THEMA’S UIT DE GEZINSPEDAGOGIEK
2022-2023
01 – THEORIE: INLEIDING: OPVOEDINGS- EN GEZINSONDERSTEUNING
OPVOEDINGSONDERSTEUNING VERSUS GEZINSONDERSTEUNING
DEFINITIES OPVOEDINGSONDERSTEUNING
• Vandemeulebroecke (1999): Het geheel van maatregelen, voorzieningen en structuren en
activiteiten die erop gericht zijn de mogelijkheden van het (primaire) opvoedingsmilieu aan te
spreken, te verrijken en/of te optimaliseren ten einde kinderen en jeugdigen optimale opvoedings-
en ontwikkelingskansen te bieden
o (Primair) → ook andere opvoedingsmilieus kunnen aangesproken worden
o Maatregelen = aspecten van het beleid; scheppen van voorwaarden door het beleid om
opvoedingsondersteuning mogelijk te maken (bijv. decreten, EXPOO,…)
• Vandemeulebroecke et al. (2004, p. 29): OO is op intentionele wijze steun bieden aan ouders
(ouderfiguren) bij hun opdracht en taak als opvoeders
o Voorzieningen en structuren = mesoniveau, niveau van de organisatie zelf (bijv. personeel)
o Activiteiten = bijv. geven van advies, infomomenten,… aan ouders
UITGANGSPUNTEN
1. Erkenning van belang van opvoeding in gezinsverband voor kinderen, volwassenen en samenleving
a. Meer dan enkel de ouder-kind relatie
b. Gaat ervan uit dat we als maatschappij een verantwoordelijkheid hebben in het
ondersteunen van de opvoeding van kinderen
i. “It takes a village to raise a child”
2. Erkenning pedagogische verantwoordelijkheid, verlangen en bekwaamheid van ouders om relatie
met kind op verantwoorde wijze vorm te geven
a. → Heel belangrijk!
b. Betekent dat wij die mogelijkheden bij ouders leggen, maar ook geloven in de
mogelijkheden van ouders; zeker bij OO is dit cruciaal!
i. Ouder = expert over eigen kind
3. Erkenning dat ouders bij het gewone opvoeden vragen en onzekerheden hebben en recht op steun
4. Recht van gezinnen op aandacht van de samenleving voor de realisatie van randvoorwaarden voor
opvoeding
a. Randvoorwaarden ≠ OO, maar wel bijv. kwaliteitsvolle opvang (toegang), goede
werkgelegenheid (voldoende flexibiliteit werk-gezin)
b. Randvoorwaarden niet vervuld (bijv. overlevingsmodus) → gezinsleven kan onder druk
komen te staan!
c. Gezin leeft niet in een vacuüm: open grens naar maatschappij waarin het leeft!
WERKINGSPRINCIPES
1. Ondersteuning dagelijkse opvoedingsvragen; geen intensieve en specifieke interventie
2. Werken vanuit een groeimodel
a. Uitgaan van de krachten en sterktes die al bij de ouders aanwezig zijn
b. Binnen 00 stukje sensibiliseren, informeren en verrijken MAAR toch een emancipatorische
visie (niet paternalistisch: “zo moet je het doen”) → ondersteunen wat er al aanwezig is
3. Vraaggestuurd werken
a. OO legitimeren vanuit behoeftenonderzoek: wat hebben ouders nodig (binnen bepaalde
context)
1
, b. Op individueel gezinsvlak vertrekken van de vragen van de ouders (niet opleggen)
4. Geloven in en aansluiten bij sterktes ouders → groeimodel
5. Dialoog over opvoeden met en tussen ouders bevorderen
a. Heel inspirerend voor ouders!
b. Zien dat ze niet alleen zijn
c. Soms moeten we de mogelijkheden vergroten voor ouders om mensen te vinden waarmee
ze in dialoog kunnen gaan
6. Ruim en gedifferentieerd aanbod, rechtstreeks en vrijwillig toegankelijk
a. Soms zoeken naar mogelijke barrières (waarom maken ze geen gebruik van OO)
7. Maatschappelijke knelpunten en noden signaleren aan beleid
a. Mensen die aan OO doen, horen heel veel waar de problemen zitten → signaalfunctie aan
de overheid (bijv. “we merken dat mensen in coronatijd worstelen met de balans van thuis
werken, zorgen voor gezin,…)
SCHEMA OPVOEDINGSONDERSTEUNING EN AANVERWANTE BEGRIPPEN (VANDEMEULEBROECKE
& NYS, 2002)
• Schema toont aantal concepten die gerelateerd zijn
• Opvoedingsvoorlichting: overdragen van kennis over opvoeding
• Sociale ondersteuning: zit heel nauw bij opvoedingsondersteuning
• Ontwikkelingsstimulering: ontwikkeling van kinderen ondersteunen (indirecte functie van
opvoedingsondersteuning)
o Als je werkt rond taal met kinderen (bijv. huiswerkklassen) ≠ opvoedingsondersteuning
o Je kan wel combinaties hebben, bijv. ouders ontlasten van hun ouderlijke taak door
kinderen even op te vangen in huiswerkklassen
o Opvoedingsondersteuning: ouders kans geven om tot rust te komen of andere dingen te
doen tijdens deze momenten
• Omgevingsfactoren beïnvloeden: gaat over de randvoorwaarden, inzetten op de socio-economische
toestand van een gezin (kan ook gaan over relatie tussen ouders; relatie-ondersteuning)
o Geen opvoedingsondersteuning, maar er is wel een link
o Grens is niet altijd heel duidelijk → stippellijnen
→ Dit kan je allemaal onder de noemer “gezinsondersteuning” begrijpen: deelaspecten die helpen om het
gezin te ondersteunen, = koepelbegrip
DEFINITIE GEZINSONDERSTEUNING
• Gezinsondersteuning Vandemeulebroecke (1999 & 2000): ‘Het geheel van alle
(beleids)maatregelen en –voorzieningen die gericht zijn op het bevorderen van het welzijn van
gezinnen en gezinsleden, waarbij activiteiten gericht op de voor de opvoeding relevante
2
, contextfactoren (bijvoorbeeld partnerrelatie, sociaal-economische situatie, woonsituatie, …), naast
opvoedingsondersteuning deel uitmaken van gezinsondersteuning’
• Besluit: gezinsondersteuning is ‘koepelbegrip’
THEORETISH KADER VOOR OPVOEDINGSONDERSTEUNING
Opvoeden Opvoedingsondersteuning W
★ Zichzelfsturend: evenwicht ★ Zelfregulatie E
protectieve en bedreigende factoren R
(ouders hebben hier niet per ★ Opvoedingsrelatie
K
definitie hulp bij nodig)
T
★ Transactioneel proces: wederzijdse ★ Contextfactoren
E
beïnvloeding over tijd (ouder-kind
R
relaties die meermaals voorkomen ★ Balans tussen protectieve en risicofactoren
over de tijd heen; wederkerig)
R
★ Ingebed in context: geen vacuüm E
★ Cumulatief risicomodel: opvoeding I
kan onder druk komen te staan N
wanneer bepaalde dingen niet zo
goed lopen in de omgeving met het
kind, met de ouder,… → balans
protectief/risico is dan verstoord
Uiteindelijk doel
★ Opvoedingssituatie van kinderen verbeteren (Hermanns)
★ Optimale ontwikkelingskansen bieden aan kinderen en
jongeren (Vandemeulebroecke) → op een indirecte manier
o Bijv. bijles geven aan kind valt niet onder OO
(specifiek gericht op ontwikkelingskansen)
o Bijv. herstellen van moeilijke ouder-kind relatie kan
hier wel onder vallen → indirect ga je dan ook de
ontwikkelingskansen van kinderen optimaliseren
Hoe dat doel bereiken?
★ Welke functies?
★ Welke activiteiten en werkvormen?
★ Volgens welke principes?
3
,FUNCTIES VAN OPVOEDINGSONDERSTEUNING
• Hermanns (1995)
o Preventie
▪ Sommige mensen gaan ervan uit dat OO een vorm van preventie is
▪ Binnen onze overheid denken we in 2 vormen: preventie of hulpverlening
• Binnen preventie is er ook nog een differentiatie mogelijk: preventie kan
je opdelen in de meer defensieve vorm en de meer offensieve vorm
o Defensief: problemen vermijden, maar je gaat redelijk sterk uit
van probleem-georiënteerd denken (je gaat ervan uit dat er
problemen zijn en je wilt deze voorkomen, bijv. uithuisplaatsing
kinderen); = probleemgericht werken
o Offensief (OO): uitgaan van de sterktes die al aanwezig zijn bij
ouders/gezinnen en hier proberen gezinnen te ondersteunen,
eerder vanuit emancipatorische visie → krachten binnen
gezinnen onderkennen; = krachtgericht werken
▪ OO is dus niet de primaire vorm van preventie; het is eerder de
participerende/emanciperende vorm
o Voorlichting
o Advisering
o Signalering
• Vandemeulebroecke (2000)
o Continuüm:
▪ Het aanspreken en verrijken (gewone opvoedingssituatie): Education/Support
▪ Preventie (opvoeding onder druk): enrichment
• Deze eerste 2 zou je onder OO kunnen plaatsen
▪ Optimaliseren (problematische opvoedingssituatie of opvoedingscrisis):
intervention → niet meer opvoedingsondersteuning
Kritiek geweest op OO: sommigen vonden het te weinig emancipatorisch
★ Idee is soms bij OO dat professionals ouders zullen uitleggen wat ze moeten doen om goede
ouders te zijn
o Niet de functie!
★ Wel: steunen door uitleg te geven, dingen te kaderen (voorlichting)
★ Wel: advisering
o Maar nog steeds niet de bedoeling dat professional de ouder iets aanleert, ouder komt
zelf tot keuzes en inzichten → professional heeft sturende rol
1. WAT IS DE VERHOUDING TUSSEN PREVENTIE EN OPVOEDINGSONDERSTEUNING?
• Hermanns (1995)
o Traditionele preventie
▪ Anti-emacipatorisch
o Contextgerichte preventie:
▪ Opvoedingsondersteuning: opvoeding niet in vacuüm, maar vertrekken van
vragen en zorgen van ouders zelf
• → Vraaggestuurd!
2. EEN CONTINUÜM VAN FUNCTIES
• Opvoedingsondersteuning en opvoedingshulp: grens is niet altijd makkelijk te trekken!
o Waarom is iets opvoedingsondersteuning en geen hulp?
4
, ▪ → Hangt af van de sterkte en intensiteit van de vraag van de ouders af
(persoonlijke beleving van hoe moeilijke situatie wordt ervaren)
▪ Bijv. zwaar probleem ↔ eens willen horen “je bent goed bezig”
• Opvoedingshulp: wordt binnen zeer gespecialiseerde voorzieningen aangeboden, maar dit klopt
niet altijd helemaal
o Bijv. moeders in behandeling voor verslavingsproblematiek (bijv. De Kiem), maar hier
kunnen ook kinderen worden opgevangen: focus ligt op verslavingsproblematiek bij
moeders, maar er zal ook soms een opvoedingsondersteunend aanbod gegeven worden
aan deze moeders
▪ Dan heb je deel opvoedingsondersteuning, maar binnen gespecialiseerde
voorziening
o Het klopt niet altijd dat gespecialiseerde voorzieningen altijd opvoedingshulp zijn, kan ook
gaan over alledaagse opvoedingsvragen bij mensen die in een gespecialiseerde
voorziening zitten!
• Vaak wilt men (organisaties voor opvoedingsondersteuning) samenwerken met gespecialiseerde
voorzieningen (cf. bachelorproefproject over de Keerkring en voorziening voor bijzondere
jeugdzorg)
o Zij wilden hun expertise meer delen
o Link tussen de 2 organisaties versterken om gebruik te maken van elkaars sterktes!
VORMEN VAN OPVOEDINGSONDERSTEUNING
Je kan heel veel opdelingen maken (niet altijd makkelijk om initiatieven te classificeren)
• Verschillende opdelingen zijn mogelijk
o Volgens functie
▪ Het aanspreken en verrijken van het opvoedingsmilieu
▪ Preventie
▪ Optimaliseren
o Volgens activiteit
o Volgens werkvorm methodiek
o Volgens doelgroep
o Volgens intensiteit van de benadering
• Initiatieven zijn niet altijd eenduidig te classificeren
• http://www.desocialekaart.be/ (zie bijv. verschil tussen opvoedingsondersteuning en
gezinsondersteuning) → soms overlap!
5
, Verschillende activiteiten die georganiseerd kunnen worden voor OO en hun werkvormen:
ACTIVITEIT VOORBEELDEN WERKVORMEN
Voorlichting of informatieverstrekking over: • Massamedia en audiovisuele media zoals
- De kindontwikkeling tijdschriften, web, video
- De leefwereld van kinderen/jongeren • Individuele contacten, bezoeken, consultaties
- Opvoedingsgedrag • Voordrachten
- Opvoedingscontext • Posters, folders
- … • …
→ Bedoeling dat je aan ouders kennis doorgeeft zodat ze
hun opvoeding, gedrag, etc. kunnen aanpassen hieraan
Instrumentele steun (binnen OO) Ter beschikking stellen van
• Diensten (babysit, kinderopvang)
→ Moet absoluut iets te maken hebben met de kinderen in • Materiaal (speel-o-theek, uitleendienst)
het gezin! • Opvoedkundige documentatie (bibliotheek,
→ Niet verwarren met echte gezinsondersteuning! videotheek)
Emotionele en/of beoordelingssteun • Individueel (bijvoorbeeld gesprek met
opvangpersoon)
→ Duwtje in de rug, bijv. “Je bent goed bezig!” • In groep (bijvoorbeeld oudergespreksgroep)
Advies (mildere problemen) • Individueel (bijvoorbeeld opvoedingstelefoon)
→ Bedoeling is om alternatieven te bieden in het • In groep (bijvoorbeeld thematische groep)
gedragspatroon
Wat kunnen we nog doen? → Mogelijkheden op tafel leggen; je zoekt hier samen naar!
Wat past bij mij als ouder binnen mijn context?)
Training van vaardigheden • Individueel (bijvoorbeeld tijdens huisbezoek)
• In groep (bijvoorbeeld ouder-cursussen)
Uitbouwen sociale contacten en stimuleren van informele • Activeren van informele netwerken
zelfhulp • Toeleiden naar bestaande ouder-groepen
= informele zelfhulp
Vroegtijdige detectie van zwaardere opvoedings- en • Tijdens individuele contacten, zoals huisbezoeken
ontwikkelingsproblemen en doorverwijzing en consultaties
• Tijdens groepscontacten
Signalering (beleidsinstanties) • Via verslaggeving (bijvoorbeeld jaarverslag)
• Via studiedagen, publicaties
• Via media
6