de rechter niet vrij zijn beslissing
te baseren op rechtsgronden of verweren die weliswaar kunnen worden afgeleid
uit de in het geding gebleken feiten en omstandigheden maar die door de
desbetreffende partij niet aan haar vordering of verweer ten grondslag zijn
gelegd. Daardoor wordt de wederpartij immers tekortgedaan in haar recht zich
daartegen naar behoren te kunnen verdedigen (art. 19 Rv; hoor en wederhoor)
2
,- Ambtshalve aanvulling rechtsgronden art. 25 Rv (ius curia novit)
- Art. 149 lid 1, eerste volzin: verbod op aanvulling feiten
o Rechter mag alleen feiten (wat is er gebeurd) en rechten (subjectieve rechten)
die zijn komen vast te staan gebruiken. Hij mag niet zelf feiten gaan verzamelen.
o Hoe feiten komen vast te staan dat regelt de Negende afdeling.
Stellen en betwisten (art. 149 Rv)
Art. 149 lid 1, tweede volzin: ‘Feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door
de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, moet de rechter als vaststaand
beschouwen, behoudens zijn bevoegdheid bewijs te verlangen, zo vaak aanvaarding van de
stellingen zou leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat’
- Dus enerzijds gesteld, anderzijds niet of niet voldoende betwist: feit staat vast (geen
bewijslevering nodig)
Anders: feiten of omstandigheden van algemene bekendheid of ervaringsregels (art. 149 lid
2 Rv) mogen altijd door rechter aan zijn beslissing ten grondslag wordt gelegd, ongeacht of
zij worden gesteld, en behoeven geen bewijs.
- Het feit dat iets op het internet staat, maakt het nog geen feit van algemene bekendheid.
Verzwaarde stelplicht HR NNEK/Van Mourik.
- Verzwaarde stelplicht is een misleidende term, het ziet eigenlijk op een verzwaarde
motiveringsplicht.
- Rechtsregel Op het moment dat je twee partijen hebt, met aan de ene kant een
consument/huurder/verzekerde en aan de andere kant een professionele partij, dan kán
op die professionele partij een verzwaarde motiveringsplicht rusten. Deze partij wordt
geacht meer wetenschap te hebben.
Bewijswaardering
Vrije bewijswaardering Art. 152 lid 2 Rv; de waardering van bewijs is voorbehouden
aan de rechter die over de feiten oordeelt, tenzij de wet anders bepaalt.
HR Nieuw Vredenburgh/NHL: (Bewijswaardering; motiveringsplicht bij afwijking van
zienswijze van door rechter benoemde deskundige)
- De rechter heeft in beginsel een beperkte motiveringsplicht ook wat betreft zijn
beslissing de zienswijze van de deskundige al dan niet te volgen; de inhoud van deze
motiveringsplicht is afhankelijk van de aard van het bewijsmateriaal en de aard en de
mate van precisering van de daartegen door partijen aangevoerde bezwaren.
- Indien de rechter in een geval als hier bedoeld — waarin partijen, door zich te beroepen
op de uiteenlopende zienswijzen van de door haar geraadpleegde deskundigen,
voldoende gemotiveerd standpunten hebben ingenomen en voldoende duidelijk hebben
aangegeven waarom zij het oordeel van de door de rechter benoemde deskundige al dan
niet aanvaardbaar achten — de zienswijze van de door hem benoemde deskundige niet
volgt, dient hij in beginsel zijn oordeel van een zodanige motivering te voorzien, dat
deze voldoende inzicht geeft in de daaraan ten grondslag liggende gedachtegang om
deze zowel voor partijen als voor derden, daaronder begrepen de hogere rechter,
controleerbaar en aanvaardbaar te maken.
3
, - Let ook op hoor en wederhoor!
Hoorcollege 1B: Bewijslastverdeling
Voorgeschreven literatuur en rechtspraak:
TS H IV, V en VI
HR Gynaecoloog
HR Zandvliet/Vlielander
HR Far Trading/Edco
HR Nieuwe Haard
HR Non-conform paard (HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:228)
HR Vader/zoon
Bewijslast en bewijsrisico
Bewijslast = de last die op een partij rust om iets te bewijzen.
Wie de bewijslast draagt, draagt ook het bewijsrisico.
Degene die de bewijslast (en dus bewijsrisico) draagt, die levert bewijs. Daar staat altijd
tegenover dat de andere partij daar tegenbewijs tegen mag leveren (151 lid 2 Rv).
- Tegenbewijs is in beginsel twijfel zaaien.
In niet alle gevallen is twijfel zaaien voldoende voor het leveren van tegenbewijs.
- Voorbeeld bij consumentenkoop HR Non-conform paard: Verkoper heeft non-
conform paard geleverd. Koper wordt geholpen door het bewijsvermoeden in 7:18 lid 2
BW. Verkoper mag tegenbewijs leveren (151 lid 2 Rv). De HR heeft bepaald dat twijfel
zaaien niet voldoende is. Art. 5 lid 3 Richtlijn consumentenkoop bepaalt dat het daar
bedoelde vermoeden geld tot ‘bewijs van het tegendeel’. Voor de toepassing van art.
7:18 lid 2 BW betekent dit dat in dit geval tegendeelbewijs vereist is.
- In andere gevallen staat als bewijs van het tegendeel bewijs vereist is in de wet.
Bewijslastverdeling; art. 150 Rv
Hoofdregel
Art. 150 Rv: ‘De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of
rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of
uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast
voortvloeit’
Bestrijdende en bevrijdende verweren
Bestrijdend verweer: de gestelde feiten of rechten worden betwist (bestreden), waardoor het
rechtsgevolg niet intreedt.
- Nee, want…
- Er wordt dan een streep door iets gezegd wat de eiser zegt dus: bewijslast bij de
eiser.
Bevrijdend verweer: de gestelde feiten of rechten worden niet betwist; er worden andere
(nieuwe) feiten tegenover gesteld waardoor het rechtsgevolg toch niet zou intreden
(bevrijding van dat rechtsgevolg)
- Ja, maar…
- Een bevrijdend verweer introduceert dus eigenlijk een nieuw feitencomplex; het is een
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechten050. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.