1. Persoonlijkheid: een introductie
Persoonlijkheidspsychologie
= tak binnen de psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van persoonlijkheid. Het
onderzoekt hoe mensen van elkaar verschillen en welke invloed dit heeft op hun denken, gedrag
en voelen. Het probeert te begrijpen waarom mensen van elkaar verschillen en wat de oorzaken en
gevolgen daarvan zijn.
1.1 Wat is persoonlijkheid?
Persoonlijkheid
= heeft betrekking op de kenmerkende individuele verschillen tussen mensen in de manier waarop
ze denken, zich gedragen en voelen. Deze individuele verschillen zijn vrij stabiel en deels genetisch
bepaald en komen naar boven in verschillende situaties.
1.1.1 Kenmerkende individuele verschillen
Individuele verschillen = verschillen tussen mensen dus datgene waarmee mensen zich van elkaar
onderscheiden.
Individuele verschillen kunnen … zijn
1. Stabiel – oogkleur, geslacht, intelligentie …
2. Veranderlijk – leeftijd, voorkeuren …
Gelijk aan kenmerken of trekken, nl. de eigenschappen die verschillen tussen mensen beschrijven.
à Het gaat om gemiddelde gedragsneigingen want je mag er niet vanuit gaan dat iedereen met
hetzelfde kenmerk, hetzelfde gedrag zal stellen en dat dit gedrag altijd hetzelfde is.
1.1.1.1 Onderzoek door trekpsychologie
Trekpsychologie = statistische manier om persoonlijkheid te bestuderen waarbij er gezocht wordt
naar overkoepelende termen waaronder we subkenmerken of trekken kunnen
plaatsen aan de hand van samenhang tussen de kenmerken.
De functies van de trekpsychologie
1. Beschrijvende functie
• Welke persoonlijkheidskenmerken komen bij iemand voor?
• Wat zegt dit over hun persoonlijkheid?
2. Verklarende functie
• In hoeverre hangt het gedrag samen met persoonlijkheid?
• Obv kenmerken willen we gedrag gaan verklaren.
3. Voorspellende functie
• We gaan correlatie na tussen gedrag en persoonlijkheidskenmerken om na te gaan of
gedrag in de toekomst nog gesteld zal worden.
• Gedrag pas voorspellen op het moment van een bepaalde misdaad, dus kans op
recidivisme berekenen.
à Men kijkt in rechtbanken naar persoonlijkheid om te bepalen of iemand toerekeningsvatbaar is,
niet om obv persoonlijkheid straffen te kiezen.
1
,Persoonlijkheidspsychologie Hoofdstuk 1
1.1.1.2 Andere termen voor deze verschillen
Persoonlijkheid is nog vrij vatbaar voor omgevingsinvloeden, terwijl karakter en temperament eerder
genetisch bepaald zijn. Persoonlijkheid = karakter + temperament.
Karakter = uniek en bestaat uit kenmerken die kenmerkend of typerend
zijn voor een bepaald iemand (vaak stereotypen).
Temperament = basale/cruciale en stabiele eigenschappen die al van
jongs af aan aanwezig zijn en uiterlijk waarneembaar zijn.
De uitgangspunten voor karakter
1. Karaktertrek als eigenschap
• Causaal dus verklarende functie.
• Interne karakter van persoon bepaalt/verklaart gedrag.
2. Karaktertrek als samenvatting
• Niet causaal dus beschrijvende functie.
• Karaktereigenschappen komen extern tot uiting in dezelfde vorm.
à Gedrag verandert doorheen de tijd, maar karaktereigenschappen blijven hetzelfde.
Hoe men vroeger naar temperament keek
• Hippocrates met Humores of lichaamssappen.
• Persoonlijkheid en gezondheid waren afhankelijk van de verhouding van de 4
lichaamssappen: bloed, slijm, zwarte gal en gele gal.
• Bij evenwicht gezond en een goede persoonlijkheid.
Hoe men vandaag naar temperament kijkt
• Eerder stabiele eigenschappen die al vroeg in het leven aanwezig zijn en observeerbaar zijn.
• Deze eigenschappen zijn grotendeels erfelijk.
Experiment van temperament bij baby’s van Mary Rothbart
• Onderzoek naar temperament bij jongere kinderen.
• 6 factoren onderzocht.
• Conclusie:
o Stabiele eigenschappen ontstaan al redelijk vroeg in het leven.
o We worden steeds stabieler naarmate we ouder worden.
o Stabiliteit van persoonlijkheid/temperament is hoger op korte tijd.
1.1.2 Denken, gedragen en voelen
Het denken, gedrag en voelen van mensen kan verklaard
worden door informatieverwerking in de hersenen ahv
cognitieve processen.
Afhankelijk van de verwerking van informatie krijgen we een andere output want iedereen reageert
anders, ook als de input hetzelfde was.
Hoe je op een situatie reageert, hangt samen met je persoonlijkheid.
2
,Persoonlijkheidspsychologie Hoofdstuk 1
1.2 Stabiliteit van persoonlijkheid
Persoonlijkheid is relatief of redelijk stabiel, maar persoonlijkheidseigenschappen staan nooit 100%
vast.
à Heeft ook te maken met omgeving waarin je je bevindt (vb: bij vrienden heel extravert maar bij
vreemden heel introvert). Hierbij is het het gedrag dat verandert, niet de persoonlijkheid.
Bepaalde gebeurtenissen zoals trauma kunnen wel invloed hebben op persoonlijkheid, want door
trauma komen bepaalde eigenschappen die mogelijks onbewust al aanwezig waren naar boven.
Belangrijk is dat we steeds stabieler worden naarmate we ouder worden, maar na 50 à 60 jaar
neemt de stabiliteit niet meer toe dus hoogtepunt bereikt.
à Het uiten van deze eigenschappen kan wel veranderen naargelang de leeftijd.
1.2.1 Soorten stabiliteit
Vormen van stabiliteit
1. Rangordestabiliteit
• De relatieve positie die iemand binnen een groep inneemt in de loop van de tijd.
• Vb: kind opstandig in bepaalde groep à na een tijd nog steeds zo?
• Individueel gericht.
• Blijft redelijk stabiel.
2. Mean-level stabiliteit
• Betrekking op de mate waarin scores van groepen naarmate ze ouder worden,
hetzelfde blijven (= gemiddelde scores).
• Op groepen personen gericht.
1.3 Erfelijkheid van persoonlijkheid
Aangezien persoonlijkheid relatief stabiel is, kunnen we zeggen dat persoonlijkheid deels genetisch
bepaald is.
Erfelijkheid = de mate waarin genen overeenkomsten of verschillen tussen mensen kunnen gaan
verklaren.
Het deel van de persoonlijkheidseigenschappen dat niet erfelijk is, wordt bepaald door de omgeving
waarin iemand is opgegroeid.
1.3.1 Onderzoeken van erfelijkheid
Hoe erfelijkheid van persoonlijkheid onderzoeken
1. Families onderzoeken.
2. Tweelingen onderzoeken (eventueel in verschillende omgevingen).
1.4 Zelf en identiteit
De 3 componenten van ‘het zelf’
1. Zelfbeeld of zelfconcept – hoe je naar jezelf kijkt (= beschrijvende component).
2. Zelfwaardering – hoe tevreden je met jezelf bent (= evaluatieve component).
3
, Persoonlijkheidspsychologie Hoofdstuk 1
3. Sociale identiteit – hoe je jezelf presenteert naar anderen (= sociale component).
Persoonlijkheid bestaat uit 2 delen
1. Objectief waarneembare gedragingen.
2. Subjectief deel van zelfconcept of zelfbeeld (eigen mening).
Vb: iemand kan zich introvert gedragen in een bepaalde situatie, terwijl het eigenlijk een extravert
persoon is.
1.4.1 Zelfbeeld of zelfconcept
Kenmerken zelfbeeld of zelfconcept
• Het beeld dat je van jezelf hebt.
• Op jonge leeftijd al
o Onderscheid tussen ‘ben ik een jongen of een meisje?’.
o Onderscheid tussen wat kan ik en wat kan ik niet.
§ Sociale vergelijking met andere kinderen.
§ Eigenwaarde (= respect voor jezelf).
§ Zelfherkenning.
• Privaat zelfconcept = beseffen dat je dingen geheim kan houden.
• In tienerjaren vaak relfreflectie en neemt men een positie in tov zichzelf.
1.4.2 Zelfwaardering
Kenmerken zelfwaardering
• De mate waarin je tevreden bent over jezelf en je zelfbeeld of zelfconcept.
• Ben je tevreden over jezelf? Vind je jezelf de moeite waard?
• Redelijk stabiel en deels erfelijk.
• Mensen met hoge zelfwaardering gaan beter om met kritiek en tegenslagen en hebben oog
voor wat er wel goed gaat.
1.4.3 Sociale identiteit
Kenmerken sociale identiteit
• De manier waarop je jezelf presenteert aan anderen.
• Observeerbaar voor anderen, want gedrag dat je tegenover anderen stelt.
• Adolescenten worstelen vaak met sociale identiteit en vragen zich af hoe ze zich moeten
presenteren. Soms wordt er zelfs een nieuwe sociale identiteit ontwikkeld.
• Nooit 100% hetzelfde met hoe je jezelf ziet.
• Ook andere momenten in ons leven waar we met identiteit worstelen à identiteitscrisis
1. Identiteitstekort
• Nog geen duidelijke identiteit gevormd.
• Hierdoor moeite met nemen beslissingen.
• Mensen extra beïnvloedbaar door anderen.
2. Identiteitsconflict
• 2 aspecten binnen identiteit die moeilijk of niet combineerbaar zijn.
• Vb: goede moeder zijn, maar ook 50 uur per week willen werken.
à Meestal in adolescentie, maar soms ook op latere leeftijd (= midlifecrisis) waarbij je een dip krijgt
in hoe je je voelt door ontevredenheid met je identiteit (wat gedaan dat ik anders had kunnen
doen?) of door prioriteiten die verschuiven.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jentecarion. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.