Dit is een samenvatting van allen hoofdstukken uit het handboek en bijkomende informatie uit de hoorcolleges en onderwijsgroepen.
ben zelf geslaagd op dit vak dankzij deze samenvatting.
Federalisme
Eenheidstaat= staat waarin de soevereiniteit onverdeeld bij de centrale overheid is. Bv
jacobijnse centralisme
� Verzachtingen van de eenheidstaat
● Deconcentratie = administratief beheersvorm, die een verdeling van taken
binnen een gecentraliseerde dienst inhoudt. De hogere overheid wijst aan
organen de bevoegdheid toe om bepaalde rechtshandelingen in te stellen.
Twee kenmerken -> Geen onderscheidde rechtspersoonlijkheid en de hogere
overheid behoudt hiërarchisch toezicht. Ze kunnen zich in hun plaatstalen.
● Decentralisatie= echt een vorm van gezag splitsing waarbij autonome
overheden of diensten over bepaalde bevoegdheden beschikken.
Twee kenmerken -> Een eigen rechtspersoonlijkheid, hoger overheid
administratief toezicht over de gedecentraliseerde diensten.
Confederatie = onafhankelijke staten sluiten een verdrag om samen een bepaalde materie te
regelen.
De federale staat= een staat waarin de bevoegdheden zijn verdeeld tussen twee
onderscheiden en autonome rechtsordeningen, deze van de federatie en deze van de
deelstaten. Ze zijn niet ondergeschikt aan elkaar.
● Centripetaal: onafhankelijke staten die doelstellingen op bepaalde vlakken
samen organiseren. De weg van verscheidenheid tot eenheid.
● Centrifugaal: federale staat ontstaat uit afkalving van gedecentraliseerde
eenheidsstaat -> België
� De wetten van het federalisme
● De autonomie van de deelstaten
o Afzonderlijke rechtsordeningen
o Eigen bevoegdheden
▪ Residuaire bevoegdheden
▪ Integraal Concurrerende bevoegdheden: deelstaten
mogen handelen zolang de federale overheid niet is
opgetreden
, ▪ Beperkt Concurrerende bevoegdheden: Federale
overheid stelt basisregels vast en deelstaten kunnen
aanvullen.
▪ Exclusieve bevoegdheden
o Grond Wettigheidsbeginsel
▪ Diffuus: de bevoegdheid komt aan elke rechter en het
hooggerechtshof aan de top van de Pyramide staat
▪ Centraal: Specifiek centrale toetsing bij het grondwettelijk hof
o Eigen financiering
● De participatie van de deelstaten
Tweekamerstelsel
● De coöperatie
Overlegcomité
De ondergeschikte besturen
� De provincies en gemeenten worden geregeld door de gewesten.
� Ze hebben een drieledige structuur
● 6 jaar termijn voor de rechtstreeks verkozen raad
● Uitvoerend orgaan waarvan de leden uit en door de raad volgens
meerderheidsbeginsel verkozen zijn ( deputatie)
● Het hoofd van het uitvoerend orgaan, de provinciegouverneur voor
onbepaald termijn en burgemeester voor 6 jaar
●
Parlementaire monarchie
● Presidentieel stelsel -> Er wordt tussen parlement en regering een strikte
machtenscheiding toegepast. De regering is niet politiek verantwoordelijk tegenvoer
het parlement maar wel tegenover de president die ministers benoemd. Het
parlement kan niet vroegtijdig ontbonden worden.
● Parlementaire monarchie -> Er is een samenwerking tussen de machten. De regering
is politiek verantwoordelijk tegen over het parlement. Het parlement kan de regering
tot ontslag dwingen. De regering kan parlement vroegtijdig ontbinden
De koning
, ● Het koningschap is erfelijk
● De koning is onschendbaar -> art 88 GW
● De koning is onbekwaam om alleen te handelen en een minister neemt de
verantwoordelijkheid. Een minister moet dus ook altijd mee tekenen. -> art. 106 GW
● De minister is verantwoordelijk tegenover de kamer van volksvertegenwoordigers ->
Art 101 GW
● De koning kan niet bindend advies geven
Besluitwetten
In normale omstandigheden wordt de federale wetgevende macht uitgeoefend door de
koning, de kamer en de senaat. -> art. 36 GW
Maar in sommige omstandigheden zoals oorlogen kunnen ze niet samen komen. Toch
volgende er wetten beter bekend als besluitwetten van Le havre en Londen. Deze wetten
moet als echte wetten worden beschouwd volgens Cassatie.
Nationale soevereiniteit
● Montesquieu -> een scheiding der machten voor de individuele vrijheid te
waarborgen. De scheiding is wel niet absoluut. Het gaat maar om een
interdependentie. Het is de trials politica leer met checks and balances.
● Rousseau-> de volkssoevereiniteit. Alle machten gaan uit van het volk. De
soevereiniteit is absoluut en ondeelbaar. Het volk kan afgevaardigden aanstellen
maar het volk beslist. Het volk kan de macht ook altijd terug nemen
● Sieyes-> Nationale soevereiniteit. Alle machten gaan uit van de natie, het verleden,
heden en toekomst van het volk. De vertegenwoordigers vertegenwoordigen de
natie. Het volk kan de macht niet meer terugnemen als ze iemand hebben verkozen. -
> art 33 en 42 GW
België volgt het voorbeeld van de nationale soevereiniteit: gevolgen
● Verbod van imperatief mandaat -> art 42 GW
● Het verbod van referendum
● Het imperatief of beslissing referendum
Hier komt het volk rechtstreeks in het beleid tussen en is het beslissend ->
verboden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LaWsTuDeNte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.