In dit document vindt u de belangrijkste informatie omtrent de Inkomsten- en vennootschapsbelasting. Het boxenstelsel, vermogensvergelijkingen en bijzonderheden worden uitgelegd.
Daarnaast, worden belangrijke opdracht uit hoofdstuk 3, 4, 6 en 9 uitgebreid uitgelegd en zit er ook een oefententamen...
Belastingrecht
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Door belasting te betalen, levert iedere burger een bijdrage aan de financiering van de
overheid.
Financieringsmogelijkheden voor de overheid
1. Belastingen
Verplichte bijdrage van burgers, zonder dat daar een specifieke tegenprestatie
tegenover staat. Bijdrage aan de overheid voor nieuwe wegen.
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting
2. Retributies
Bijdrage met tegenprestatie. Vergoedingen die een burger betaald omdat hij
bepaalde diensten van de overheid afneemt.
Paspoort, rijbewijs, bouwvergunning
3. Sociale premies
Premie volksverzekeringen:
Premies die worden geheven om uitkeringen te kunnen betalen. AOW-premie om
AOW-uitkeringen uit te betalen aan mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt.
Premie werknemersverzekeringen:
ZW (Ziekte wet), WIA. Deze premies komen ten laste van de werkgever.
4. Overige inkomsten
Inkomsten uit de verkoop van gas
Plaats van het belastingrecht
Publiekrecht
Regelt de verhouding tussen de overheid en haar burgers (belastingrecht, strafrecht)
Privaatrecht
Regelt de verhouding tussen burgers onderling
Plaats binnen de wetten
Eén geheel verzameling van wetten, die zich allemaal richten op heffen van belasting.
Materieelrecht
Wetten die ingaan op de wijze waarop moet worden bepaald hoeveel belasting er
verschuldigd is.
Formeelrecht
Verhouding tussen Belastingdienst en Belastingplichtige. In het formele belastingrecht staan
regels met verplichtingen voor de belastingplichtige, zoals aangifteplicht.
Soorten belastingen
Directe belasting
VPB/IB (geheven van belastingplichtige)
Indirecte belasting
Omzetbelasting (geheven van consument)
Je betaalt niet aan de belastingdienst, maar aan de ondernemer waar je iets van
koopt. Je hebt dus een extra schakel. (Btw)
,Tijdvakbelasting
Inkomens- en vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting 1 jaar tijdvak
over een periode.
Tijdstipbelasting
Erf en schenkbelasting
Aanslagbelasting
Inkomstenbelasting en Vennootschapsbelasting
Aangifte: Bekijkt de inspecteur, er ontstaat een aanslag en je moet geld betalen of je
krijgt het terug
Bij aanslag betaling op moment ontvangst aanslag
De inspecteur bezit al jouw ingehouden geld
IB/VPB:
Aangifte opgesteld door jezelf of een accountant Belastingdienst inspecteert Aanslag
opgelegd door de Belastingdienst
Aangiftebelasting
Loonbelasting en omzetbelasting
Aangifte: Gelijk betalen
Bij aangifte verschuldigde belasting betalen op moment doen van aangifte
OB/LH:
Aangifte opgesteld door jezelf of een accountant Gelijk betalen
(De Belastingdienst kijkt hier verder niet naar, maar kan altijd een naheffingsaanslag geven)
Verschil in het betalen Aanslag, wacht met betalen totdat de inspecteur gekeken
(hij bezit namelijk al JOUW geld) heeft.
Aangifte je moet gelijk betalen, overheid wil zo snel mogelijk zijn geld het is namelijk
geld van de overheid.
Subjectieve belastingen
Er wordt rekening gehouden met jou als persoon die de belasting verschuldigd is. (Kinderen)
Objectieve belastingen
Er wordt geen rekening gehouden met zaken als kinderen hebben (overdrachtsbelasting aan
de Belastingdienst afdragen 8%)
Beginselen in het belastingrecht
Draagkrachtbeginsel
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
Iemand met een hoog inkomen kan verhoudingsgewijs meer bijdragen dan iemand
met een laag inkomen
Box 1 Inkomstenbelasting heeft een progressief tarief
Profijtbeginsel
Iedere Nederlander heeft profijt van de zaken die de overheid voor haar rekening
neemt. Denk hierbij aan het organiseren van onderwijs en de aanleg van wegen.
Beginsel van de minste pijn
Niemand vindt het leuk om belasting te betalen. Dit gevoel wordt sterker naarmate
de te betalen belasting hoger wordt. Hierdoor worden bepaalde belastingen geheven
zonder dat de belastingplichtige dit merkt.
o Voorbeeld: loonbelasting wat wordt van tevoren ingehouden
, Beginsel van bevoorrechte verkrijging
Sommige mensen in Nederland vinden het niet terecht dat je belasting moet betalen
als je een prijs wint in een loterij of een erfenis ontvangt. Toch moeten mensen in
dergelijke situaties respectievelijk kansspelbelasting en erfbelasting betalen, omdat
zij een financiële meevaller hebben ontvangen en een heffing op deze meevaller
minder in de portemonnee wordt gevoeld. Deze heffing is eenmalig en heeft
daardoor geen invloed op het maandelijkse inkomen van de betreffende persoon.
Winst uit onderneming
Natuurlijk persoon: Inkomstenbelasting box 1
Progressief tarief
Rechtspersoon: Vennootschapsbelasting
Winst uitgekeerd aan
Aandeelhouder/natuurlijk persoon:
, Hoofdstuk 3: Raamwerk Wet IB
Inkomstenbelasting wordt geheven op natuurlijke personen (ieder mens die Nederlands
inkomen geniet)
Binnenlands belastingplichtige
Een binnenlands belastingplichtige moet zijn wereldinkomen aangeven. Dat houdt in: fiscaal
inkomen in Nederland en in het buitenland, geld op de Nederlandse betaalrekening en de
buitenlandse spaarrekening. Woonplaats volgens art.4 AWR. Nederland
Buitenlands belastingplichtige
Een buitenlands belastingplichtige moet zijn Nederlands inkomen aangeven. Dat houdt in:
het fiscale inkomen dat alleen gekoppeld is aan Nederland. Dat is bijvoorbeeld loon uit een
Nederlandse dienstbetrekking en geld op een Nederlandse betaal- en/of spaarrekening.
Dubbele belastingheffing
Iemand die uit Nederland en buitenland aan inkomen geniet kan dubbelbelasting geheven
worden (Inkomstenbelasting)
Woonplaats in Nederland, maar Buitenlands inkomen
Omdat Christel in Nederland woont, is ze binnenlands belastingplichtig (art. 2.1 lid 1 letter a
Wet IB). Ze moet haar buitenlandse inkomen aangeven in Nederland en hier wordt belasting
over geheven.
Wanneer is voor een natuurlijk persoon je woonplaats Nederland?
Er wordt gekeken, waar de plaats van het sociaal en economische middelpunt van iemands
leven ligt. Art. 4 AWR
U brengt de meeste tijd door op een adres in Nederland.
Uw partner en uw gezin wonen in Nederland.
U werkt in Nederland.
U bent verzekerd in Nederland.
U hebt een huisarts in Nederland.
U bent lid van 1 of meer Nederlandse verenigingen.
Uw kinderen volgen een opleiding in Nederland.
Woonplaatsficties
Iemand die ophoudt in Nederland te wonen en binnen een jaar daarna weer in Nederland
gaat wonen, blijft binnenlands belastingplichtig. Ook voor het jaar dat hij in het buitenland
woont.
Dit geldt niet als je tijdens de afwezigheid als inwoner belastingplichtig was in een lidstaat
van de Europese Unie
Naar het buitenland, binnen een jaar weer terug
Diplomatenfictie: Nederlanders die als ambtenaar in het buitenland gaan werken,
worden voor de toepassing van de Wet IB onder bepaalde voorwaarden geacht in
Nederland te blijven wonen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eliseeprins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,84. Je zit daarna nergens aan vast.
