100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding Behandelmethoden + Flashcards €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Behandelmethoden + Flashcards

 47 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

In deze samenvatting zijn alle artikelen en hoorcolleges samengevat van het vak Inleiding Behandelmethoden aan Tilburg University. Het is een uitgebreide samenvatting, maar echt alles staat erin. Aan het eind zijn per hoorcolleges flashcards gemaakt die mij hielpen met studeren.

Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 137  pagina's

  • 13 juni 2023
  • 14 juni 2023
  • 137
  • 2022/2023
  • Samenvatting
avatar-seller
Samenvatting inleiding behandelmethoden
Introductiecollege: behandelmethoden
Klassieke psychoanalyse
Een van de therapieën die behandeld gaat worden in deze cursus is de klassieke
psychoanalyse. Dit is de therapie die ontwikkeld is door Freud ongeveer in 1890. Dit is de
klassieke vorm van therapie waarbij de psycholoog vragen stelt en de cliënt voornamelijk aan
het woord is. Deze vorm duurt vaak jaren waarbij de cliënt meerdere keren per week langs
komt. Een belangrijke techniek die hierbij hoort is die van vrije associatie. De cliënt moet
hierbij vrij benoemen wat in hem opkomt en mag daar verder bij door associëren. De
therapeut hoopt dan meer inzicht te krijgen in wat er op een onbewust niveau in de cliënt
gebeurd en waarom hij klachten heeft gekregen. Een van de veronderstellingen bij
psychoanalyse is dat er een bewust- en onderbewustzijn is. Cliënten zouden zich niet bewust
zijn van conflicten die zich in het onderbewustzijn afspelen en deze conflicten zouden voor
psychische klachten zorgen. Door die vrije associatie (en andere technieken) kan de therapeut
inzicht krijgen in die conflicten. Bij de psychoanalyse is de relatie tussen de cliënt en
therapeut best hiërarchisch. De therapeut weet dus echt meer dan de cliënt.

Humanistische cliënt-gerichte therapieën
De relatie tussen therapeut en cliënt is meestal best hiërarchisch. De therapeut weet wat
goed is voor de cliënt. Halverwege de twintigste eeuw (rond 1940/1950) ontstonden er
humanistische cliënt-gerichte therapieën. Dit zijn therapieën waarin de cliënt werd gezien als
iemand die zelf goed weet wat hij nodig heeft en de therapeut heeft hierbij voornamelijk een
steunende en empathische rol. De cliënt moet dus zelf het proces doorlopen. De therapeut
stuurt hierbij wat minder dus. Er moet sprake van onvoorwaardelijke acceptatie zijn vanuit de
therapeut en de cliënt moet aangemoedigd worden om te vertellen en met oplossingen te
komen.

Emotion-focused therapy
Later (rond 1980) groeiden de principes van humanistische cliënt-gerichte therapieën uit in
de emotion-focused therapy. Hierbij wordt er voornamelijk op emoties van de cliënt gericht.
Emoties zouden veel informatie bevatten over dat wat je nodig hebt. Er kunnen in het
dagelijks leven gebeurtenissen plaatsvinden die jouw normale emotieprocessen verstoren. Er
wordt bij deze therapie ook op een cliënt-gerichte manier naar deze verstorende processen
gekeken, zodat de cliënt weer beter werkende emoties kan ervaren. De humanistische cliënt-
gerichte therapieën en de emotion-focused therapie zijn anders dan de psychoanalyse omdat
de hiërarchie tussen therapeut en cliënt anders is en omdat ze korter duren.

Moderne psychodynamische benaderingen
Er zijn ook moderne varianten gemaakt van de klassieke psychoanalyse; de moderne
psychodynamische benaderingen. Voorbeelden hiervan zijn de transference-focused
psychotherapie en mentalization based treatment. Deze behandelingen gaan er ook van uit
dat er onderliggende conflicten zijn die bijdragen aan psychopathologie. Deze benaderingen
zijn echter meer gefocust op bepaalde processen, wat beter onderzocht en meer
tijdsgebonden. Het zijn nog steeds lange therapieën, maar wel een stuk meer afgebakend dan
de klassieke psychoanalyse.

,Cognitieve therapie
In ongeveer dezelfde tijd als dat de humanistische therapieën opkwamen, waren er nog een
paar ontwikkelingen. De cognitieve therapie werd ontwikkeld door Beck. Een van de
assumpties van Freud was dat cliënten eigenlijk niet zelf weten wat er gaande was (dit was
onbewust). Beck observeerde echter dat zijn depressieve cliënten best bewust konden
vertellen over wat hen dwars zat. Gedachten die zij konden benoemen die hadden een
verband met de klachten waar zij mee kwamen (bijv. depressieve cliënten hadden sombere
gedachten en mensen met angststoornissen hadden angstige gedachten). Dit klinkt nu
allemaal heel logisch, maar toen waren deze denkfouten nog helemaal nieuw. Bij de
cognitieve therapie wordt er dus gefocust op de denkfouten die mensen met
psychopathologie maken.

Gedragstherapie
Parrallel aan de cognitieve therapie ontstond ook de gedragstherapie. Deze therapie ging
puur om het gedrag dat mensen laten zien en hoe dit kon bijdragen aan bepaalde psychische
klachten. Gedragstherapie is gebaseerd op leertherapieën (bijv. muis krijgt schok en vertoont
daarom bepaald gedrag minder). Bij gedragstherapie is een van de belangrijkste principes dat
de cliënt gedrag moet gaan laten zien dat op lange termijn helpend is. Bijvoorbeeld bij een
angststoornis kan iemand langzaam blootgesteld worden aan zijn angst en zo leren dat de
angstige context niet gevaarlijk is. Dit wordt exposure genoemd. Gedrag dat beloond wordt
blijf je doen en gedrag dat gestraft wordt dan leer je af.

Cognitieve-gedragstherapie
Rond de jaren 70 en 80 kwamen er heel veel artikelen die cognitieve therapie vergeleken met
gedragstherapie. Uit die artikelen bleek vaak dat deze therapieën ongeveer even effectief
waren, terwijl het wel echt andere therapieën zijn. Later zijn deze twee therapieën
samengenomen in cognitieve-gedragstherapie. Bij deze therapie wordt er dus zowel gekeken
naar denkfouten als naar het gedrag dat iemand vertoond en zou moeten vertonen. Deze
twee benaderingen gaan heel goed hand in hand, want kijk maar naar het voorbeeld dat
iemand wordt blootgesteld aan zijn angst. Als je iemand blootgesteld aan zijn angst dan zal hij
inzien dat het niet zo gevaarlijk is en neemt de angst af. Door het gedrag te veranderen,
veranderen ook zijn gedachtes. Deze therapieën werken dus heel goed samen. Op dit
moment is cognitieve-gedragstherapie een van de meest populaire therapieën.

Nieuwe CGT-gerelateerde therapieën
Later zijn er veel kortdurende cognitieve-gedragstherapie gerelateerde therapieën
ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn focussen op zelfwaardering, emotieregulatie,
metacognitie etc. Dit zijn therapieën die op iets specifieks focussen en daarbij cognitie en
gedrag combineren. Het zijn dus allerlei varianten van CGT voor een bepaald onderwerp.

Acceptance and commitment therapy
Acceptance and commitment therapy (ACT) is een heel andere therapie dan de eerder
benoemde therapieën. Ook in de jaren 80 is deze ontwikkeld. Het idee is dat je niet zo moet
vechten tegen alle negativiteit en alles wat je wilt veranderen, omdat dit vechten juist voor
extra stress etc. kan zorgen. Je moet accepteren dat er heel veel dingen zijn die er in het leven
gebeuren en het bestrijden hiervan zorgt ervoor dat je weinig ruimte in je hoofd over blijft om
te genieten van alles wat er wel goed gaat en alles wat er gebeurd. Je leert met ACT dus dat je

,je meer gaat richten op dingen die waardevol zijn voor jou en om de negatieve dingen niet zo
zeer te bestrijden, maar te observeren zonder oordeel. Je moet negatieve gedachtes minder
serieus nemen. Je merkt het op en gaat weer verder met iets wat je belangrijk vindt. Heeft
ook te maken met mindfulness.

Integratieve therapieën
Op een gegeven moment zijn er therapieën ontwikkeld die een soort combinatie waren van
andere therapieën. Deze gecombineerde therapieën worden integratieve therapieën
genoemd. Een voorbeeld hiervan is schematherapie. Deze therapie combineert inzichten
vanuit psychodynamische therapieën, emotie-gerichte therapieën en cognitieve-
gedragstherapie. Het is niet zo dat ze maar een beetje van alles doen, maar het model valt
echt logisch samen.

EMDR
EMDR is ontwikkeld vanuit een idee van Shapiro. Zij maakte ooit een wandeling en merkte dat
ze rustig werd als ze met haar ogen blaadjes die van de bomen vielen volgde. Dingen die haar
dwars zaten raakten dan meer op de achtergrond. Ze is toen gaan onderzoeken of het heen
en weer bewegen van je ogen kan bijdragen aan het verwerken van traumatische
gebeurtenissen. Uit dit onderzoek is EMDR ontstaan. Het aparte van deze therapie is dat die
oogbewegingen helemaal niet zo relevant zijn voor de therapie zelf, dus ook zonder die
bewegingen werkt het. Het is niet zo heel duidelijk waarom en hoe het werkt, maar het werkt
wel. Dit zorgt er ook voor dat EMDR niet echt binnen een andere categorie van therapieën
geplaatst kan worden.

, Hoorcollege 1: Common factors en de therapeutische relatie
Common factors
Al sinds 1930 zijn mensen aan het discussiëren over welke therapie nou het beste is. De
belangrijkste vraag hierbij is: “Maakt het uit welke soort psychotherapie je ontvangt of zijn de
veranderingen die worden verkregen, veroorzaakt door common factors, die aanwezig zijn in
alle soorten psychotherapie?”. Resultaten tonen aan dat eigenlijk alle methodes effectief zijn,
maar waarom is dat dan precies? In plaats van dat er werd gefocust op de verschillen in
therapieën, werd er nu gekeken naar die common factors. Common factors zijn
therapeutische elementen die overeenkomen voor (bijna) alle therapieën. Dit zijn dus
elementen die in bijna elke vorm van psychotherapie voorkomen. Ook al verschillen
behandelmethoden in hun benaderingen, de algemene overtuiging is dat er ook meetbare
mechanismes zijn die bijdragen aan de veranderingen in cliënten. Common factors zijn ook
kenmerken die bijna iedereen heeft (bijv. iedereen kan last hebben van stress of iedereen
heeft een opvoeding gehad). Dit zijn dus die algemene mechanismes die eigenlijk in alle
mensen aanwezig zijn en waarvan wordt gedacht dat het sociaal-biologisch geërfde aspecten
zijn. Als we die common factors beter kunnen snappen, dan snappen we ook beter waarom
sommige behandelingen wel voor de een werken maar niet voor de ander. Die common
factors uiten zich namelijk anders in verschillende mensen en dit kan van invloed zijn op de
effectiviteit van een behandeling.

Het contextuele model
Een veel voorkomend common factor model is het contextuele model. Dit model stelt dat er
drie paden zijn waardoor psychotherapie voordelen oplevert. Dat houdt dus in dat er niet één
manier is waarop psychotherapie de cliënten beïnvloedt, maar dat er verschillende
mechanismes zijn die van invloed kunnen zijn op de uitkomsten van de therapie. Deze
mechanismes zijn onderliggend aan de drie paden en spelen in op de geëvolueerde
kenmerken van de sociale mens.
De drie paden van het contextuele model zijn:
1. De therapeutische relatie: In elke therapie is er een relatie tussen therapeut en cliënt.
De relatie tussen de therapeut en cliënt begint al bij de eerste indruk. Als de cliënt en
therapeut elkaar voor het eerst ontmoeten, dan gaat de cliënt beoordelen of de
therapeut betrouwbaar is, de benodigde expertise heeft en of hij de tijd en moeite zal
nemen om zijn problemen te begrijpen en de context waarin die problemen zich
afspelen. Maar een therapeutische relatie is wel iets anders als een normale sociale
relatie. De relatie tussen therapeut en cliënt is natuurlijk wat ongewoon, omdat er
sprake is van vertrouwelijkheid en omdat er over hele moeilijke dingen gepraat wordt.
De cliënt moet ook over van alles kunnen praten, zonder dat de therapeut de relatie kan
beëindigen. Wanneer de relatie wordt gedefinieerd dan wordt er naar verschillende
punten gekeken:
o De verschillende rollen: de een is de cliënt en de ander de therapeut
o Betrouwbaarheid: heeft de cliënt een veilig gevoel en is alles wat hij zegt ook
vertrouwelijk? Zal de therapeut er ook altijd zijn voor de cliënt, ongeacht wat hij
zegt?
o Verbale en non-verbale communicatie: In elke relatie zit natuurlijk verbale en non-
verbale communicatie en met beide communiceer je van alles. Tussen de verbale
en non-verbale communicatie zit ook nog wat we in de psychotherapie
onderstroom noemen. Dit bekijkt wat de communicatie met je doet. Die

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lottedekock1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81113 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€4,99
  • (0)
  Kopen