*Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek* hoofdstuk 1
Definitie ontwikkelingspsychologie en pedagogiek:
Wat is ontwikkelingspsychologie?
Bestudeert de psychologische veranderingen bij toenemende leeftijd.
Ontwikkeling =
* proces van groei en verandering dat wordt bepaald door de interactie tussen erfelijkheid en
omgeving
* gaat een leven lang door..
* de meeste aandacht gaat uit naar de kindertijd en adolescentie
Psychologie =
wetenschap van gedrag en mentale processen
Wat is pedagogiek?
Pedagogiek =
* De wetenschap van het opvoeden (Letterlijk: kinderleiding -oud Grieks: Paidagoogia)
Opvoeden =
* Het proces waarin een kind wordt gevormd naar de normen en waarden van de opvoeders en
de samenleving.
Relevantie ontwikkelingspsychologie en pedagogiek voor het sociaal werk
Voor elke stadia in de levensloop van een individu heersen er verschillende
ontwikkelingsprocessen die van belang zijn te kennen om adequaat te kunnen
reageren als sociaal werker.
Bijv. Je kunt niet een kleuter op dezelfde wijze benaderen als een adolescent.
, Nature versus nurture:
Nature =
*factoren die AANGEBOREN zijn (door aanleg/genen)
Nurture =
*factoren die AANGELEERD zijn (door sociale omgeving en opvoeding)
Methodes om effecten van erfelijkheid en omgeving te meten:
*tweelingonderzoek: Onderzoek naar tweelingen. Door hun ontwikkeling met elkaar te
vergelijken, hoopt men te ontdekken welke eigenschappen zijn aangeleerd en welke
aangeboren.
*adoptieonderzoek: Alternatief voor tweelingonderzoek waarbij de eigenschappen van het
geadopteerde kind worden vergeleken met de eigenschappen van de biologische gezinsleden
en die van de adopterende gezinsleden.
Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van omgeving
Kritieke perioden:
* specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen
heeft.
* aanwezigheid van bepaalde omgevingsstimuli zijn noodzakelijk voor een normale
ontwikkeling.
* gevolgen van het ontbreken van bepaalde stimuli zijn permanent en onomkeerbaar.
Gevoelige perioden:
* perioden waarin men extra gevoelig is voor bepaalde soorten stimuli in de omgeving.
* gevolgen van het ontbreken van bepaalde stimuli hoeven niet permanent te zijn.
, Discontinu en continu verloop van ontwikkeling:
Continue verandering = geleidelijk ontwikkeling waarbij prestatie op een bepaald niveau
voortvloeit uit die van de vorige niveaus. Continue verandering is kwantitatief.
Discontinue verandering = ontwikkeling in aparte stappen of stadia. Elk stadium levert gedrag op
dat kwalitatief anders is dan gedrag van eerdere stadia.
Voorbeelden van discontinu veranderingen:
Objectpermanentie (Jean Piaget):
Een baby ontwikkelt tussen 6 en 12 maanden het vermogen om een beeld in zijn
geheugen vast te houden, zonder het te zien.
* Als een balletje onder de kast rolt, zal een kind die al objectpermanentie ontwikkeld heeft, er
naar op zoek gaan. Voor dit gebeurt, gaat een kind niet op zoek en begint het met iets anders te
spelen. Als het iets niet ziet, is het er niet.
Conservatie (Jean Piaget):
Het gaat om het begrip in de kinderontwikkeling waarbij het wel of niet in staat is kwantiteiten
bij objecten juist in te schatten, ook na verandering van de indeling of opzet van de objecten.
* Piaget deed de volgende proef met kinderen. Eerst toonde hij een jong kind twee identieke
glazen met evenveel vloeistof en vroeg of ze evenveel vloeistof bevatten. Dan goot hij de inhoud
van één van de glazen (in bijzijn van het kind) in een ander glas (hoog en smal). Opnieuw vroeg
hij het kind of beide glazen evenveel vloeistof bevatten. Meestal antwoordde het kind dat het
hoge, smalle glas meer vloeistof bevatte.
Acht levensfasen (Erik Erikson):
Hierin staat voorop dat in elk van de verschillende stadia van de ontwikkeling andere
competenties horen, dus trapsgewijs conform de stadia vinden er ontwikkelingen
plaats.
, Psychosociale ontwikkeling volgens Erikson (inleiding):
Psychosociale stadia: Volgens Erikson wordt de psychosociale ontwikkeling gekenmerkt door acht
opeenvolgende stadia, waarin een individu verschillende ontwikkelingsproblemen ervaart en waarin
hij zijn doelen en sociale relaties heroverweegt.
*Cognitieve ontwikkeling: denken* hoofdstuk 2
Cognitie:
Afkomstig van het Latijnse woord ‘cognoscere’ (kennen/weten)
Definitie cognitie:
Processen die betrokken zijn bij het verwerven & verwerken van informatie
Definitie cognitieve ontwikkeling:
Proces waarbij het denken in de loop der tijd verandert.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eefjevandenheuvel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.