Hoofdstuk 1: basisbeginselen en deelnemers burgerlijk procesrecht
Zie casus begin van het hoofdstuk: Lucas en Future phones
Publiekrecht
- Daar speelt de overheid altijd een rol in haar relatie tot burgers of bedrijven.
- nationaal niveau, door de regering of het Openbaar Ministerie
- op lokaal niveau door bijvoorbeeld een gemeente.
- Strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht
Privaatrecht
- Gaat over alle juridische verhoudingen tussen personen onderling, waarbij de overheid geen
rol speelt.
- Burgerlijk recht of civielrecht
- Personen en familierecht, vermogensrecht en het ondernemingsrecht
Materieel burgerlijk recht
- Omvat inhoudelijke rechten en plichten. Dit zijn rechtsregels om situaties,
rechtsverhoudingen en handelingen juridisch te definiëren en te kwalificeren.
- Welke rechten Lucas en future phones hebben zijn aspecten van materieel burgerlijk recht
- Op grond van het materiele privaatrecht mag Lucas verwachten dat zijn telefoon langer dan
twee weken meegaat (art. 7:18 lid 2 BW) Lucas heeft dan ook recht op herstel of vervanging
van de telefoon te vorderen (art. 7:21 BW)
Formeel burgerlijk recht
- Geeft antwoord op de vraag welke procedureregels van toepassing zijn. Hoe kunnen deze
rechten en plichten (van Lucas en future phones) worden afgedwongen bij de rechter?
- Ook wel genoemd: burgerlijk procesrecht = omvat voorschriften en procedureregels waarmee
een persoon in een civiele procedure zijn materiele rechten en plichten kan wijzigen, tot
stand laten brengen etc.
Functies van het burgerlijk procesrecht:
1. Het handhaven en beïnvloeden van materiele burgerlijke rechten en plichten
2. Het voorkomen van een gerechtelijke procedure (preventieve functie)
3. Het voorkomen van eigeninrichting
Rechtsregels zijn te vinden in wetten, internationale verdragen en verordeningen, maar vloeien ook
voort uit jurisprudentie, gewoonte en algemene rechtsregels.
De vindplaats van een bepaalde rechtsregels wordt de rechtsbron genoemd.
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
Bevat concrete regels voor het voeren van een procedure bij de burgerlijke rechter. Hierin vind
je terug hoe een procespartij een zaak voor de rechter kan brengen en aan welke regels de
deelnemers van een procedure zich moeten houden.
Geeft het wettelijke kader van het procederen bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge
Raad.
- Wet op rechterlijke organisatie (wet RO)
Is opgenomen hoe de rechterlijke macht in Nederland is georganiseerd. Hier zijn ook de
organisaties en taken van de rechtbanken, gerechtshoven en Hoge Raad vastgelegd.
, - Artikel 6 Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de mens (internationale
regelgeving)
Stel dat Lucas Nederlands is een de telefoon koopt bij future phones in Antwerpen, is dan het
Nederlandse recht of het Belgische recht van toepassing?
Internationale regelgeving die relevant is:
1. EEX-verordeningen (herschikking)/ Brussel I-bis
Verordening van de Europese Unie. Een EU-verordening is een besluit van de EU, dat
rechtstreeks van toepassing is binnen alle lidstaten en dat algemeen verbindende kracht
heeft. In Brussel I-bis wordt bepaald welke rechter in burgerlijke en handelszaken in een
Europees conflict bevoegd is, evenals op welke manier uitspraken van buitenlandse rechters
in andere lidstaten erkend en uitgevoerd worden. Brussel I-bis is van toepassing op
procedures die ingesteld zijn na 10 januari 2015. De oude EEX-Verordening is van toepassing
op procedures die voor 10 januari 2015 gestart zijn.
2. EG-bewijsverordening
Betreft de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van
bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken, is beter bekend als de Bewijsverordening.
Deze verordening heeft als doel de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het
gebied van bewijsverkrijging te verbeteren, vergemakkelijken en bespoedigen. Dit is ook een
verordening van de EU
3. EG-betekenisverordening
Deze verordening ziet op het vergemakkelijken van de betekening en kennisgeving van
stukken tussen de verschillende lidstaten. Deze verordening is van kracht binnen de EU.
4. Europees-verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele
vrijheden.
Hierin zijn mensen- en burgerrechten geregeld die gelden voor alle inwoners van de
verdragstaten. Zie art 6 EVRM
Recht op rechtspraak en bijstand
- Iedereen moet een rechterlijke procedure kunnen beginnen en iedereen heeft recht op
juridische bijstand. Artikel 17, 18 en 112 GW.
- Mensen met een laag inkomen hebben recht op gesubsidieerde rechtsbijstand. Ze hoeven
alleen een eigen bijdrage te betalen, de rest betaald de staat.
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
- Onafhankelijk: de rechter is geen verantwoording verschuldigd aan de overheid, collega-
rechters of aan het gerechtsbestuur.
- Onpartijdigheid: de rechter oordeelt zonder zich te laten leiden door de personen van de
procespartijen.
- Wanneer een partij op gerechtvaardigde grond twijfelt aan de onpartijdigheid van de rechter,
dan kan die partij de rechter wraken artikel 36 Rv. Is de rechter zelf van mening dat zij in een
bepaalde zaak niet onpartijdig kan zijn, dan kan zij verzoeken zich te laten vervangen door
een andere rechter. Dit heet verschoning artikel 40 Rv.
,Hoor en wederhoor
- Gelijkheidsbeginsel: betekend dat partijen in de gelegenheid gesteld moeten worden om hun
standpunten in een zaak naar voren te brengen artikel 19 Rv. Beide partijen moeten evenveel
gelegenheid krijgen om hun verordeningen en verweren kenbaar te maken en over en weer
op elkaar te reageren.
- De rechter mag het oordeel, dat in het nadeel is van een van de partijen, niet baseren op
stukken of andere informatie waarover een partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
- Schending van het beginsel hoor en wederhoor levert een essentieel vormverzuim op. Het
beginsel van hoor en wederhoor houdt ook in dat partijen in de gelegenheid moeten worden
gesteld om een reactie te geven op alle informatie die de rechter gebruikt om tot een oordeel
te kunnen komen.
Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
- Artikel 20 Rv bepaalt dat de behandeling van en beslissing over een zaak binnen een redelijke
termijn moeten plaatsvinden. De rechter en de partijen waken tegen onredelijke vertraging
van de procedure.
Openbaarheid van zitting en uitspraak
- Het openbaarheidsbeginsel heeft betrekking op de openbaarheid van de zitting en de
openbaarheid van de uitspraak. Zittingen moeten in beginsel in het openbaar plaatsvinden
artikel 27 Rv. Uitzondering hierop kan worden gemaakt wanneer de goede zeden, openbare
orde etc besloten behandeling noodzakelijk maken
- Artikel 29 Rv zegt dat de uitspraak ook in het openbaar moet plaatsvinden. Op deze regel kan
geen uitzondering worden gemaakt. Het doen van een uitspraak betekend in civiele zaken dat
de rechter haar schriftelijke beslissing geeft en dat deze voor partijen digitaal beschikbaar, en
daarmee openbaar is.
Motiveringsbeginsel
- De rechter moet haar uitspraak motiveren artikel 30 Rv dit wordt ook wel met redenen
omkleed genoemd.
- De uitspraak moet de grondslagen bevatten voor de beslissing en de argumenten waarop de
rechter haar beslissing heeft gebaseerd.
Geen rechtsweigering en volledige beslissing
- De rechter moet in alle gevallen een beslissing nemen over het geschil dat aan haar is
voorgelegd. Zij mag niet weigeren om een uitspraak te doen artikel 26 Rv en artikel 13 Wet
algemene bepalingen. De eindbeslissing van de rechter moet volledig zijn en moet deze alle
geschilpunten betreffen artikel 23 Rv
Beginsel van partijautonomie
- Artikel 24 Rv de grondslag voor de beslissing van de rechter wordt gevormd door de
stellingen die procespartijen aan haar voorleggen. De burgerlijke rechter is lijdelijk en partijen
bepalen zelf de omvang van de gerechtelijke procedure.
- de rechter oordeelt alleen over vorderingen, verzoeken, verweren, stellingen en argumenten
die partijen haar voorleggen.
- Lijdelijkheidbeginsel: omdat het beginsel van partijautonomie met de lijdelijkheid van de
rechter verband houdt.
, Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
- De rechter moet, indien nodig, op eigen initiatief rechtsgronden aan vullen artikel 25 Rv.
- Als een procespartij zijn vordering of verweer baseert op een onjuiste rechtsgrondslag, moet
de rechter de procespartij te hulp schieten door de juiste rechtsgrond aan te vullen.
Voorwaarde is wel dat de procespartij voldoende feiten aanvoert om de juiste rechtsgrond te
kunnen onderbouwen. De rechter mag immers geen feiten aanvullen.
Natuurlijke personen en rechtspersonen
- Aan een civiele procedure kunnen natuurlijke – en rechtspersonen deelnemen.
- Natuurlijk persoon: een mens van vlees en bloed rechtspersonen: organisaties of bedrijven.
Bijvoorbeeld ook gemeenten, provincies (publiekrechtelijke rechtspersonen), bedrijven,
stichtingen en verenigingen (privaatrechtelijke rechtspersonen)
- De vennootschap onder firma (VOF), de commanditaire vennootschap (CV) en de maatschap
zijn geen rechtspersonen en geen natuurlijke personen. Wel zijn zij bevoegd om te
procederen artikel 51 Rv. Een dergelijke bevoegdheid bestaat als uitzondering ook voor de
ondernemingsraad van een rechtspersoon. Een OR heeft wel procesbevoegdheid op grond
van artikel 26 van de Wet op de ondernemingen.
Vertegenwoordigers van een natuurlijk persoon
- Artikel 3:32 lid 1 BW: ieder natuurlijk persoon is handelingsbekwaam en mag zelfstandig
rechtshandelingen verrichten.
- Wanneer een natuurlijk persoon handelingsonbekwaam is, moet hij worden
vertegenwoordigd door een wettelijke vertegenwoordiger.
In geval van vertegenwoordiging van een handelingsonbekwame procespartij, noemen wij de
vertegenwoordiger de formele procespartij en de vertegenwoordigde de materiele procespartij.
- De formele procespartij is de persoon die de beslissingen in de procedure neemt en op wiens
naam de procedure wordt gevoerd.
- De materiele procespartij is degene wiens inhoudelijke belang in de zaak aan de orde is. Het
is de materiele procespartij die uiteindelijk jegens de wederpartij gebonden en/of gerechtigd
wordt door de uitspraak van de rechter.
Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
- Een rechtspersoon kan niet zelf procederen, aangezien een rechtspersoon geen feitelijke
handeling kan verrichten, zoals verschijnen op de zitting.
De vertegenwoordiger van een rechtspersoon wordt door het verrichten van de feitelijke
proceshandelingen geen formele procespartij. De procedure wordt op de naam van de rechtspersoon
zelf gevoerd.
- De rechtspersoon is zowel de formele als materiele procespartij.
- Dit is anders als de rechtspersoon handelingsonbekwaam is, bijvoorbeeld door een
faillissement. Dit dat geval wordt er een curator aangesteld die de failliete boedel gaat
beheren en in rechte kan optreden voor de rechtspersoon. De curator is dan wel formele
procespartij, terwijl de rechtspersoon de materiele procespartij is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper danishalunenborg28. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.