Juni 2022
Bedrijfseconomie
Topic 0: Inleiding
0.1, 0.3, 0.4 en 0.7 = belangrijk 0.2 en 0.6 = kennen
0.5 = niet
1. Wat is economie
Studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van
schaarse middelen
Behoefte
Definitie; aanvoelen van een tekort dat men wenst te bevredigen
Soorten behoeften
o Primaire – secundaire behoeften
Primaire behoefte; levensnoodzakelijke behoeften (eten, onderdak)
Secundaire behoefte; niet-levensnoodzakelijke behoeften (reizen)
Gsm; twijfel over soort behoefte (normale functionering, geen noodzaak)
o Materiële – immateriële behoeften
Materiële behoefte; te bevredigen met een tastbaar goed (voedsel)
Immateriële behoefte; niet te bevredigen met iets tastbaar (liefde)
o Individuele – collectieve behoeften
Collectieve behoefte; behoefte is dezelfde voor iedereen (onderwijs)
Individuele behoefte; behoefte is subjectief/ verschillend (taal leren)
Voedsel; hetzelfde willen eten (collectief), iedereen eet iets anders (indivi)
1
, Juni 2022
Middelen
2 soorten middelen
o Schaarse middelen (fiets, voedsel, bed, verf, …)
Middelen worden beperkt door het inkomen
Men kan enkel maar meer van een goed hebben, door de hoeveelheid
van een ander goed op te geven
De verlangde hoeveelheid zou van beschikbare hoeveelheid
overtreffen als het goed gratis ter beschikking zou staan
o Niet- schaarse middelen
Hebben geen productiemiddelen nodig, om geproduceerd te worden
(regen, water, zonlicht, …)
Keuzeprobleem
Behoefte of middelen = keuze(s) voor:
o Consumenten
Micro-economie
o Producenten
Meso-economie
o Overheid
Macro-economie
o Buitenland
3 soorten economie
o Micro-economie
Bestudeert het economisch gedrag van de individuele consumenten (=
gezin dat inkomen verwerft en consumeert) en producenten
(produceren, investeren en verkopen)
Vraag en aanbod op afzonderlijke markten staan centraal
o Meso-economie
Bestudeert economische activiteiten op het niveau van bedrijfstakken
en sectoren
o Macro-economie
Bestudeert de nationale economie in haar totaliteit of wisselwerking
kunnen economieën van verschillende landen
Totale productie in een land, totale werkloosheid of gemiddelde prijs
van alle goederen in een economie
2. Soorten goederen
Economische goederen (schaars)
o 3 soorten
Zuiver individuele goederen (milkshake, auto, …) -> van mij alleen
Zuiver collectieve goederen (politie, brandweer, …) -> van iedereen
Quasicollectieve goederen (onderwijs, tolwegen, …) -> uitsluit mogelijk
o 2 doelen:
Consumenten kopen consumptiegoederen
Verbruiksgoederen (afwasmiddel, drank, benzine, …)
Gebruiksgoederen (keuken, stofzuiger, auto, glas, …)
Producenten kopen investeringsgoederen
Vlotte investeringsgoederen (water, hout, gsm, …) -> verdwijnt
Kapitaalgoederen (fabriek, transportgoed, bureau, gsm, …)
Vrij goederen (niet-schaars)
2