100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting maatschappijleer I H2 I Rechtsstaat €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting maatschappijleer I H2 I Rechtsstaat

1 beoordeling
 65 keer bekeken  5 keer verkocht
  • Vak
  • Niveau
  • Boek

Vak: maatschappijleer Leerjaar: 4 Richting: VWO Stof: hoofdstuk 2 Boek: Thema's Maatschappijleer lesboek VWO (Uitgeverij Essener)

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2
  • 4 juli 2023
  • 19
  • 2022/2023
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 4

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: sfoukfinda5 • 4 maanden geleden

avatar-seller
Maatschappijleer samenvatting
H2
H2: Rechtsstaat
2.1 Idee en oorsprong van de rechtstaat
2.1.1 Wat is een rechtsstaat?
Een rechtsstaat: een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Een autoritaire staat: een staat waarin 1 machthebber
of een kleine groep mensen bepaalt wat de regels zijn.
In een democratische rechtsstaat mogen burgers bepalen wie de machthebbers zijn.
In een sociale rechtsstaat zijn er wetten en voorzieningen om de welvaart/ welzijn van de burgers te
bevorderen.

Vertrouwen en wederkerigheid
Sociale cohesie: de mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.
De meeste burgers verwachten dat anderen zich aan de wet houden: vertrouwen en wederkerigheid
is belangrijk.

Dit is ook zo tussen overheid en burgers: de overheid verwacht dat jij je als burger aan de wet houdt
én er zijn wetten waar de overheid zich aan moet houden. Dit zorgt voor rechtszekerheid: iedereen
kan nagaan wat wel en niet mag.

2.1.2 Hoe is de rechtsstaat ontstaan?
In de 18e eeuw was in Europa de verlichting en het verlangen naar maatschappelijk geluk.

Willekeur en uitbuiting
Vanaf de 16e eeuw was de macht van de Europese koningin bijna onbegrensd. Er was veel armoede,
uitbuiting en grote sociale ongelijkheid.

Opkomst burgerij
Met de verlichting kwam er verzet tegen dit onrecht, voornamelijk bij de burgerij. Zij hadden eigen
economische belangen gekregen.
Ondernemende burgers waren vanaf de 16 e eeuw de wereld in getrokken en dreven bv handel.

In de 15e eeuw werd de drukpers uitgevonden, waardoor nieuwe kennis snel verspreid kon worden.
Hierdoor begon het bestaande mens- en wereldbeeld te wankelen: men ging rationaliseren.

Gezond verstand
In de 18e eeuw moest kennis over de werkelijkheid verkregen worden door je verstand te gebruiken.
Vrijheid was de eerste voorwaarde van het bereiken van een rechtvaardige en gelukkige
samenleving. Hiervoor moest de macht van de vorst, staat en de burgers zelf ingeperkt worden.

Sociaal contract
Volgens contractfilosofen moeten er regels komen om eigendommen te beschermen: mensen
moeten een sociaal contract sluiten, waarin ze tot afspraken komen om in natuurlijke vrijheid en
gelijkheid te kunnen leven.

,De staat als scheidsrechter
De eerste taak van de staat was om de veiligheid van burgers te garanderen en hun eigendommen te
beschermen. De staat krijgt hierdoor een geweldsmonopolie: de staat mag als enige geweld
gebruiken. De staat moest zich wel houden aan de wetten die de burgers zelf opstelden.

Staat is meester én knecht
Het revolutionaire idee van de rechtsstaat uit de tijd van de verlichting: de macht mag niet meer
worden uitgeoefend door een heerszuchtige vorst die beweert dat hij door God is aangesteld en
absoluut mag heersen. Om te voorkomen dat de staat meer meester dan knecht wordt, is de trias
politica bedacht: de staatsmacht bestaat uit de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.

De beginselen van de rechtsstaat
De contractfilosofen kwamen mbv rationalisatie tot de volgende grondbeginselen van de rechtsstaat:
- Het beginsel van de grondrechten: alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren;
- Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: de mensen sluiten gezamenlijk een sociaal contract;
- Het legaliteitsbeginsel: er is een staat die het sociaal contract tussen mensen kan afdwingen, maar
die strikt gebonden is aan de wetten die de partijen zelf hebben opgesteld.
- Het beginsel van de trias politica: de macht van de staat wordt begrensd door interne scheiding.

2.1.3 De eerste rechtsstaten
Verenigde Staten
1776: de Amerikaanse kolonisten maakten zich los van de Engelse koning. Ze riepen hun nieuwe
samenleving uit, die gebaseerd was op de vrijheid en gelijkheid van alle mensen.
De Onafhankelijkheidsverklaring, grondwet en ‘Bill of Rights’ vormen samen de Amerikaanse
constitutie. Constitutie verwijst naar de beginselen en de regels om een staat te stichten.

Europa
In 1789 was de Franse Revolutie. De Franse Republiek werd toen met ‘Vrijheid, gelijkheid,
broederschap of de dood!’ uitgeroepen.
Toen werd ook de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger opgesteld. Hier werden de
grondrechten van ieder mens vastgelegd.
De Franse Revolutie werd een waar schrikbewind: er waren veel staatsgrepen en constituties.
In 1799 pleegde Napoleon een staatsgreep en vestigde hij een verlichte dictatuur, waarin de
machthebber in zekere mate rekening houdt met de bevolking. Zijn ‘Code Civil’ vormde in Nederland
het begin van het burgerlijk recht.
In 1815 werd Napoleon tijdens de slag bij Waterloo verslagen. Hierdoor werden de oude
machtsverhoudingen in heel Europa hersteld.
Het ideaal van de rechtsstaat was niet verdwenen. In de 19 e eeuw kwam in West-Europa de
rechtsstaat stap voor stap dichterbij met politieke gevechten.

, 2.2 Grondwet en grondrechten
De grondwet:
- legt de fundamentele rechten van burgers vast;
- begrenst de macht vd staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers;
- geeft aan hoe de belangrijkste organen vd staat in grote lijnen zijn georganiseerd;
- drukt de eenheid vd natie uit; binnen het staatsverband vormen alle burgers een eenheid.

2.2.1 Ontstaan grondwet
Door de Franse Revolutie en de Franse bezetting kreeg Nederland in 1798 de Staatsregeling van de
Bataafse Republiek. Hierin werd bepaald dat iedere burger gelijk is voor de wet en onschendbare
grondrechten heeft. Het was een soort voorloper van de grondwet.

Ook in Nederland waren er verschillende staatsgrepen en nieuwe versies van de grondwet. Er kwam
pas rust na 1813 (de val van Napoleon).
In 1814 werd Nederland een constitutionele monarchie, een koninkrijk met een grondwet. De
koning kon geen absolute vorst zijn, maar hij had wel soevereine macht. Er werd een parlementair
stelsel ingevoerd, maar daar zat vooral de adel in.

Huis van de rechtsstaat
In 1848 waren in Nederland opnieuw felle revoluties. Thorbecke (liberaal) legde de basis van onze
rechtsstaat. De macht van de koning werd ingeperkt: hij was ‘onschendbaar’ (buiten het spel van de
macht). Er waren verkiezingen, maar alleen mannen die geld betaalden hadden dit censuskiesrecht.
Thorbecke vond dat de overheid alleen de noodzakelijke voorwaarden moest realiseren voor
economische groei (bv het ontwikkelen van infrastructuur).
De staat in de 19e eeuw noemt men daarom ook wel een nachtwakersstaat: een staat die zich
voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers.

Uitbreiding kiesrecht
De nachtwakersstaat zorgde voor sociale onrust. Door de grondrechten ontstonden sociale
bewegingen als de arbeidersbeweging, die kiesrecht voor alle burgers wilden.
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond er een klassenstrijd vanwege uitbuiting van arbeiders,
door armoede en door kindersterfte.

Dit leidde tot veranderingen. In 1917 werd het algemene mannenkiesrecht ingevoerd, in 1919 het
vrouwenkiesrecht. Ook kregen alle scholen geld van de overheid, niet alleen de openbare scholen.

Tweede Wereldoorlog
De Duitse bezetting maakte een einde aan de grondrechten van de burgers.

Nieuwe Grondwet
Vlak na de oorlog trad de oude grondwet weer in werking. In 1983 kwam een nieuw ontwerp voor
een volledig herziene grondwet.

Jaartallen:
- 1814: 1e grondwet, Willem Frederik wordt soeverein vorst en oprichting van de Staten-Generaal.
- 1848: De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen (censuskiesrecht); Invoering ministeriële
verantwoordelijkheid. Tweede Kamer krijgt amendementsrecht, enquêterecht; Uitbreiding klassieke
grondrechten met bv vrijheid van meningsuiting.
- 1917: Invoering algemeen mannenkiesrecht; invoering kiesstelsel evenredige vertegenwoordiging
ipv ditrictenstelsel; Gelijke financiering van openbaar en bijzonder onderwijs.
- 1919: Invoering algemeen vrouwenkiesrecht.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper timovanbreukelen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  5x  verkocht
  • (1)
  Kopen