SAMENVATTING RTO LITERATUUR VOLGENS SYLLABUS
WEEK 1 – Het constitutionele kader van rechtsbescherming tegen de overheid
Rechter, rechterlijke organisatie en rechtspraak (2022), Bovend’Eerdt
Hoofdstuk 3.2 – Subjectieve en objectieve onpartijdigheid
Vooringenomen rechter
Vaste rechtspraak van het EHRM is dat de rechter onpartijdig is totdat het tegendeel wordt bewezen.
De Hoge Raad volgt dat op grond van de voor het rechterlijk ambt geldende
benoembaarheidsvereisten en de gehanteerde selectiecriteria moet worden aangenomen –
behoudens bewijs van het tegendeel – dat de rechter zich bij zijn taakvervulling los weet te maken van
eventuele vooringenomenheid.
Het Hof is in het algemeen terughoudend in het aannemen van rechterlijke vooringenomenheid.
Voorbeeld van vastgestelde vooringenomenheid is wanneer de rechter zich negatief uitlaat over een
procespartij in de pers.
Objectieve onpartijdigheid
Bij de objectieve benadering staat de vraag centraal of er bij de berechting van een geschil of
strafbaar feit omstandigheden zijn geweest die een gerechtvaardigde twijfel oproepen bij de
procespartij(en) aan de onpartijdigheid van een rechter of de onpartijdigheid van de betrokken
rechterlijke instantie. Het standpunt van een procespartij hierover is belangrijk, maar niet beslissend.
Dit kan aan de orde komen bij familierelaties en persoonlijke bekendheid met procespartijen, eerdere
betrokkenheid bij een zaak en opeenvolging van functies.
Nevenfuncties in de wet
De wet sluit, slechts enkele nevenbetrekingen uit voor rechters van de rechterlijke macht (art. 44
Wrra). Met het oog op de vereiste objectieve onpartijdigheid dient de rechter in voorkomende gevallen
af te zien van de behandeling van een zaak indien de vervulling van een nevenbetrekking aanleiding
kan geven tot twijfel ter zake van vooringenomenheid.
- Rechter mag actieve rol in politiek hebben zolang deze niet te veel tijd in beslag neemt.
Hoofdstuk 3.3 – Wraking en verschoning
Op grond van artikel 6 EVRM is het van belang dat nationale wettelijke regelingen voorhanden zijn die
bepalen dat rechters zich moeten terugtrekken van de behandeling van een zaak indien er
gerechtvaardigde twijfel is aan de onpartijdigheid van een rechter.
Op verzoek van een procespartij kan een rechter die een zaak in behandeling heeft, worden gewraakt
op grond van feiten of omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen
lijden. Het wrakingsverzoek wordt schriftelijk ingediend en is gemotiveerd ten aanzien van iedere
rechter op wie het wrakingsverzoek betrekking heeft. Tijdens de terechtzitting kan het verzoek ook
mondeling worden gedaan. Het wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra de daaraan ten
grondslag gelegde feiten en omstandigheden bekend zijn geworden. De verzoeker is verplicht alle
feiten en omstandigheden die hem tot zijn verzoek brengen tegelijk voor te dragen. Het
wrakingsverzoek kan in elke stand van het rechtsgeding worden ingediend, mits vóór de
einduitspraak.
Wraking is uitsluitend mogelijk ten aanzien van de rechter die een zaak behandelt. Wraking van een
geheel gerecht - of alle rechters van het gerecht - is niet mogelijk. Hetzelfde geldt voor wraking van
een officier van justitie in een strafzaak, of van een griffier. Dergelijke wrakingsverzoeken worden niet
in behandeling genomen. Wraking van alle rechters van de meervoudige kamer die een zaak
behandelt, behoort wel tot de mogelijkheden.
Wrakingskamer
Wanneer een wrakingsverzoek is gedaan, wordt de behandeling van de zaak geschorst. Een speciale
wrakingskamer van het gerecht neemt het wrakingsverzoek zo spoedig mogelijk in behandeling. De
wrakingskamer is een meervoudige kamer van het gerecht, bestaande uit drie rechters, bijgestaan
door een griffier.
De behandeling van een wrakingsverzoek door de wrakingskamer blijft achterwege indien de
gewraakte rechter besluit in de wraking te berusten. In dat geval wordt de behandeling van de zaak
,aan een andere rechter toevertrouwd. Indien de rechter niet berust, volgt behandeling van het
wrakingsverzoek. Bij deze behandeling vindt in beginsel een zitting van de wrakingskamer plaats. In
civiele en bestuursrechtelijke zaken behandelt de wrakingskamer het verzoek in beginsel in een
openbare zitting (art. 27 Rv, art. 8:62 Awb). De wet schrijft in strafzaken geen openbare zitting voor
(art. 515 Sv). Wrakingsverzoeken die in een strafzaak ter terechtzitting zijn ingediend, worden
niettemin in een openbare zitting van de wrakingskamer behandeld. De wrakingskamer stelt de
verzoeker en de gewraakte rechters in de gelegenheid te worden gehoord, al of niet in elkaars
aanwezigheid. In strafzaken heeft voorts het OM de gelegenheid te worden gehoord.
De beslissing van de wrakingskamer is schriftelijk en gemotiveerd, en wordt als regel in het openbaar
uitgesproken. Tegen de beslissing van de wrakingskamer staat geen rechtsmiddel open.
Hoewel er geen rechtsmiddel is tegen een beslissing van de wrakingskamer, kan het vereiste van
onpartijdigheid van art. 6 EVRM van de rechterlijke instantie niettemin een aanknopingspunt zijn voor
een beoordeling van de onpartijdigheid van berechting door de rechter in hoger beroep of in cassatie.
Op deze wijze kan het vraagstuk van de onpartijdigheid van de rechterlijke instantie dus toch indirect
door het instellen van het rechtsmiddel van hoger beroep of cassatie worden aangekaart door een
procespartij.
BESTUURSRECHT IN DE SOCIALE RECHTSTAAT
Hoofdstuk 1: Bestuursrecht
1.1 Aard en Karakterisering
Eerste omschrijving
Bestuursrecht = het recht voor, van en tegen het overheidsbestuur.
Het recht voor het bestuur: geeft een grondslag voor het bestuursoptreden en instrumenteert dit.
Het recht van het bestuur: de uitoefening van de bevoegdheden die de wetgever aan het bestuur
toekent, levert zelf vaak ook weer nadere rechtsvorming op (plannen, regelgeving en beleidsregels)
Het recht tegen het bestuur: het biedt burgers waarborgen tegen het bestuursoptreden (bezwaar en
beroep)
Eigen benadering
De overheid heeft in een democratische rechtsstaat een positie die principieel anders is dan die van
andere rechtssubjecten. Zij moeten het algemeen belang dienen, haar handelen dient een adequate
grondslag hebben en bij dat handelen moet zij voorzien in waarborgen voor de burger.
Bestuursrecht heeft drie functies: een legitimerende, een instrumentele en een waarborgfunctie.
Bestuur. Trias politica
Overheidsbestuur = de bestuursorganisatie dan wel als de activiteit, de functie van het besturen.
Bestuurlijke functie is onderdeel van de trias politica.
Montesquieu bepleitte een scheiding der machten: iedere macht behoort toe aan een afzonderlijk
orgaan. Idealiter = wetgevende macht – parlement, uitvoerende macht – de regering, de rechterlijke
macht – onafhankelijke rechters. Is in Nederland niet het geval.
Uitvoerende macht is belast met de uitvoering van de door de volksvertegenwoordiging vastgestelde
wetten.
Bestuur is (veel) meer dan uitvoering
Besturen is niet alleen het nemen van concrete beslissingen waarbij belangen van indivviduele
burgers rechtstreeks betrokken zijn (microniveau), maar betreft ook het door de overheid besturen van
de samenleving als geheel, door middel of op basis van wet- en regelgeving (macroniveau).
Bestuur = het van overheidswege behartigen van het algemeen belang, waar dit naar constitutionele
en politiek-democratische maatstaven noodzakelijk wordt geacht.
Het algemeen belang
Algemeen belang = er moet een min of meer dwingende reden zijn voor overheidsingrijpen, wil dit
gelegitimeerd zijn. Ontbreekt die reden, dan dient de behartiging van het betrokken belang aan de
samenleving te worden overgelaten.
De overheid mag uitsluitend het algemeen belang behartigen. Betekent niet dat geen particulieren
belangen mogen worden meegewogen – dit gebeurt juist vaak! Algemeen belang afwegen tegen
particulier belang.
,Bestuursrecht
Bestuursrecht = het juridische aspect van het van overheidswege behartigen van het algemeen
belang. definitie overstijgt die van de trias politica.
Overstijgt klassieke onderverdeling van publiekrecht en privaatrecht.
Legitimerende functie
Het bestuursrecht voorziet het bestuursoptreden van een juridische grondslag. Deze grondslag dient
uiteindelijk herleid te worden tot de Grondwet, maar overheidsoptreden behoeft veelal nadere
regulering in wettelijke voorschriften, plannen en andere besluiten.
Concreet komt de legitimerende functie van het bestuursrecht tot uiting in het in leven roepen van
bestuursorganen, het toekennen van bestuursbevoegdheden en het regelen van
besluitvormingsprocedures.
Instrumentele functie
De instrumentele functie van het bestuursrecht betreft de rol die dit recht speelt ten behoeve van de
vaststelling en uitvoering van het overheidsbeleid. Zij heeft tot gevolg dat het bestuursrecht aan snelle
en ingrijpende veranderingen onderhevig is.
Bestuursrecht is een middel tot het bereiken van het doel.
Waarborgfunctie
= door de bestuursrechtelijke normering van het bestuursoptreden wordt de rechtspositie van de
burger ten opzichte van de overheid gewaarborgd.
De belangrijkste waarborgen voor de burger zijn gelegen in de algemene en bijzondere rechten en
procedures die het bestuursrecht biedt: de regels van de bijzondere wet, aangevuld door de algemene
materiële en formele waarborgen van de Awb en de ongeschreven beginselen van behoorlijk bestuur.
Rechtsbescherming bij de bestuursrechter is noodzakelijk om de werking van deze waarborgen te
garanderen.
Samenhang van en spanning tussen functies
De drie beschreven functies zijn niet van elkaar te scheiden. De functies staan echter ook tot elkaar in
een zekere spanning, hetgeen meebrengt dat steeds keuzes moeten worden gemaakt waarbij aan alle
drie de functies zoveel mogelijk recht moet worden gedaan.
Bestuursrecht ziet op bestuur in al zijn facetten
Bestuursrecht is dus het recht voor, van en tegen het bestuur en richt zich op het bestuur en al zijn
activiteiten.
Bestuursrecht is niet alleen Awb-recht
Het algemeen deel van het bestuursrecht is in belangrijke mate in de Awb neergelegd. Echter heeft
het bestuursrecht ook bijzondere wetgeving die zich buiten de Awb om afspeelt.
1.2 De democratische rechtsstaat
1.2.1 Karakter en inhoud
Democratische rechtsstaat als norm
Historische bandering = De ideeën van de democratische en liberale rechtsstaat hebben zich in de
negentiende eeuw ontwikkeld, en werden in de twintigste eeuw aangevuld met het idee van de sociale
rechtsstaat.
Normatieve benadering van de democratische rechtsstaat = dat een Staat, wil zij de naam
democratische rechtsstaat kunnen dragen, aan een aantal vereisten behoort te voldoen.
Gebondenheid aan het recht
Kern = dat de overheid uitsluitend mag handelen ter verwerkelijking van recht, op basis van het recht
en in overeenstemming met het recht. de overheid is principieel onvrij te handelen anders dan ter
verwerkelijking van recht, op basis van het recht en in overeenstemming met het recht.
Drie dimensies
Eerste dimensie: de democratie : de burgers moeten zeggenschap hebben over het
overheidshandelen de macht van de democratisch gelegitimeerde overheid moet worden beperkt.
Tweede dimensie: de vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid tegenover het overheidshandelen.
, Derde dimensie: de sociale rechtsstaat: de overheid is er niet voor zichzelf, maar zij moet de
omstandigheden scheppen die het de burger daadwerkelijk mogelijk maken aan zijn leven gestelde te
geven (het primaat van de politiek).
Dimensies en beginselen: spanning
De drie dimensies staan in een permanente spanning tot elkaar de dimensies beperken elkaar.
De dimensies zijn beginselen: ze kunnen geen van alle volledig worden verwerkelijkt, omdat ze dan
ten koste van elkaar gaan.
Harde kern: optimaliseren
De dimensies democratie, liberale rechtsstaat en sociale rechtsstaat zijn voorpositieve uitgangspunten
met een tweeledige structuur:
1. Harde kern: behoort tot het positieve recht, en iedere overheidshandeling die ermee in strijd
is, is mitsdien onrechtmatig. De harde kern geeft een minimumniveau aan, een niveau
waaronder men niet mag dalen op straffe van het verliezen van het kenmerk democratische
rechtsstaat
2. Beginselen optimaliseren; bij ieder overheidsoptreden moet steeds worden gezocht naar de
verhouding waarin zij alle optimaal worden verwerkelijkt, dan wel zo min mogelijk worden
beperkt.
Nadere uitwerking van het idee van de democratische rechtsstaat
Centrale beginselen van de democratische rechtsstaat: zeggenschap, vrijheid, rechtszekerheid,
rechtsgelijkheid en sociale rechtvaardigheid.
Nadere beginselen: vormen een uitwerking van de centrale beginselen en zijn daaraan dienend:
politieke verantwoordelijkheid, openbaarheid, rechterlijke controle, machtsverdeling en dergelijke.
Ter uitwerking van de dimensie van democratie zijn nadere beginselen ontwikkeld:
a. Beslissen door algemeen vertegenwoordigende organen
b. Kiesrecht
c. Politieke verantwoordelijkheid
d. (politieke) burgerschapsrechten
e. Decentralisatie
f. Inspraak
g. Openbaarheid
De dimensie van de liberale rechtsstaat:
a. Wetmatigheid
b. Machtsverdeling
c. Grondrechten
d. Rechterlijke controle
e. Voorlichting
De nadere beginselen van de sociale-rechtsstaatdimensie:
a. Effectiviteit
b. Doelmatigheid
1.2.2 Uitwerking
1.2.2.1 Democratie
Beslissen door algemeen vertegenwoordigende organen; kiesrecht; politieke verantwoordelijkheid;
(politieke) burgerschapsrechten; decentralisatie
Bij iedere overheidsmaatregel moet worden bezien of zij niet zodanig van aard is dat zij door een
algemeen vertegenwoordigend orgaan moet worden genomen of daaraan op een andere wijze ter
instemming moet worden voorgelegd.
Sterke samenhang met actief en passief kiesrecht
Het kiesrecht kan zich niet tot alle overheidsambten uitstrekken, dus democratieverlies moet worden
gecompenseerd. Bestuurders die niet rechtstreeks worden gekozen op basis van algemeen kiesrecht,
dienen te worden aangewezen door een algemeen vertegenwoordigend orgaan, alsmede te worden
gecontroleerd door een algemeen vertegenwoordigend orgaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dderks01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.