Nederlands: deel 2; les 8, 10, 11, 13 en 14
Les 8
Het opsommend verband
In een opsommend verband noemt de schrijver een aantal elementen op. De volgorde van die
elementen is niet zo belangrijk. Het opsommend verband is herkenbaar aan bepaalde
signaalwoorden: eerst, en, ook, verder, bovendien, daarnaast …
Woordenschat van een beschrijving
- kruin - getaand (zongebruind)
- bakkebaarden - verbleekt (bleek zijn)
- kraaienpootjes - bruingeel (zongebruind)
- jukbeenderen - teer (mager, klein)
- broos (mager, klein) - vaal (bleek zijn)
- frêle (mager, klein) - zwaarlijvig (dik, zwaarlijvig)
- corpulent (dik, zwaarlijvig) - flets (bleek zijn)
- gezet (dik, zwaarlijvig) - verweerd (zongebruind)
Het beschrijvend verband
Als een schrijver iets of iemand wil beschrijven, gebruikt hij het beschrijvend verband. Hij kan dan
proberen een antwoord te geven op de topische vragen of hij beschrijft enkele aspecten van een
onderwerp. Een beschrijvend verband heeft geen typische signaalwoorden een
Les 10
Taalregister
Om je taalgebruik aan de situatie aan te passen, gebruik je een taalregister. De stijl van het
taalregister kan gaan van informeel over neutraal tot formeel. Of je aal in een situatie al dan niet
gepast is, hangt onder andere af van deze vier factoren:
- het doelpubliek
Gekend of ongekend? Jonger of ouder? Meerdere of ondergeschikte? ...
- het tekstdoel
informeren, overtuigen, een instructie geven, een verhaal vertellen ...
- het kanaal
Vlaamse televisie, lokale radio, een tijdschrift, een groepschat …
- het teksttype
een journaal, een spraakbericht, een wetenschappelijk boek, een verkooppraatje ...
Taalregister in het woordenboek
Woordenboeken geven heel wat woorden een label dat aangeeft tot welk taalregister ze behoren:
voicemail, informeel, schrijftaal, volkstaal, vulgair...
Wanneer je twijfelt over het taalregister van een woord, kun je het opzoeken. Zo kun je beter
inschatten in welke situaties je bepaalde woorden kunt gebruiken.
, Standaardnederlands, tussentaal en dialect
Standaardnederlands is de standaard variant van het Nederlands. Je kunt het gebruiken:
- in formele, officiële of zakelijke situaties
- wanneer de sociale afstand tussen de sprekers vrij groot is
- in zakelijke teksten
Tussentaal is een Brabants-Antwerps gekleurde omgangstaal, die zowel kenmerken heeft van
Standaardnederlands als van dialect. Tussentaal is de taal geworden waarin de meerderheid van de
Vlamingen zich mondeling vlot en verstaanbaar uitdrukt, ook al zijn er nog wat tegenstanders die
vinden dat het een onverzorgde sloddertaal is.
Enkele kenmerken:
- niet-uitgesproken eindmedeklinkers
- gij-systeem in de tweede persoon
Dialect is een plaatselijke, lokale vorm van het Nederlands, die je in contacten met mensen uit
dezelfde streek, thuis of bij familie kunt gebruiken. Het wordt door steeds minder Vlamingen in een
zuivere vorm gesproken.
Les 11
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden
Bij spreekwoorden is de formulering onveranderlijk. Een spreekwoord drukt ook meestal een
wijsheid uit en de persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd.
bijv.: Onkruid vergaat niet.
Bij uitdrukkingen kan de formulering aan de zin worden aangepast. Een uitdrukking bevat steeds een
werkwoord. Het onderwerp kan veranderen en van het werkwoord kun je de tijd aanpassen.
bijv.: met vuur spelen -> De jager speelt met vuur.
Een gezegde is een vaste verbinding van woorden die geen werkwoord bevat. Het gezegde is altijd
een zinsdeel dat op meerdere plaatsen in een zin kan staan.
bijv.: door dik en dun
De betekenis van figuurlijk taalgebruik opzoeken
In een woordenboek kun je spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden altijd vinden door te zoeken
op het eerste trefwoord. Meestal is dat trefwoord het eerste zelfstandig naamwoord In de zin.
Ook op het internet kun je de betekenis van spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden vinden. Je
gebruikt dan best een online woordenboek om zeker te zijn van de betrouwbaarheid van de
verklaring.
Figuurlijk taalgebruik inzetten
Figuurlijk taalgebruik heeft als doel om ingewikkelde dingen of situaties op een eenvoudige manier
uit te leggen. Ook wordt het vaak gebruikt in de media en reclame om de aandacht te trekken en om
humor te creëren. Je kunt creatief met taal omgaan door te spelen met het verschil tussen figuurlijk
en letterlijk taalgebruik. Een woord of uitdrukking letterlijk nemen, wat oorspronkelijk niet de
bedoeling is, kan een humoristisch effect hebben.
Etymologie
Etymologie is de wetenschap die de oorsprong en de geschiedenis van woorden opspoort. In een
etymologisch woordenboek vind je de ontstaansgeschiedenis van duizenden woorden.