Een samenvatting van Mijn Bijbel heeft een rode draad. Geschreven door Peter van Olst. De vragen van de godsdiensttoets uit het eerste jaar zijn gebaseerd op dit boek. Het is een samenvatting van het volledige boek.
1. De boeken van de wet
De eerste 5 bijbelboeken zijn de boeken van Mozes. De Tora, zeggen de Joden.
Genesis betekent ‘wording’ of ‘schepping’. De eerste twee hoofdstukken van de Bijbel laten
zien dat God de schepper is van alle mensen en daarom ook door alle mensen gediend
behoort te worden. Daar heeft hij recht op.
De Bijbel spreekt vanaf het begin over de relatie van God met Zijn schepping, in het
bijzonder de mens. Die heeft speciale gaven gekregen om Hem te eren en te dienen. Hij wil
door ons gediend en geloofd worden met woord en met daad.
In de Bijbel komt het woord ‘relatie’ niet voor, het is een te modern woord. God gebruikt het
woord verbond. Dat woord staat alleen in genesis al 20 keer. En in Exodus 10 keer, in
Leviticus en Numeri 8 keer en in Deuteronomium 17 keer. De boeken van de wet gaan dus
over het verbond, de relatie, die God met de mensheid wil hebben. Daarom worden de
wetsboeken ook wel de boeken van het verbond genoemd. God maakte de wet bekent,
nadat Hij het volk bevrijd had uit de slavernij: Een heel speciaal cadeu in een heel speciale
relatie.
God heeft een relatie met mensen, maar in het bijzonder met Zijn volk, de wet is er in het
bijzonder voor hen.
De Bijbel spreekt dus over een ‘verbond’. In genesis komen we twee verbonden tegen. Het
eerste gold in het paradijs, het ‘werkverbond’. God had een relatie met Adam, en door hem
met heel de mensheid. Belofte: eeuwig leven bij gehoorzaamheid (trouw). Bedreiging: Bij
ongehoorzaamheid de dood. Dit verbond is door Adam verbroken, hij is niet trouw gebleven
en at van de vrucht in de hof. Zo kwam de dood in de wereld.
In Zijn goedheid, geduld en wijsheid ging God een nieuwe relatie aan met de mensheid. Het
‘Genadeverbond’. Hij maakte het Zijn zoon. Niet met alle mensen, maar met het uitverkoren
volk. Dat in de eerste plaats, verder mogen alle mensen die in de grote Israëliet Jezus
Christus geloven erbij horen. Dit verbond is via Jezus Christus met Zijn volk, de
uitverkorenen.
We geloven dat Adam, Eva, Abel en Seth erbij horen, Kaïn niet. Henoch en Noach wel, maar
Lamech niet. We noemen deze fase van het genadeverbond de ‘particuliere bedeling’ van
dit verbond. God had gedurende een bepaalde periode Zijn verbond met verschillende
particuliere personen die Hem vreesden. Vanaf Genesis 12 haat het genadeverbond een
nieuw tijdperk in; God kiest niet alleen Abram uit, maar ook zijn familie. God neemt de
besnijdenis als teken van dit verbond, de besnijdenis werd al uitgevoerd door bepaalde
woestijnvolken, om hygiënische redenen. Hij geeft het volk van Abram ook een eigen plek op
aarde: het beloofde land, dit is de ‘patriarchale bedeling’. God verbindt Zich niet alleen aan
Abram, maar ook aan zijn zoon, Izak, en aan zijn zoon, Jakob. Niet aan zijn tweelingbroer
Ezau.
Jakob, ook wel Israël, krijgt 12 zonen. Zij worden de stamvaders van de 12 stammen die
samen het volk Israël vormen. In een periode van hongersnood komen ze in Egypte terecht,
waar Jakobs zoon Jozef inmiddels onderkoning is door Gods wonderlijke leiding. Maar jaren
later worden ze flink onderdruk gezet door de farao. In die onderdrukking begint Israël tot zijn
God te roepen, hierop gedenkt God aan Zijn verbond en komt hij Zijn uitverkorenen te hulp.
Dit is de ‘nationale bedeling’ van het genadeverbond.
10 zware plagen treffen de Egyptenaren, totdat ze het volk laten gaan. Zoals God zijn volk
hier naar het beloofde land terug leidt, zal Hij allen die Hem oprecht vrezen naar het Hemels
,paradijs leiden zegt Paulus. Wanneer Paulus dit schrijft zijn we aangekomen bij een nieuwe
fase van het genadeverbond; ‘kerkelijke bedeling’. Niet alleen Israël, maar ook Christus
kerk uit de volken deelt nu, ma Zijn offer aan het kruis, in de genade.
In het grootste gedeelte van de boeken van Mozes gaat het over de ‘nationale bedeling’ van
het genadeverbond. Aan het verloste volk geeft God Zijn heilige wet. Hij heeft ons verlost om
een goed leven te hebben, dat is alleen mogelijk als we Gods geboden houden. Want die
zijn wijs en goed.
Israël krijgt aan de voet van de Sinaï niet alleen de wet van de 10 Geboden, het volk krijgt
ook een hele serie ceremoniële wette. Die hebben te maken met de instelling van de
eredienst, God laat het volk een tabernakel bouwen. Ze kregen er heel veel gebruiken en
gewoonten bij, alles had iets te zeggen. Tot en met de meubels en de tentdoeken van de
tabernakel, hierdoor kreeg het volk zichtbaar onderwijs. Ze hadden de bijbel nog niet.
De ceremoniële wetten uit Leviticus en Deuteronomium hoeven wij niet meer te houden.
Deze hadden het doel het volk te onderwijzen. In de eerste plaats dat God heilig is en dat er
met Zijn recht niet gespot kan worden. In de tweede plaats dat er zonder bloedstorting geen
vergeving is. In de derde plaats dat er ooit een Lam zou komen, perfect en rein, en dat Hij de
zonden van het volk voor altijd zou verzoenen. Door de offerdienst liet God zien Wie Hij was
en dat Hij de zonden van het volk wilde vergeven. Dat wees vooruit naar Christus.
God gaf de ceremoniële wetten in de nationale periode van het genadeverbond. Die duurde
vanaf de wetgeving bij de Sinaï tot het offer van Christus op Golgotha. Na Hem zijn er geen
bloedstortingen meer nodig, daarom is de besnijdenis ook niet meer het verbondsteken,
maar de doop.
Wij hoeven heel veel wetten uit de boeken van de wet niet meer te houden, maar welke
moeten we dan wel houden? Alle wetten die direct te maken hebben met de tien geboden.
Die zijn door God zelf in de stenen tafels gegrift om nooit meer uitgewist te worden, daarbij
kunnen we ook alle regels nemen die volgens de bijbeltekst zelf direct te maken hebben met
het karakter van God. Als God zegt dat het Hem een gruwel is als mannen in vrouwenkleren
lopen, geldt dat nog steeds omdat Hij nog steeds Dezelfde is.
Gods heilige wet leert aan de wereld dat ze in een nameloze ellende zit. Hij leert het heel de
wereld, vooral Zijn eigen volk dat iedere week de wet hoort voorlezen. Het hoort in de
prediking Wie de wet wel gehouden heeft. En hoe deze Wetsvervuller toch gestraft is met
een zeer diep lijden en een intens vernederende dood. Dat Hij daardoor in staat is Zijn
uitverkorenen te verlossen van zonde en schuld.
Het is niet genoeg om uiterlijk tot het volk van God te horen, we zullen met ons hart christen
moeten zijn. Met heel ons wezen tot Gods volk moeten behoren.
Zonen van Jakob: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Dan, Naftali, Gad, Asser, Issaschar, Zebulon,
Jozef en Benjamin
10 geboden: Heilig Gods dienst, Heilig Gods Wezen, Heilig Gods Naam, Heilig Gods dag, Je
ouders eren, Niet doodslaan, Niet echtbreken, Niet stelen, Niet liegen en Niet begeren.
, 2. De boeken van het volk (I)
Jozua, Richteren, Ruth, 1 Samuël, 2 Samuël.
Het boek Jozua, is genoemd naar de opvolger van Mozes, de tweede leider van het volk.
Mozes is gestorven en Jozua zal het volk van God binnenleiden in het beloofde land. Dat
land, Kanaän, wordt dan bewoond door verschillende heidenvolken. Jozua moet deze volken
verdrijven, hij krijgt van de Heere een opdracht tot verovering die uit twee onderdelen
bestaat. In de eerste plaats moet Israël het land Kanaän veroveren. In de tweede plaats
moeten ze zich niet vermengen met de volken die daar wonen, maar moeten ze hen
verdrijven en het land reinigen van de afgoden van deze volken. Dit lezen we in Numeri,
Mozes kreeg de opdracht en Jozua moet hem uitvoeren.
Dit hoeft Jozua niet alleen te doen, hij doet het als leider van het volk, maar bovenal als
dienstknecht van God. De Almachtige zal er zelf bij zijn, Jozua en het volk hoeven zich
alleen maar aan de wet te houden. Als ze dat doen zal God hen niet alleen het land geven,
maar hen ook groot en sterk maken. God leidt het volk door de Jordaan, laat de muren van
Jericho vallen, Ai wordt ingenomen. Hier blijkt wel hoe belangrijk de God van het verbond
(JEHOVA) het vindt dat het volk trouw en eerlijk is. Vanaf Jozua 13 krijgt elke stam gaar
eigen erfdeel aangewezen. Dat mogen ze bewonen, alleen de stam van Levi krijgt geen
eigen provincie. De levieten zullen steden gaan bewonen verspreid door het hele land. Deze
stam levert immers de priesters en de levieten die de dienst aan God leiden, zij moeten
overal zijn,
Na 40 jaar in de woestijn leven de Israëlieten in vrede en rust in het beloofde lans. Jozua
doet nog één ding, hij roept de oudsten samen in de stad Sichem. Daar vernieuwd hij de
verbondsrelatie die het volk heeft met de Heere, hij roept het volk op tot een duidelijke keus.
Alle afgoden moeten worden weggedaan. Alleen de Heere mag worden gediend en
gevreesd.
In de eerste hoofdstukken van Richteren gaat het mis. De opdracht van God was duidelijk;
verover het land en vernietig alle heidense opvattingen. In de stammen Juda en Benjamin
zijn niet alle heidenen verdreven. Het zaad Van het ongeloof en het onkruid van de zonde
leeft te midden van Israël aanwezig.
De Israëlieten hadden er geen last van - het was ook in hun hart aanwezig . Maar de Heere
wel. In richteren 2:3 lezen we van de straf op deze zonde, een heel bijzondere straf. Ik zal
hen (heidenen) voor uw aangezicht niet uitdrijven; maar zij zullen u aan de zijden zijn en hun
goden zullen u tot een strik worden. In hoofdstuk 3 lezen we: dit nu zijn de heidenen, die de
Heere liet blijven, om door hen Israël te verzoeken… dit lijkt een lichte straf. De meeste
Israëlieten zijn er misschien niet eens van onder de indruk geweest. Maar het ging mis. Ze
namen de afgodendienst over, de zonen van israëlieten trouwden met dochters van de
heidenen en andersom. Er kwamen kinderen. Het verspreidde zich heel snel, als het kwaad
niet helemaal is uitgeroeid komt het terug (corona).
De Baäl is de afgod van de Kanaänieten, naast hem diende ze ook nog de Asjera, een
vruchtbaarheidsgodin. Het beloofde land was bijna schoongemaakt van de afgoderij, maar
niet helemaal. Als de zonden niet helemaal worden uitgeroeid zullen ze op een gegeven
moment weer springlevend zijn.
De geschiedenis van de rest van het Richterenboek is een soort cirkel. Keer op keer zien we
de geschiedenis als een cirkel ronddraaien. Israël vergeet God - Het volk is ongehoorzaam
- Israël wordt onderdrukt – Israël roept om hulp – God verwekt een richter – Israël wordt
bevrijd – Israël heeft vrede.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JufErica. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.