BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
Samenvatting
Joren Brauwers
Academiejaar 2022-23
, BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
SAMENVATTING BOEK 1: GRONDSLAGEN VAN DE BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
INLEIDING: WAT IS BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE???
INLEIDING
Bio-antropologie = de (natuurwetenschappelijke) studie van de mens.
➔ Wetenschappers die oude fossielen bestuderen, het gedrag van primaten observeren en de evolutie van het menselijk
brein onder de loep nemen.
o Wat hebben ze allemaal met elkaar gemeen??? → het zijn biologische antropologen
▪ Deze houden zich bezig met de wetenschappelijke studie van de mensheid)
• Grieks:
o Anthropos = “mens”
o – ologie = “studie van”
o Wij als mens zijn BIOLOGISHE WEZENS. Mensen zijn PRIMATEN, en delen een recente afkomst met de
levende mensapen. Net als apen zijn wij het PRODUCT van miljoenen jaren EVOLUTIE door NATUURLIJKE
SELECTIE (klimaat, predatoren,…)
➔ = een geheel van wetenschappen (interdisciplinair = samenwerking tussen verschillende wetenschappen) om inzichten
te verkrijgen van de mens
Biologische antropologen trachten tijdens hun carrière de details van het evolutieproces te begrijpen en de manier waarop het
proces ons heeft gevormd tot wie we vandaag zijn. Hierbij gebruiken ze de BIOLOGISCHE PRINCIPES, die 150 jaar geleden voor
het eerst werden neergeschreven door Charles Darwin.
- De frequentie van een bepaalde eigenschap (hoeveel keer dat het voorkomt) en de gene die het aansturen (de genen
die aan de basis liggen van deze eigenschap), kunnen van GENERATIE OP GENERATIE VERANDEREN
o = EVOLUTIE → het proces is wel enorm traag!!!
- Dit idee vormt het hart en ziel van de biologische antropologie.
ANTROPOLOGIE EN DIENS SUB -VELDEN
ANTROPOLOGIE (de grote noemer, hierin hoort BIOLOGISCHE antropologie) is onderverdeeld in 4 deelgebieden
➔ Antropologie = de studie van de mensheid in al diens vormen
▪ Belangrijk om te weten
• Cultuur differentieert mensen van andere dieren (Wij hebben cultuur, zij niet of beperkt)
• Biologe produceert cultuur, maar cultuur kan biologie beinvloeden
o Onze Biologie heeft cultuur voortgebracht, maar cultuur kan ook de biologie
beinvloeden.
o Wij bestuderen deze patronen onder de noemde BIOCULTURELE ANTROPOLOGIE
o Men spreekt over de ‘four-field approach’ (van antropologie)
o Vier Velden:
▪ (1) culturele antropologie,
• = De studie van menselijke samenlevingen, vooral in cross- culturele context (verschillende
culturen)
▪ (2) linguïstische antropologie,
• = Studie van taal, geschiedenis van taal en hun gebruik in verschillende samenlevingen en
culturen
▪ (3) archeologie
• = Studie van de materiele cultuur van vroegere bevolkingen/beschavingen
▪ (4) biologische antropologie → ons domein
• Een biologische antropoloog is elke wetenschapper die de menselijke soort vanuit
evolutionair perspectief bestudeert
1
,DE REIKWIJDTE VAN DE BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
De reikwijdte van de biologische antropologie is VEEL BREDER dan de studie van primaten, fossielen en hersenevolutie.
➔ Elke wetenschapper die de evolutie bestudeert in relatie tot de menselijke soort, direct of indirect, zou een
BIOLOGISCHE ANTROPOOLG kunnen worden genoemd.
o Dit omvat een aantal verwante disciplines (kijk hieronder)
4 centrale velden van BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
- Paleoantropologie = studie van fossielen
- Skeletal biology (skeletale biologie) = studie van beenderen, het menselijk skelet en de patronen en processen
van menselijke groei, fysiologie e ontwikkeling
- Paleopathologie = ziekten (pathologie) die in de oudheid voorkwamen
o Voorbeeld: sporen van infecties op botten en schedels
- Forensische antropologie = studie van de identificatie van skeletresten en de wijze waarop het individu stierf
2
,NAAST DE 4 CENTRALE VELDEN VAN DE BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE. Zijn er nog enkele andere vakgebieden (kijk naar het figuur)
(1) PRIMATOLOGIE (→ is een tak/vakgebied van biologische antropologie)
➢ = De studie van niet-menselijke primaten en hun anatomie, genetica, gedrag en ecologie
o Niet-menselijke primaten (chimpansees, gorilla’s, bavianen,…) worden bestudeerd omdat ze inzicht geven in hoe de evolutie de
menselijke soort gekneed (gevormd) heeft
o Primatologen bestuderen de anatomie, fysiologie, gedrag en genetica van zowel levende als uitgestorven mensapen, apen &
halfapen.
➢ Pioniers
o Jane Goodall (chimpansees)
▪ Het klassieke beeld van chimpansees als brave dieren die als huisdieren gebruikt kunne worden doorprikt ze
chimpansees zijn agressief/gewelddadig
• Ze zijn zeer territoriaal
▪ Toonde agressie onder chimpansees aan
o Diane Fossey (Gorilla’s)
➢ Nu
o Richard Wrangham (!!!) (chimpansees)
o Frans de Waal (Bonobo’s)
(2) Menselijke Biologie (→ tak/vakgebied van biologische antropologie)
- Menselijke groei en ontwikkeling, adaptatie (aanpassing over generaties heen) aan extreme omgevingsomstandigheden en menselijke
genetica
- Voedingsantroplogie
- = Studie van de samenhang tussen dieet, cultuur en evolutie
- Variaties tussen individuen en groepen
Minder belangrijke vakgebieden
1. Biomedische Antropologie
o Wat zijn de effecten van vervuiling, giftige stoffen op de menselijke groei
2. Moleculaire antropologie
o Genetische benadering van evolutionaire wetenschap
DE OORSPRONG VAN DE MODERNE BIO -ANTROPOLOGIE
- Darwin's On the Origin of Species (boek, 1859)
o Dit was Darwins introductie van een evolutionair perpectief. En het maakte veel van de oude debatten over de
menselijke oorsprong irrelevant.
▪ Het monogenisme vs polygenisme debat werd irrelevant
• Dit debat ging over dat de mens voortkwam uit één ras (monogenisme) of verschillende rassen
(polygenisme)
▪ De studie van de natuurlijke geschiedenis van de mens werd NU GERICHT op de evolutionaire
geschiedenis van onze soort. Menselijke variatie was het product (uitkomst) van de interactie tussen het
biologische organisme en de omgeving
- In Noord-Amerika vormde er zich een academische discipline → ‘physical anthropology’ (in Engeland, Frankrijk, Duitsland,…
heette het vakgebied simpelweg “antropologie”)
o In de eerste helft van de 20ste eeuw vooral bezig met antropometrie (lichaam, constitutie en cranium)
▪ Ze waren vooral bezig met lichaam en schedels. De bestudeerde ook de vergelijkende anatomie van niet-
menselijke primaten en het fossielen bestand van mensen en andere primaten
- ‘Nieuwe’ fysische antropologie
o Deze omarmde de dynamische visie op evolutie die werd gepromoot door de aanhangers van de ‘Neo-
Darwinistische synthesis’ (gebruiken het kader van Darwin, maar met een aantal aanpassingen eraan, niet heel het
kader veranderen maar aanpassen) van genetica, anatomie, ecologie, en gedrag met evolutietheorie van Darwin
▪ De studie van menselijke rassen als afzonderlijke categorieën (dit werd vroeger gedacht) maakte plaats
voor de studie van EVOLUERENDE POPULATIES, met een bijzondere nadruk op hoe menselijke populaties
zich aanpassen aan omgevingsomstandigheden
- Paleoantropologie
o Deze heeft een revolutie teweeggebracht door middel van
▪ Nieuwe dateertechnieken (archeogenetica)
▪ De toepassing van een multidisciplinaire benadering om “oude” omgevingen (omgevingen waar
organismen zich evolutionair hebben aangepast) te begrijpen.
3
,HOOFDSTUK 1: DE OORSPRONG VAN HET EVOLUTIONAIR DENKEN
Evolutionair denken is niet het werk van 1 persoon. (veranderlijkheid van soorten)
➢ Er zijn verschillende mensen met gelijkaardige ideeën als Charles Darwin
➢ 2 belangrijkste grondleggers van het evolutionair denken:
o Charles Darwin
o Alfred Wallace
INLEIDING
De evolutietheorie was heel gevoelig in de tijd, veel kritiek men kon het niet hebben dat ze de mens als apen
zagen (maar als je naar de echte theorie kijkt zijn wij JUIST GEEN apen, we zijn geëvolueerd)
➢ Jaren 1920 (‘roaring twenties’)
o Hevige strijd tussen wetenschap en creationisme
▪ Een school in Amerika (stad Dover) wou de leer van creationistische overtuigingen (god) over de
oorsprong van de mens de zogenaamde ‘intelligent design’ introduceren als “wetenschappelijk
alternatief” voor de evolutieleer.
• Maar was een vermomming van het creationisme
▪ → hierop kwam veel kritiek, en ook een rechtszaak
o John Scopes kreeg Verbod op het lesgeven over evolutietheorie in V.S.
▪ Hij was leerkracht die WEL DE EVOLUTIETHEORIE ONDERWEES, maar hierbij had hij de wet gebroken en
kreeg een verbod
o ‘The Scopes Trial’:
▪ Advocaat Clarence Darrow vertegenwoordigde de leerkracht John Scopes, die de evolutietheorie
onderrichtte.
o ‘The Scopes Monkey Trial’: overtreding van de Tennessee ‘Butler Act’ (1925)
▪ Creationisme versus wetenschap
▪ Advocaat William Jennings Bryan vertegenwoordigde de Zuidelijke staat Tennessee (VS).
▪ Scopes werd veroordeeld en kreeg een boete van 100 US $ (waarde in 2020: 1500 US $)
▪ Anti-evolutiewetten werden pas tientallen jaren later (1967) opgeheven in verschillende staten.
WAT IS WETENSCHAP
Een wetenschapper ziet iets gebeuren, een observatie van een natuurlijk fenomeen. Hij wilt dit natuurlijk verklaren. Hij gaat hij dat
doen? Hij doet dit door een hypothese op te stellen (een voorlopige verklaring voor wat hij heeft gezien). Dan start hij zijn onderzoek
en verzamelt hij allerlei DATA en vervolgens gaat hij mogelijks nog een experiment doen. Na al dit heeft hij een antwoord zijn
hypothese (het kan aanvaard, aangepast of verworpen worden)
➢ Wetenschap is een empirisch proces (onderzoek) is GEEN RESULTAAT, het steunt op bewijzen en experimenten
o Wetenschap is zelfcorrigerend
▪ = het doel van wetenschap om zelfcorrigerend te zijn, op basis van onderzoek uw hypothese te corrigeren
• Wetenschappelijke feiten worden pas echt erkend als “feiten” als ze meermaals onderzocht
worden en door andere wetenschappers, en als ze natuurlijk hetzelfde zeggen.
4
,ENKELE VROEGERE DENKERS OVER EVOLUTIE
Darwin in het centrale figuur bij evolutie, maar voor Darwin waren er al mensen met gelijk soortelijke ideeën.
➢ Aan de oude Grieken worden de eerste geschreven pogingen toegeschreven om de natuurlijke wereld te
begrijpen en onze plaats daarin te begrijpen(voor Darwin dus ook denkers over evolutie)
o Aristoteles (384-322 v.o.t.) geloofde in onveranderlijkheid van soorten (ze kunne zich niet aanpassen,
elke levende vorm heeft een absoluut VASTE ESSSENTIE) en hij geloofde ook dat al het leven was
geordend in een overzichtelijke, hiërarchische ladder met mensen aan de top van die ladder.
o Plato (428-348 v.o.t.) geloofde in ideaaltypes
DE OORSPRONG VAN MODERNE WETENSCHAP
De renaissance (14e- 16e eeuw) is een belangrijke stap in de evolutie van de WETENSCHAP!!! Verschillende kritiekke
ontwikkelingen legden de basis voor de oprichting van een academische discipline gewijd aan een wetenschappelijk
begrip van de menselijke conditie.
➢ Ten eerste → wetenschappelijk studie van de menselijke anatomie werd naar NIEUWE HOOGTEN gebracht door
grote kunstenaars uit de renaissance
o Leonardo da Vinci
o Andreas Vesalius (= stichter van de moderne anatomie)
▪ Medische teksten over de structuur van menselijk lichaam van Vesalius, werden gebruikt als
STANDAARD medische tekst en vervangen de werken van Galen (Klassieke arts Galen →
foutieve ideeën)
▪ Zijn medische teksten → “De Humani Corporis Fabrica”
➢ Ten tweede
o GLOBALE VERKENNING → Renaissance viel samen met de eerste reis rond de wereld en de Europese
ontdekking en verkenning van de Nieuwe wereld
▪ → dit heeft veel gedaan voor de biologie, en bij gevolg ook de biologische antropologie.
Europese natuuronderzoekers kwamen in aanraking met exotische planten en dieren, en ook
andere culturen die ons laat verdere informatie geeft over de mogelijke evolutie
o Polygenisme vs. Monogenisme debat:
▪ Dit was een groot debat
• Polygenisme → meervoudige oorsprong van de mens
• Monogenisme → één enkele, goddelijke oorsprong van de mens
• De eerste wetenschappers die ideeen hadden over evolutie werden vermoord, omdat
het inging tegen het gelovige doctrines
o Geloof in creatie/Bijbelse schepping voor de 19de eeuw
▪ Oude Testament gebruikt als ‘bewijs’
• Kerkelijke invloed in Europa was zeer groot
▪ Wetenschappers zoals Galileo onder huisarrest geplaatst
▪ Galileo als beschouwd als ketter omdat hij de theorie van Copernicus (‘aarde draait om zon’)
verdedigde: heliocentrisme ipv geocentrisme -> Dit was ketters
▪ Met Johannes Kepler en Isaac Newton werd het voor de kerk ONMOGELIJK om te
beargumenteren dat de aarde het middelpunt van het zonnestelsel was
• Zij HEBBEN TE KRACHTIGE BEWIJZEN tegen het idee van de kerk.
5
,DE NATUURLIJKE CLASSIFIACTIE VAN ORGANISME VOLGENS LINNAEUS
In de 17e en 18e eeuw waren natuuronderzoekers bezig met het ontwikkelen van classificatieschema’s om planten en dieren te
benoemen en te organiseren. John Ray was de eerste om de begrippen ‘genus’ en ‘soort’ te gebruiken als classificatiesysteem voor
dieren en planten
Taxonomie = de wetenschap van de classificatie en het benoemen van levende wezens, die Linnaeus heeft uitgevonden
Carolus Linnaeus was een zweedse geoloog en zooloog. Hij was de auteur van “systema naturae”. (meest uitgebreide classificatie van
de plantenwereld en later ook toevoeging van dieren.
(Linneaanse hierarchie = classificatiesysteem dat we tegenwoordig in de biologische wetenschappen gebruiken)
➢ Hij gebruikte de fysieke (uiterlijk waarneembare) kenmerken van planten en dieren om ze in te delen op basis van een
CLASSIFICATIESCHEMA
o Zijn classificatiesysteem helpt bij herkennen van patronen
DE WEG NAAR DE DARWINIAANSE REVOLUTIE
➢ Comte de Buffon (1707 – 1788)
o Aanvaardde de notie (idee) van biologische verandering (aanpassing aan omgeving), Hij merkte op dat dieren die
naar nieuwe klimaten migreerden vaak veranderden als reactie op nieuwe omgevingen (hij had wel, net als andere
in zijn tijd, geen idee over het MECHANISME DAT ACHTER DE VERANDERINGEN ZIT)
▪ ⇩ tegengestelde opvattingen (hieronder)
➢ Georges Cuvier (1769 – 1832)
o Geloofde niet in biologische verandering en probeerde dit te weerleggen door het catastrofisme
▪ Vroegere levensvormen uitgeroeid door catastrofes, daarna werden er nieuwe soorten ‘gecreëerd’
(Noah’s ark als voorbeeld)
➢ Geoffroy Saint- Hilaire (1772 –1844)
o Vocht de ideeën van Cuvier aan → was het niet eens met Cuvier
o Voorstander van het idee van evolutionaire verandering
➢ Jean - Baptiste Lamarck (1744 – 1829) → hij had een systeem voorgesteld om het evolutieproces TE VERKLAREN, HIJ HAD
DUS EEN IDEE OVER HOE EVOLUTIE TOT STAND KOMT
o Theorie van overerving van tijdens het leven verworven kenmerken = Lamarckisme
o Alle organismen passen zich tijdens hun leven aan aan
hun omgeving, en die aanpassingen worden aan hun
nakomelingen doorgegeven
o Maakte grote doorbraak (want hij stelt dat er een
cruciale relatie is tussen organisme en omgeving) maar
ook grote fout
▪ De fout was de gedachte dat evolutionaire
verandering zou kunnen optreden tijdens het
leven van een individu
o Idee: organisme dat doorheen hun leven bepaalde
kenmerken konden leren (door inspanning te doen) deze
verworven kenmerken worden doorgegeven aan de
volgende generatie
Darwin
➢ Er is variatie, er zijn organisme die een bepaald kenmerk hebben die iets voordeliger zijn andere van hetzelfde organisme,
deze zijn genetisch bepaald en kunnen worden overgebracht naar de kinderen, en als diegene die bepaalde kenmerken heeft
meer kinderen krijgt verspreid het meer en meer
6
, DE UNIFORMISTEN
Bijkomend bewijs van veranderbaarheid
➢ De uniformisten hadden → Grote invloed op evolutiedenken
o Basisidee van het uniformisme:
▪ Graduele geologische processen die we vandaag observeren, ook in het verleden actief waren.
• Geologische processen van vroeger en nu zijn hetzelfde, wat nu gebeurd van
vulkanen, bergen,… gebeurde vroeger ook. Deze hebben hun sporen achtergelaten op
de organisme die toen leefden
o James Hutton (1726–1797)
▪ Bestudeerde de vorming van rotsen (rotsformatie)
▪ Paste uniformisme toe, maar NIET op de levende wereld.
▪ Pas later worden de ideeën van de uniformisten ook op levende wezens toegepast (onder
andere door Darwin)
o Charles Lyell (1797–1875)
▪ Bevriend met Darwin → grote invloed op het evolutionair denken van darwin, hij nam het boek
dat Lyell had geschreven mee op zijn ontdekkingsreis
▪ Speelde een sleutelrol in het overtuigen van het publiek + wetenschappelijke wereld dat de
geschiedenis van de aarde uit geologische veranderingen kon gereconstrueerd worden
• De geschiedenis van de aarde kan alleen begrepen worden in de context van diepe,
oude veranderingen in de geologie
DE DARWINIAANSE REVOLUTIE
CHARLES DARWIN (!!!!!) (1809-1882)
➢ Was een naturalist van jongs af aan, hij dwaalde door het Engelse platteland op zoek naar dieren en planten om
te bestuderen.
➢ Las veel over de reizen van Alexander von Humboldt (Duitse ontdekkingsreiziger en wetenschapper, hij had een
boek geschreven over zijn reizen)
o Darwin werd hierdoor sterk geinspireerd!!!! → wou zelf ook een reis maken + onderzoek doen
Darwin kreeg de kans om een wereldreis te maken, om onderzoek te doen, en materiaal verzamelen. Veel ideeën heeft
hij op gedaan op deze reis.
➢ Hij heeft de reis gedaan met de
HMS Beagle (1831-1836), langs de
kusten van Zuid-Amerika +
Australië en Afrika.
o Door de reis heeft hij zijn
ideeën ontwikkeld en
vervolgens zijn bekend
boek geschreven “The
Origin Of Species”
Zijn ideeën van veranderingen kom goed
tot uiting in zijn opvatting bij de eilanden
van Galapagos (vinken, → vogel)
7