Godsdienst
Deel 1: Godsdienstdidactiek in de lagere school:
achtergrond
1. De katholieke school in een veranderde
samenleving
1.1. Inleiding
1.2. Een veranderde maatschappij
Vorming, opvoeding en onderwijs staan niet los van de maatschappij.
De school is een maatschappelijke instelling waar leerlingen met verschillende
domeinen van cultuur en het maatschappelijk leven in contact komen. Een
veranderende samenleving zal ook leiden tot een verandering van inzichten in
verband met de inhouden en methoden van opvoeding en onderwijs in het algemeen
en de opdrachten voor het katholieke basisonderwijs in het bijzonder.
BV: straffen, vroeger andere manier hoe men omging met kinderen dan nu. Nu
ander denken hoe we kinderen moeten opvoeden. Vroeger zowel lichamelijk als
emotioneel gestraft. (Gedragen als varken, met ezelsoren op speelplaats lopen)
1.2.1. Levensbeschouwing, visie op mensbeeld, wereldbeeld en Godsbeeld
Metafoor van het raam van Raimun Pannikar, om het te hebben over interreligieuze
dialoog.
We zien de wereld allemaal vanuit ons persoonlijk standpunt. We zien de wereld
doorheen een vensterraam. Hierover twee opmerkingen:
1. Hoe schoner het raam is, hoe minder we het raam zelf zien en hou
enthousiaster we zijn over datgenen wat we zien
2. Ik kijk door mijn venster en ik kan niet ontkennen wat ik zie door mijn
venster. Ik kijk niet door het venster van mijn buur.
= Ik ontdek dat de ander, mijn buurman, niet dezelfde wereld ziet als ik. Maar ik
ontdek ook dat ik niet de hele wereld zie.
Ik dacht dat ik alles zag en nu vertel jij mij dat er meer is. Dat hoeft voor mij niet.
Maar dat is een uitdaging.
à Hier begint de interreligieuze dialoog. Je zegt wat je hoort en wat je gelooft en je
vertelt je ervaring en tegelijkertijd sta je open voor de andere verhalen, andere
ervaringen. Dat is dialoog.
Ieder mens heeft een persoonlijk referentiekader dat werkt als een soort venster
waardoor je naar de wereld kijkt. Ook als je jou daar niet bewust van bent, kijk je
door een venster naar het leven. Dat venster is jouw eigen persoonlijke
levensbeschouwing, het is jouw verhaal, jouw kijk. Het gaat niet louter over wat je
ziet, maar de interpretatie over wat je ziet.
Levensbeschouwing is altijd dynamisch en open.
Beschouwen is datgene wat je ziet in jou laten doordringen en erover nadenken. Je
levensbeschouwing is jouw persoonlijke ‘beschouwing op het leven’. Iedereen
1
,ontwikkelt een persoonlijke levensbeschouwing, door wat je meemaakt
(contrastervaringen), door levensvragen die je stelt en hoe je daar betekenis aan
geeft. Jouw venster is niet neutraal, het is altijd gekleurd door de waarde die je
toekent aan wat je ziet, voelt, hoort, meemaakt,…het wordt ook gekleurd door jezelf,
maar ook door de context en de omgeving waarin je bent opgegroeid, leeft,…De
betekenisgeving gebeurt altijd in interactie met jouw omgeving. Doordat de
omgeving steeds verandert, verandert ook jouw betekenisgeving.
Levensbeschouwelijke ontwikkeling is het steeds opnieuw betekenis geven aan de
wereld om je heen. Deze ontwikkeling gaan jouw leven lang door. Je
levensbeschouwing is dus dynamisch en open.
Door na te denken over wie je bent, hoe je kijkt naar het leven, wat jij belangrijk
vindt en waarvoor je wilt staan, ontwikkel je jouw eigen persoonlijke identiteit.
Een mensbeeld of mensvisie is een beeld of opvatting over wie de mens is of zou
moeten zijn.
Een wereldbeeld of maatschappijbeeld is de opvatting die een mens heeft over hoe
de wereld is of zou moeten zijn.
Een godsbeeld beschrijft het beeld of de opvatting die een mens over de
transcendente dimensie van het leven heeft. Iedereen heeft een beeld van God. Ook
als je zegt dat God niet bestaat, is dat een godsbeeld.
1.2.2. Een evolutie in het mensbeeld, wereldbeeld en Godsbeeld
• Een wereld van verschil van heteronomie naar autonomie
(Zie foto’s Toledo)
Vroeger (tot 16e eeuw): heteronoom denkbeeld
Tot 16 de eeuw, in culturen was het idee ontstaan dat de wereld volledig afhankelijk
was van andere wereld bijv. bliksem en donder= straf van God in andere wereld =
axioma of aanname
Vanaf 16e eeuw: autonoom denkbeeld door de ratio: het verstand bijv. bliksem=
elektrische ontlading. Mens moet autonoom zijn en eigen (morele) wetten in zichzelf
vinden.( humanisme)- ontstaan van het democratische idee- moderniteit.
Vanaf 19e eeuw: atheïsme: “De dolende mens” met als godsbeeld “God is dood” van
F. Nietsche ( Duitse filosoof). “De onwerkzame” bovenwereld wordt de “onwerkelijke”
bovenwereld.
Vanaf 20e eeuw: R. Lenaers: streven naar een theonoom denken maw uitdaging voor
christendom om de geloofsinhoud en geloofsbeleving te hertalen.
1.2.3. Hoe mensbeeld, wereldbeeld en Godsbeeld samenhangen
Marc Vandepitte:
• God schiep de mens naar zijn beeld
• Het spreken over God zegt dikwijls meer over onszelf, over de mens en de
wereld, dan over God zelf
• Godsbeelden weerspiegelen dus bijna steeds wat er in de maatschappij leeft
en hoe mensen denken en voelen.
o De God van Abraham en niet God van Abraham
2
, o JHWH rondtrekt met zijn volk en vestigt in tempel
o God als mannelijk en blank
• Godsbeeld zegt iets over het mens, wereldbeeld dat jij hebt op dat moment.
Het denken over God is een projectie van het heersende denken. Of beter, de
heerser schept God naar zijn beeld en gelijkenis. God en diens beelden komen dus
nooit uit de lucht gevallen maar leren ons veel over de wereld en de mens.
Theologie, bijbel als supermarkt? Neen, 1 God die opkomt voor verdrukten
Bijvoorbeeld
• Heteronoom
Ik ben boos op God! Waarom laat hij mijn oma sterven? à God staat achter
het lijden
• Autonoom
God is als een horlogemaker hij heeft de schepping wel gemaakt maar trekt er
zich verder niets van aan. à God staat boven het lijden
• Theonoom
God is aanwezig in de solidariteit à God lijdt mee met de mensen
1.2.4. Enkele kenmerken van de hedendaagse maatschappij
Secularisering en detraditionalisering
• = Verwereldlijking
• Afnemen vd invloed vh christelijk geloof
• Levensvisie: publieke sfeer à privésfeer
• Vermindering godsdienstigheid
• Belang rituelen & symbolen zonder ingebed zijn in godsdienstige traditie
Globalisering en pluralisering
Globalisering:
• = wereldwijd verbinden van vele menselijke leefwerelden tot één groot
systeem
• bv. satellietverbindingen, netwerken, internationale verdragen,…
• De wereld wordt één samenhangend geheel
• De wereld is een dorp (door westerse bril gezien)
Pluralisering:
• Verscheidenheid van leefpatronen en waardenstelsels
• Multiculturele en multireligieuze maatschappij
à Voelbaar in de klas! Grote verscheidenheid van lln en lkr (achtergrond, opvoeding,
leefwijze,…)
Autonomie en individualisering
Als gevolg van:
• Het verdwijnen van grote verhalen (detraditionalisering)
• Rationalisering
• Securalisering (ver-wereld-lijking)
• Globalisering
• Pluralisering
Krijgen te maken met individualisering
3
, à Mens zelf verantwoordelijkheid in handen neemt, zelf zijn weg kiest in vele
mogelijkheden à voor- en nadelen
1.2.5. Voorbeelden van mensbeelden, wereldbeelden en Godsbeelden
Enkele voorbeelden:
• Steven Cuts à maatschappijkritische illustraties
• Professor Dirk De Wachter à beetje ongelukkig zijn
• Paus Francicus à de zorg over ons gemeenschappelijk huis
• Donald Trump à klimaatopwarming
1.3. De school als multiculturele en multilevensbeschouwelijke
samenleving in het klein
1.3.1. Een katholieke basisschool in een multiculturele maatschappij
Hedendaagse katholieke basisschool geeft invulling aan pedagogisch project te
midden van wereld van verschil.
Vraag: “Hoe gaan we onze ziel niet verliezen en toch tegelijkertijd de ziel van de
andere respecteren?”
à Evenwicht zoeken tussen eigen identiteit en de openheid de ander.
1.3.2. De identiteitsdriehoek
• Persoonlijke identiteit: ‘hoe sta ik
op levensbeschouwelijk vlak in het
leven?’
• Professionele identiteit: hoe zie ik
later mijn beroep als onderwijzer?
• Institutionele identiteit: identiteit
van de school waar ik zal werken
A) Mijn persoonlijke identiteit
PKG – schaal
Eerste as: meet wat men gelooft
Tweede as: manier waarop men gelooft, hoe? Letterlijk? Symbolisch?
Orthodoxie of letterlijk • ‘rechte leer’
geloof • Letterlijke interpretatie van geloofsovertuigingen en religieuze
doctrines (gesloten denksysteem)
• Bijbelverhalen / religieuze taal worden letterlijk geïnterpreteerd
• Geloof in een onveranderlijke, persoonlijke God
• Geloof = absolute zekerheid
• Vermijden van moeilijke geloofsvragen
• Liefst duidelijke en onveranderlijke antwoorden die worden ontleend
aan het gezag van de Kerk
4