Ontwerp en vormleer: semester 1
1. Inspiratie
Is overal te vinden!
Saul Bass, Why Man Creates (1968)
Hij verkent de wereld van de creativiteit en zoekt naar een verklaring waarom mensen
creëren, ook hoe creativiteit werkt, wat er kan fout lopen en wat niet.
2. Architectuur en communicatie
Semiotiek
= studie van het karakter, het ontstaan en het gebruik van tekens en tekensystemen
= tekenleer
→ Semiotiek omvat:
1. Semantiek = betekenis van tekens.
2. Pragmatiek = gebruik van tekens.
3. Syntaxis = onderlinge verhouding van tekens.
→ Semiotiek = tekenleer! (3 soorten tekens)
1. Index = teken verwijst naar een ander object op basis van een duidelijk inhoudelijk
verband. (vb. rook & vuur)
2. Icoon = teken verwijst naar een ander object op basis van een duidelijk vormelijke
overeenkomst of gelijkenis. (vb. kaart en landschap)
3. Symbool = relatie tussen teken en beteknis berust op afspraken, conventies
(vb. verkeersborden)
→ Semiotiek & (interieur)vormgeving
o Relatie tussen vormen onderling
- inhoudelijk, vormelijk, conventioneel (index, icoon, symbool)
- vormbegrippen, ordeningsprincipes, composities!
o Vormgeving als taal
- inhoudelijk, vormelijk, conventioneel (semantiek, pragmatiek, syntaxis)
- communicatie – betekenis – interpretatie
,Communicatie
→ Communicatiemodel
- Zender: vormgever, ontwerper
- Ontvanger: gebruiker, bewoner, bezoeker
- Kanalen: zintuigelijke waarnemingen
- Filters, ruis, code: kennis, context, socio-culturele achtergrond
- Boodschap: vormgeving zelf, of de beleving van de vormgeving (deze kan
beïnvloedt worden door ruis)
→ SMCR-model (Model of Communication)
° Architectuur kan zowel de boodschap als kanaal zijn!
→ Verschillende interpretaties
1. Intentie = betekenis van de auteur
- Code – De-code ( context, cultuur )
- Denotatie – Connotatie ( teken vs. Interpretatie )
- Studium – Punctum ( Roland Barthes, post-structuralisme )
° Denotatie: Klein zwart jongetje, met een soort van patvinderoutfit aan.
° Connotatie: Omdat we de verhalen kennen, denken we dat dit een kindsoldaat is.
Het is het gene dat ons raakt aan dit beeld.
° Denotatie: Verschillende harten met het ras erop.
° Connotatie: Kleuren verwijzen naar een ras. Wil aanotonen dat we allemaal
hetzelfden zijn
, 2. Perceptie
= De betekenis van de kijker.
- Het zijn aspecten die de psychologie van de perceptie uitleggen, een
bepaalde combinatie van elementen kan een beeld vervormen.
Perceptie = proces
1. Waarneming: “zintuigelijke waarneming”
= proces van verwerven, interpreteren,
selecteren en organiseren van zintuigelijke
informatie.
2. Cognitie: “kennis, idee, overtuiging”
= proces van leren, herinneren, denken,
interpreteren, geloven, probleem-oplossen
3. Emotie: “innerlijke beleving, gevoel”
= bewust/ onbewust
= persoonlijk/ interpersoonlijk (sociaal)
3. Plek en plekwaarde
→ Betekenis – Beleving – Emotie
Plekwaarde (sfeer en beleving)
= De waarde van een plek
= De sfeer van een plek
= De beleving van een plek
= Wat je raakt aan een plek (“punctum”)
= Emotionele impact van een plek
Plek
= Perceptie van een ruimtelijk geheel van elementen die samen voor een bepaalde
sfeer, een bepaalde beleving, een bepaalde emotionele impact zorgen.
➔ Afhankelijk van de schaal!
Plek vastleggen/duiden?
- Vanuit psychologie van de ruimte
- Door grenzen aan te geven
- Door af te sluiten / af te bakenen / te overkoepelen
- Door verbanden te leggen
- Door gestalt