Inhoudsopgave
1 Algemeen................................................................................................................................................... 2
1.1 Functies bloed.................................................................................................................................................3
1.2 Samenstelling v bloed.....................................................................................................................................3
1.3 De hematopoëse............................................................................................................................................3
2 De bloedplaatjes (trombocyten) en de hemostase.......................................................................................4
2.1 De primaire hemostase..................................................................................................................................5
2.1.1 mechanismen..........................................................................................................................................5
2.1.2 test van de primaire hemostase.............................................................................................................6
2.1.3 farmacologische beïnvloeding vd primaire hemostase..........................................................................7
2.2 De secundaire hemostase...............................................................................................................................8
2.2.1 elementen van de bloedstolling.............................................................................................................9
2.2.2 verloop van de bloedstolling..................................................................................................................9
2.2.3 farmacologische beïnvloeding van de coagulatiepathway...................................................................10
2.3 Stoornissen van de hemostase: hemorrhagische diathesen........................................................................12
2.3.1 algemene gegevens..............................................................................................................................12
2.3.2 vasculaire hemorrhagische diathese....................................................................................................13
2.3.3 trombocytaire hemorragische diathesen.............................................................................................13
2.3.4 coagulatiepathieën...............................................................................................................................13
2.4 Anti-trombotische mechanismen.................................................................................................................14
4 De rode bloedcellen (erythrocyten)........................................................................................................... 27
4.1 Algemeen.....................................................................................................................................................27
4.2 Stoornissen in verband met de rode bloedcellen.........................................................................................29
4.2.1 anemie..................................................................................................................................................29
4.2.2 polycythemie of polyglobulie...............................................................................................................35
1
, 4.3 De bloedgroepen..........................................................................................................................................36
4.3.1 het ABO systeem...................................................................................................................................36
4.3.2 het rhesus systeem...............................................................................................................................37
1 Algemeen
¨ Volw organisme: ong 8% bloed (5-6L)
¨ Stroomt met groot debiet (5 L/min) doorheen lichaam
2
,¨ Plasma = bloed zonder celcomponenten
o Bloed anticoaguleren (stolling vermijden), centrifugeren & supernatans afpipetteren
¨ Hematocriet = percentage v volume bloed dat ingenomen w door RBC
1.1 Functies bloed
¨ Transportfuncties:
o Nutriënten: spijsverteringsstelsel "weefsels
o Zuurstof: longen " weefsels
o Afvalstoffen: celmetabolisme " uitscheidingsorganen (longen, lever, nier)
o Hormonen: productieplaats (endocriene klier) " doelorgaan
o Warmte: actieve spieren " huid
o Geneesmiddelen doorheen organisme
¨ Bevat versch elementen (BC, EW) met meer spec functies
o Vb bescherming tg micro-organismen & toxinen, beperken bloedverlies bij kwetsuren
1.2 Samenstelling v bloed
¨ Uit waterige opl v cellen & molecules
¨ Waterige component zonder cellen = plasma
o Bekomen door bloed, na toediening anticoagulans, te centrifugeren & supernatans af te
pipetteren
o Als afgenomen & onstolbaar gemaakt bloed blijft staan " zelfde 2 fracties gevormd:
Min of meer heldere vloeistof (bloedplasma)
Uitgezakte BC (oiv zwaartekracht) (laagje WBC + laagje RBC)
Volume/volume verhouding: 45% cellen (overgrote deel RBC)/ 55% plasma
Procentueel volume v uitgezakte rode BC = hematocriet " schommelt rond 40-
45% vr mannen & 35-45% voor vrouwen
¨ In bloedcellenfractie: 3 types bloedcellen (elk taken & eigensch)
o Witte bloedcellen (leukocyten) (3500-10000/µL)
o Bloedplaatjes (trombocyten) (150 000 – 350 000/µL)
o Rode bloedcellen (erythrocyten) (99% v totaal aantal BC: 4.5 – 6 miljoen/µL)
1.3 De hematopoëse
¨ = bloedvorming
¨ Vnl in beenmerg
¨ Ook in beperkte mate in lever, milt, thymus, lymfeklieren
¨ Eigenlijke aanmaak stamcellen enkel in beenmerg " ook andere organen betrokken
¨ Bloedvorming in beenmerg sterk daalt (vb door verbindweefseling v beenmerg (myelofibrose) na
bestraling of beenmergziekte) " hematopoëse kan overgenomen w door vb milt & lever
= extramedullaire hematopoëse
¨ Beperkte levensduur BC
o RBC: 120 dagen
o Trombocyten: 7 dagen
o Sommige leukocyten: halve dag
Enorme turnover & aanmaak nieuwe cellen
¨ Vertraging aanmaak " daling v aantal elementen in perifere bloed
3
,¨ "gepaste" aanmaak bloedelementen " goede, accurate sturing nodig om te verhinderen dat er te
veel / te weinig bloedelementen aanwezig (normale hematopoese: evenwicht tss afbraak en
aanmaak bloedcellen)
¨ Enorme turnover " noodz aanwezige grondstoffen in afgestorven cellen te "recupereren"
o Voor erythrocyten: vooral in milt " ingenieus systeem om "oude" erythrocyten te
capteren & grondstoffen te recycleren
¨ Bloedvorming: pluripotente stamcellen -> differentiëren nr spec celtypes
¨ Stamcel: 2 eigenschappen:
o Mogelijkheid v eeuwigdurende zelfreplicatie (kan zichzelf blijven verdubbelen)
o Mogelijkheid tot differentiatie (kan uitgroeien tot versch soorten cellen)
¨ Immuunsysteem:
o Aspecifiek immuunsyst
Cellen eten "afval"/"rommel" op (vb splinter in duim)
Cellen vallen indringers aan (vooral bacteriën)
o Specifiek immuunsyst
Cellen reageren op spec prikkels (vb griepvirus): geheugensysteem
2 De bloedplaatjes (trombocyten) en de
hemostase
¨ Belangrijke rol bij stoppen bloeding (hemostase / bloedstelping) na beschadiging bloedvat
¨ Geen volwaardige cel " stuk v cel
¨ In 2 stappen:
o Primaire hemostase (= bloedstelping):
4
, Lek in bloedvat voorlopig afgedicht met "hemostatische plug" " bloeding
stoppen
Prop niet zo stevig zonder secundaire hemostase
Bloedplaatjes centrale rol
1. Vasculaire fase en 2. Trombocytaire fase
o Secundaire hemostase:
Hemostatische plug verstevigd " fibrinenetwerk " gevormd via
bloedstolling/coagulatie
!! coagulatie onderdeel hemostase " geen synoniem !!
2.1 De primaire hemostase
2.1.1 MECHANISMEN
¨ Leidt tot stoppen bleiding in 2 fasen
o Vasculaire fase
o Trombocytaire fase
2.1.1.1 Vasculaire fase
" bloedvatwand belangrijke rol
¨ Bloedvat vernauwt (vasoconstrictie) in omgeving letsel " doorbloeding & druk thv letsel daalt "
bloeding vermindert
o Vaatvernauwing: uitgelokt door:
Mechanische prikkeling gladde spieren rond bloedvat
Serotonine " komt vrij uit bloedplaatjes op plaats v letsel
o Door vasoconstrictie: bloeding vermindert, maar stopt niet !!
o Vasoconstrictie houdt niet aan " verdwijnt na 20-40 minuten " bloeding zou opnieuw
beginnen " maar stopt toch door processen uit trombocytaire fase (bloedplaatjes
centrale rol)
2.1.1.2 Trombocytaire fase
¨ Lek in bloedvat afgedicht door stop (plug)
o Gevormd door trombocyten " circuleren rond in bloed & gaan vastkleven aan elkaar
o In 3 stappen: adhesie, activatie, aggregatie
5
,A. Adhesie
¨ Bloedvat beschadigd: bloed in contact met collageen (laag eiwitvezels) in vaatwand (normaal
enkel in contact met endotheelcellen !)
¨ Trombocyten uit bloed adhereren aan collageen & aan omliggend endotheel dmv
glycoproteïnereceptor Ib (GP Ib) in membraan
o Circulerend von Willebrandfactor (vWF) als ligand
¨ Door adhesie aan collageen " intracell Ca2+ conc neemt toe " trombocyten geactiveerd
o Watervaleffect " aantrekking & activatie plaatjes nr die plaats
B. Activatie
¨ Gepaard met versch verschijnselen:
o Bloedplaatjes vervormen (vormverandering) " groter contactopp
o Glycoproteïne (GP) IIb-IIIa complexen komen aan opp
o Serotonine & adenosinedifosfaat (ADP) vrijgesteld uit granulen
o Tromboxaan A2 gesynthetiseerd " bevordert aggregatie (geactiveerde plaatjes die gaan
samenklitten)
Gemaakt uit arachidonzuur (maakt deel uit v membraan bloedplaatjes) " via
reeks enzymatische reacties (oa cyclo-oxygenase-1) omgezet in versch
eicosanoïden (tromboxaan A2 en prostaglandines
C. Aggregatie
¨ Geactiveerde trombocyten kleven aan elkaar " vormen stop (hemostatische plug)
o Dicht bloedvat af en belet (voorlopig) bloeding
¨ "lijm" = fibrinogeen (in bloed circulerende proteïne)
o Vormt brug tss trombocyten " fibrinogeen bindt met 2 uiteinden aan GP IIb-IIIa
complexen (aan opp gekomen) v geactiveerde trombocyten
¨ Aggregatie trombocyten versneld & versterkt door ADP en tromboxaan A 2 " komen vrij bij
activatie trombocyten
o Activeren andere, rondcirculerende trombocyten
¨ Resulteert in grote stevige prop " in staat om bloeding te stoppen
2.1.2 TEST VAN DE PRIMAIRE HEMOSTASE
¨ Kwaliteit primaire hemostase testen: na hoeveel tijd stopt bloeding na aanbrengen v
gestandaardiseerd letsel?
= bloedingstijd
o Gestandaardiseerde prik in oorlel (3mm diep) " normale bloedingstijd < 5 min.
6
, o Tekort aan trombocyten (trombocytopenie) / verminderde functie bloedplaatjes
(trombopathie) " bloedingstijd neemt toe
¨ Heden: betere technieken
¨ Aantal bloedplaatjes: met onderzoek perifeer bloedbeeld
¨ Functie bloedplaatjes:
o met plaatjesfunctieanalyse (in vitro testen v plaatjesfunctie in condities die beschadigd
bloedvat nabootsen " meet sluitingstijd collageen ring (#bloedvaatjes = perifeer
bloedbeeld)
o trombocyten-aggregatietest (in vitro meting v doorvallend licht na toevoegen
activatoren (vb collageen, ristocetine) aan plaatjesrijk plasma)
gestoorde aggrigatietest:
diagnostisch:
o ziekte van von Willebrand
o congenitale plaatjesaandoeningen: Glanzmann en Barnard-
Soulier
informatief:
o mogelijke repsons op bepaalde anti-aggregantia
2.1.3 FARMACOLOGISCHE BEÏNVLOEDING VD PRIMAIRE HEMOSTASE
¨ Primaire hemostase: kan beïnvloed w door anti-aggregantia = GM die plaatjesaggregatie
inhiberen => "plaatjesaggregatieremmers" of "trombocytenaggregatieremmers":
1. Acetylsalicylzuur
¨ Reeds bij lage dosis invloed
¨ Invloed op primaire hemostase berust op beletten v vorming tromboxaan A2 bij activatie v
bloedplaatjes
o Door irreversibele inhibitie v enzym (cyclo-oxygenase-1, COX-1) dat nodig is vr omzetting
v arachidonzuur naar tromboxaan A2
¨ Blijvend effect (irreversibele inhibitie) " kan geen eiwitsynthese meer plaatsvinden in
trombocyt
¨ Na enkele dagen gebruik: remming tromboxan A2 maximaal
¨ Na staken acetylsalicylzuur: trombocytenaggregatie herstelt zich weer door productie v
nieuwe trombocyten
o Ong 10-15% vd circulerende trombocytenpool per dag
¨ Gemiddelde levensduur v bloedplaatjes 4 à 6 dagen " aanbeveling acetylzuurhoudende
medicatie 1 week stoppen voor geplande ingreep
¨ Bijwerking acetylsalicylzuur als pijnstiller: toename in bloedingstijd
o Minder aangewezen als pijnstiller bij patiënten met laag # bloedplaatjes of in situaties die
gepaard gaan met bloedingen, vb:
Tandpijn: eventuele tandextractie kan resulteren in overmatig bloedverlies
Maagzweren: kunnen veroorz w en/of verergeren door acetylsalicylzuur
Behandeling v pijn bij patiënt met trombopenie (vb na chemotherapie)
2. Dipyridamol
¨ Verhindert herpname v adenosine in bloedplaatjes
¨ Inhibeert fosfodiësterase dat normaal gezien cAMP afbreekt
7
, ¨ Overmaat aan adenosine extracell & cAMP intracell belemmert plaatjesaggregatie &
ontspant gladde spieren v bloedvaten
3. P2Y12-receptorantagonisten
¨ Vb clopidogrel, prasurgel, ticagrelor
¨ Grijpen aan op P2Y12-receptor v trombocyt
¨ Daardoor: binding adenosinefosfaat (ADP) reversibel of irreversibel (afh v GM) geblokkeerd
" verminderde aggregatie
4. GPIIb/IIIa-receptorantagonisten
¨ Eptifibatide & tirofiban
¨ Binden aan GPIIb/IIIa-receptor op opp v trombocyt
¨ Remmen binding v geactiveerde trombocyten aan onder andere fibrinogeen & von
Willebrandfactor
¨ Meest belangrijke stap in trombocytenaggregatie + trombinevorming w beïnvloed =>
bloedingsrisico bij gebruik v deze middelen groter dan dat v overige
trombocytenaggregatieremmers
¨ Anti-aggregerende farmaca: frequent ter preventie v trombose
o Trombose:
Onnodig vormen v bloedstolsel (=trombus)
Gevaarlijk:
Trombus belemmert bloedstroom
Trombus kan loskomen & meegesleurd w met bloedstroom (circulerende
trombus = embool)
Trombus rel groot " embool kan vaatgebied verstoppen (= embolie) =>
bloedvoorziening v bepaald orgaan kan onvoldoende w (= ischemie) =>
ersntige consequenties (trombo-embolisch accidenten zoals ischemische
beroerte)
3 belangrijkste factoren die aanleiding kunnen geven tot trombose (triade v
Vischow):
Beschadiding endotheel
Vertraagde of turbulente bloedstroom
Hypercoagulatie (vb bij trombocytose: verhoogde concentratie
bloedplaatjes)
Embolen:
op atherosclerotische letsels letsels v coronairen (aders hart) (frequent)
o kunnen aanleiding geven tot hartinfarct
op atherosclerotische letsels v halsslagaders
o kunnen meegesleurd w nr hersenen & hersenembolie
(ischemische beroerte) uitlokken
2.2 De secundaire hemostase
¨ Indien enkel primaire hemostase zou optreden: bloeding herbegint na 20-40 min.
o Want:
vasoconstrictie rond letsel vermindert
8
, doorbloeding neemt terug toe & plug (die bloeden belet) w blootgesteld aan
verhoogde druk " komt los " bloeding herbegint
¨ voorkomen: plug dient stevig verankerd te w aan vaatwand
¨ gebeurt in secundaire hemostase:
o door coagulatie (= bloedstolling)
o zorgt ervoor dat plug omgeven w door fibrinenetwerk dat plug stevig maakt
o verloopt via complex v reacties waarbij tal v stollingsfactoren rol spelen
2.2.1 ELEMENTEN VAN DE BLOEDSTOLLING
¨ Stollingsfactoren: genummerd (niet logisch opgebouwde nummering)
¨ Meeste stollingsfactoren = pro-enzymen die elkaar in opeenvolgende stappen activeren door
beperkte proteolyse
¨ Andere factoren = cofactoren " belangr regulerende rol bij omzettingen
o Veel processen v coagulatie vereisen aanwezigheid Ca2+ ionen
¨ Ook aantal contactoppervlakte factoren v belang
o Bloed in contact met neg ladingen collageen " intrinsiek mechanisme geactiveerd
o Glas & andere materialen: ook geschikt contactopp voor activatie intrinsiek mechanisme
(in buisje met gesiliconeerd glas stolt bloed niet)
¨ Meeste stollingsfactoren: geprod in lever " bij ernstige (want veel reserve) leverziekte:
coagulatietijd neemt toe
¨ Sommige stollingsfactoren (II, VII, IX en X): voor synthese in lever afh v aanwezigheid vitamine K
("Koagulation")
2.2.2 VERLOOP VAN DE BLOEDSTOLLING
¨ Coagulatieproces in 3 fasen
o Volgen elkaar op + overlappen
1. Initiatiefase
9
, ¨ Na schade vasculaire wand: cellen die tissue factor (TF) op opp dragen w blootgesteld aan
stollingsfactoren die in lumen v bloedvat circuleren
¨ TF in contact met plasma " stollingsfactor VII bindt " w omgezet in VIIa (geactiveerde factof VIIa)
¨ VIIa vormt complex met TF & start stollingscascade
¨ TF/VIIa complex: activeert stollingsfactoren IX tot IXa en X tot Xa
o Kleine hoeveelheden trombine (IIa) gegenereerd
2. Amplificatiefase
¨ Kleine hoeveelheden trombine: vormen signaal vr verdere plaatjesactivatie & aggregatie
¨ Op opp v plaatjes: trombine activeert stollingfactoren XI, V en VIII
3. Propagatiefase
¨ Stollingsfactor VIIa vormt complex met IXa (intrinsiek tenase complex) & Va vormt complex met
Xa (prorhrombinase complex) op opp v plaatjes
¨ VIII-IXa versnelt vorming Xa
¨ Va-Xa versnelt vorming trombine
o Want: associatie Xa met Va " Xa beschermd tg weefselfactor-pathway-remmer (TFPI) &
antitrombine (AT)
o Dus: snelle vorming v trombine om voldoende fibrinogeen om te zetten in een
fibrinenetwerk
trombine zet fibrinogeen om in fibrine + XIIa verbindt fibrine tot fibrinenetwerk
2.2.3 FARMACOLOGISCHE BEÏNVLOEDING VAN DE COAGULATIEPATHWAY
¨ Anticoagulantia: zodat bloed minder of helemaal iet coaguleert
2.2.3.1 Complexeren Ca2+-ionen
¨ In vitro methode
¨ Ca2+ ionen noodz in versch stappen v coagulatie
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eloisevnn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.