Samenvatting Religie, zingeving
en levensbeschouwing
Aan de bron van het christendom
Jezus van Nazareth
Jezus van Nazareth is de stichter van het Christendom. Jezus Christus is een erenaam en niet zijn
familienaam, en is ook een geloofskwestie en dus geen bron van historisch-kritisch onderzoek. Jezus
is geboren voor het jaar 1 na Chr. dit heeft te maken met de christelijke tijdrekeningen. In de oudheid
en middeleeuwen rekende men per regeringsjaren van hun vorst. Met dank aan enorm veel
verschillende rijken toen en verschillende vorsten, was er dus geen referentiejaar. Men besloot om
een jaartelling te hebben vanaf de geboorte van Jezus en een monnik telde dus in de 6 e eeuw terug
naar dan en vergiste zich enkele jaren. Jezus is geboren in Nazareth en dus niet in Bethlehem zoals
het kerstverhaal zegt. Hij leefde niet in armoede, zijn vader was ambachtsman en verdiende wel zijn
kost, niet rijk maar genoeg om tot de middenklasse te behoren.
De kern van Jezus’ onderricht
Het doel van Jezus, ook zijn missie, is de verkondiging van het Rijk Gods en alles wat daarmee
gepaard gaat. Christenen moeten zich kunnen spiegelen aan de relatie van Jezus met God om op die
manier een gemeenschap met Christus en met de naaste te kunnen stichten. De verkondiging van
het Rijk Gods is een verhaal van hoop.
De betekenis van Jezus tot op vandaag
Naastenliefde
Jezus was revolutionair in de zin van vernieuwend zijn. Zijn belangrijkste principe dat tot op heden
nog niet gerealiseerd is, is de naastenliefde (= behandel de mensen zoals je wil dat ze jullie
behandelen). Voor andere betekende dit je vrienden, je eigen volk, de hogere klassen maar voor
Jezus betekende dit iedereen, alle mensen, inclusief jouw vijanden.
Gelijkheid
In de oudheid is gelijkheid een vreemde zaak, toch plaatste Jezus dit centraal en kwam hij zelfs op
voor de minderwaardigen in die tijd zoals vrouwen en kinderen, zieken, prostituees. Hij noemt
iedereen ‘broeders en zusters’ want voor hem is iedereen kind van God. Tot op vandaag is gelijkheid
een werkpunt in onze samenleving, bv vrouwen die minder verdienen voor hetzelfde werk.
Unieke menswaardigheid
Door de gelijkheid van elke mens te beklemtonen (ongeacht geslacht, herkomst, sociale status,…)
wordt elke mens erkend als een volwaardige mens. Elke mens beschikt over een intrinsieke waarde
en over de mogelijkheden om zichzelf te ontplooien. Elke mens beschikt over een vrije wil om
zichzelf ten volle te realiseren. Dit idee van unieke menswaardigheid is gebaseerd op de Bijbel, die
beweert dat de mens geschapen is naar het beeld van en de gelijkenis met God.
Vrijheid
Gelijkheid houdt vrijheid in, bv een slaven zijn een teken van ongelijkheid en zij zijn ook onvrij.
Sociale rechtvaardigheid
Volgens de evangelies waren het niet de Romeinen die Jezus wouden kruisigen, omdat hij een
politieke onruststoker zou zijn, maar een groepje joodse religieuze leiders omdat hij hun religieuze en
, sociale gezag ondermijnde. Jezus pleit voor sociale rechtvaardigheid onder de vorm van herverdeling.
De kloof tussen arm en rijk mag niet te groot worden.
Geweldloosheid
Enkel liefde kan de spiraal van geweld doorbreken. Jezus had het idee dat als er kwaad ontstaat of
geweld dat iemand dit wil bestrijden met een groter kwaad waardoor hier een spiraal ontstaat van
geweld. Hierom is het beter dat wanneer iemand jou kwaad aandoet, je dit met liefde moet
bestrijden. “Als iemand op jouw rechter wang slaat, keer ook uw linker toe.” Jezus staat dus ook voor
geweldloosheid.
De bronteksten: de evangelies
De belangrijkste bronnen over Jezus zijn de 4 evangelies. Evangelie betekent blijde boodschap of
goed nieuws. Het Nieuwe Testament bevat deze 4 evangelies, geschreven door Mattëus, Marcus,
Lucas en Johannes.
De Bijbel
Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament bestaat uit de 4 evangelies, de Handelingen der Apostelen, apostelbrieven en
een apocalyps. Deze apocalyps beschrijft uitermate symbolisch en beeldrijk het einde der tijden. Het
NT is een samenstelling van 27 boeken.
Oude Testament
Het Oude Testament gaat in totaal om 45 boeken, de meeste van deze boeken vormen de
Hebreeuws Bijbel ofwel de joodse heilige schrift: de Tenach.
Geloof en wetenschap
Tegenwoordig worden geloof en wetenschap als elkaars tegengestelde voorgesteld terwijl dit
vroeger niet zo noodzakelijk was. Het antagonisme tussen geloof en wetenschap heeft in historische
termen geen lange voorgeschiedenis. Voor de 18 e eeuw is er van een breuk helemaal geen spraken.
De eerste scheurtjes in de geschiedenis van het conflict kwamen er in het harmonische model.
Middeleeuwen: het harmoniemodel
Elke middeleeuwer was overtuigd van het bestaan van God, atheïsme was onbestaande. Leren over
God ging dan op 2 manieren of uit 2 boeken: de Bijbel en het boek van de natuur. Er bestaat een
perfecte harmonie tussen geloof en wetenschap. Het achterliggende wetenschappelijke
verklaringsmodel heet de causaliteit of oorzakelijkheid (actie-reactie). Uiteindelijk moet de
onderzoeker uitkomen bij een eerste oorzaak die zelf niet veroorzaakt is en dat noemen de
middeleeuwers God (let op: ze noemen het God, ze beweren niet dat dit zo is).
Moderne tijd: het conflictmodel
Uit enkele uitspraken in de Bijbel hebben de middeleeuwers afgeleid dat de aarde centraal staat in
het heelal. Dit is weerlegd door Copernicus (Poolse astronoom en wiskundige) en werd verdedigt
door Galileo Galilei (Italiaanse astronoom, natuurkundige, wiskundige en filosoof). Het
heliocentrisme (is het sterrenkundig model waarin de aarde, en de andere planeten van het
zonnestelsel, periodiek om de zon draaien, die het centrum van het zonnestelsel vormt.) tastte heel
het denken over God, kosmos en de mens aan. Galilei bracht het eeuwenoude harmoniemodel uit
balans en zette een evolutie op gang. Er was nog geen breuk in het model maar wel al kleine
scheurtjes. Isaac Newton begon dan de engelen te vervangen door fysische wetten en krachten maar
God bleef wel nog steeds de schepper van de kosmos.