Samenvatting Juridische context
Deel 1: wat is recht?
Kenmerken:
• Recht is overal
• Als doel de samenleving te ordenen
• Wordt opgelegd door de samenleving
• Handhaving
Objectief recht:
- Algemene abstracte bewoordingen
- Los van concrete personen en situaties waarop ze van toepassing zijn
- Bijvoorbeeld: aansprakelijkheid
Subjectieve rechten:
- Een door het rechtssysteem erkende bevoegdheid
- Telkens als objectieve rechtsregels toepassing vinden in concrete situaties
- Op niveau van toepassing, wanneer afspraken niet worden nageleefd
NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN
- Beide dragers van subjectieve rechten
- Natuurlijk persoon: elk mens is een natuurlijk persoon
- Rechtspersoon: geen mens maar een vennootschap, is dragend van rechten en plichten, kan
gesanctioneerd worden
- Doel van een rechtspersoon is dat het eigen vermogen afgescheiden is van rechtspersoon of
bv als je failliet gaat wordt er niet op privévermogen gespeeld
Verbod op rechtsmisbruik:
- Ontwikkeld in de rechtspraak van het Hof van Cassatie
- Algemeen Rechtsbeginsel
- Normale uitoefening van een recht door een voorzichtig en bezorgd persoon
- Men mag subjectieve rechten niet gebruiken met als enige middel om een ander te schaden
- Men mag tussen twee manieren om rechten uit te oefenen, niet de meest schadelijke kiezen
(zonder belang)
- Sanctie: herstel in natura en/of schadevergoeding
POLITIEKE EN BURGERLIJKE RECHTEN
- Politieke rechten: relatie tussen burgers en de overheid (vb: fiscaal recht)
o Politieke vrijheden, participatierechten en sociaaleconomische rechten
o Herverdeling van vermogens
- Burgerlijke rechten: relatie tussen burgers onderling
o Persoonlijkheids- en familierechten, contractuele rechten (in onze discipline)
,Contractuele vrijheid= het uitgangspunt
Openbare orde:
- Fundamentele normen en waarden van de samenleving, bv. strafrecht, fiscaal recht
- Nooit van afwijken
- Absolute nietigheid
Dwingend recht:
- Regels die het evenwicht in (asymmetrische) contractuele relaties beogen
- Niet fundament van de rechtstaat maar je mag er toch niet van afwijken
- Bescherming van de zwakkere partij bv. Arbeidsrecht
- Relatieve nietigheid: de andere partij kan de nietigheid vragen, beschermde partij kan
akkoord gaan
- Absolute nietigheid: in strijd met fundament rechtstaat, kan niet afgeweken van worden
Aanvullend recht:
- Vangnet voor wat niet contractueel werd geregeld
- Regels wanneer partijen niet overeenkomen in contract
- Bij interieurarchitecten is aansprakelijkheid zelf bepaalbaar
- Vergunningen bijvoorbeeld, wanneer je de structuur raakt verplicht en ook om architect te
betrekken
Burgerlijk recht:
- Belangrijkste in onze discipline, ingrepen die we verrichten zijn algemene bepalingen,
voornamelijk burgerlijk recht
- Koop verkoop situatie (afgewerkt product afleveren)
- Aanneming van goederen en diensten (wanneer je de werf opvolgt etc., geen pure verkoop,
aanneming van opdracht)
Economisch recht:
- Zowel privaat- als publiekrechtelijk (bv. prijsreglementering, consumentenbescherming)
- De handelaar = elke professionele activiteit met een economische bestemming (bv.
ontwerper, architect, arts, kinesist, landbouwer) die zelfstandig (dus niet als werknemer)
wordt uitgeoefend, ook uitgebreid naar vennootschappen en vzw’s
Arbeidsrecht:
- Individuele arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer
Europees recht:
- Directe werking
- Verordening primeren op het nationale recht
JURIDISCHE CONTEXT VAN BOUWACTOREN :
Bouwactoren: partners in een bouwproces ‘traditionele bouwdriehoek’: shift
Verplichte bouwbijstand architect
- art. 4 Architectenwet
- Art. 4.2.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
- Verplichte beroepsverzekering
- Architecten wijzigen structuren, vergunningen nodig
- Niet van toepassing op ons, wel aangeraden om te volgen
, Geen wettelijke regeling:
- Interieurarchitect: aannemingsovereenkomst – koop/verkoopovereenkomst met de
opdrachtgever
- Toezicht op de werken: aparte overeenkomst (contractueel geregeld, geen wettelijke
informatie informatie-en bijstandsplicht)
- Aansprakelijkheid: contractueel, geen hoofdelijke aansprakelijkheid met de aannemer
- Voorstudies niet betaald indien niet contractueel bedongen
- Deontologische code: vrijwillig
- Geen wettelijk georganiseerde structuur ‘Orde’ of tuchtrecht
Deel 5: Burgerlijk recht
Casus over communicatie via mail:
- Bellen is vaak makkelijker om te communiceren
- Niet te persoonlijk of te veel info geven
- Bijlage medisch attest=overmacht, wanneer je een verplichting niet nakomt door
onverwachte omstandigheden die volledig buiten jouw wil liggen
- Alles wat je neerschrijft kan tegen je gebruikt worden
1.1 Elke handeling die je stelt is een rechtsfeit of een rechtshandeling
Rechtsfeit:
- Elk feit (gebeurtenis, toestand of handeling) waaraan het objectief recht rechtsgevolgen
verbindt.
- Rechtsgevolgen= tot stand brengen, wijzigen, overdragen of laten verdwijnen van subjectieve
rechten
- ONBEWUST, ONGEWILD
Rechtshandeling:
- Elke handeling die bewust wordt gesteld om rechtsgevolgen te bereiken die het objectief
recht aan deze handeling heeft verbonden.
- BEDOELD, BEWUST
Verschil in bewijs:
Rechtsfeit: met alle mogelijke middelen (camerabeelden, getuigen, …)
Rechtshandeling: wettelijk voorziene bewijsmiddelen, geschreven bewijs (contract, wetten, …)
INDELINGEN VAN RECHTSHANDELINGEN :
AARD VAN DE AUTEURS OF STELLERS:
• Publiekrechtelijk: normerend, individueel, gerechtelijk
• Privaatrechtelijk: tussen private rechtspersonen, meestal in ons beroep
AARD VAN DE RECHTSGEVOLGEN
• Vestigend: nieuwe rechten, bij opstellen contract worden nieuwe rechten gecreëerd
• Overdragend: overdracht van een bestaand recht op een nieuwe titularis,
eigendomsrechten
• Aanwijzend: bevestiging van het juridisch statuut van een persoon zaak of situatie zonder
nieuwe rechten toe te voegen
• Uitdovend: een bestaand subjectief recht laten tenietgaan