Onderzoekscollege Moderne Nederlandse Letterkunde (LNX049M05)
Samenvatting
Samenvatting Secundaire Literatuur Onderzoekscollege Moderne NL Letterkunde
9 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Onderzoekscollege Moderne Nederlandse Letterkunde (LNX049M05)
Instelling
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Een samenvatting van ALLE te lezen secundaire literatuur voor de cursus Onderzoekscollege Nederlandse Letterkunde (onderdeel van de Master Neerlandistiek).
Onderzoekscollege Moderne Nederlandse Letterkunde (LNX049M05)
Alle documenten voor dit vak (2)
Verkoper
Volgen
romyvandermolen
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting ALLE te lezen secundaire literatuur
Onderzoekscollege Moderne Nederlandse Letterkunde
Artikelen week 1
Literatuur – Joep Leerssen
- Middel om vooroordelen t.o.v. buitenlanders mee aan te duiden, vorm van
vaderlandsliefde, aanduiding van een strijd voor onafhankelijkheid, propagering van
staatswege van een collectief wij-gevoel voor alle burgers
Nationalisme wil staat en natie combineren tot natiestaat
o Staat = zelfstandig land, hoogste instantie die belasting mag heffen,
soevereine instantie die het mandaat van de volkswil uitoefent en er een
geweldmonopolie, rechtsorde en politiek gecontroleerd fiscaal-bestuurlijk
apparaat op na houdt
Moderne staat: burgers die hun mondigheid en medebeslissingsrecht
ontlenen aan hun status als belastingbetalers (democratisch)
Volkssoevereiniteit: gedachte dat de staat in laatste instantie zijn
macht ontleent aan de vrije wil en instemming van het volk
Grondwet: om grenzen van staatsmacht af te bakenen en in te perken
o Natie = een groep mensen, het volk, de landsbevolking
Mondiaal nationalisme: beweging die tegen de macht van koloniale
imperia ingaat, die vaak slaagt als die imperia in crisis verkeren, het
nastreven van zelfbeschikkingsrecht d.m.v. collectief verzet tegen
vreemde overheersing
Draait om macht, mondigheid en materieel bezit
Ziet natie in politieke termen, niet in etnische of culturele
Mondiale antikolonialisme: gericht tegen Europese hegemonie
Natie: contract tussen opeenvolgende generaties, historische
continuïteit die voorouders en nakomelingen moreel samenbindt
o Nationalisme = de verhouding tussen land en volk
Europese, romantisch-culturele nationalisme: positioneert de natie
vanuit traditie (diep in de geschiedenis verworteld), natiebesef wordt
bepaald door culturele zaken (taal, herinneringen, zeden etc.), elke
natie is specifiek, individueel en anders dan andere (exceptionalistisch)
Honneur et patrie: eer van de edelman/trouw aan vorst en vaderland
Nationalisme scheert etniciteit en burgerschap over één kam
o Vroeger: multi-etnische keizerrijken (politieke identiteit ≠ culturele identiteit)
o Bedrijfsreorganisatie: één nationale taal vanwege vorstelijk centralisme
o 19e eeuw: staat, volk, land => natie (burgerschap + cultuur als woongebied)
, o Drieslag (Arndt): culturele identiteit bepaalt een natie (1), natie vormt een
staat (2), woongebied van de natie bepaalt het territorium (3) –
aardrijkskundige omvang en grenzen van de staat
o Karakteristieke eigenschappen van het Europees, historisch nationalisme: de
etnicisering van burgerschap en de territorialisering van cultuur
o Etnisch nationalisme: de grondslag van de nationale saamhorigheid ligt in de
gemeenschappelijke afkomst en cultuur, morele regeneratie van het
volkskarakter dat uit zijn lamlendigheid moet worden wakker geschud
o Civiek nationalisme: gaat uit van burgerlijke solidariteit van landgenoten, richt
zich op/vloeit voort uit het wij-gevoel van mensen die deel uitmaken van
dezelfde samenleving en dezelfde publieke sfeer (sociale cohesie)
o Conclusie: de nationalistische visie op staat en samenleving bevindt zich per
definitie op een glijdende schaal tussen civiek en etnisch georiënteerde polen,
in de praktijk zien we altijd een mengsel tussen beide uitersten
o Henk en Ingrid: iconen van het volkse Nederlanderschap, scheren twee
eigenschappen over één kam: hun modale/niet-elitaire situatie en hun
afkomst uit een vaderlands/pre-immigratie-nest
Nationalisme is een gevoel
o Klassieke politieke partijen: liberalisme, conservatisme, christendemocratie,
sociaaldemocratie, socialisme en communisme
o Thin-centered ideology: ideologie die zich in grotere doctrines in kan voegen,
nationalisme als kleuring of bijsmaak van andere politieke stromingen
o Cultuurnationalisme: verbondenheid vanuit gevoel
Romantisch: menselijke houding en cultuurhistorische stroming,
gegrondvest op een emotie, ideaal van vaderlandsliefde, aangeboren
o Habitueel en emotioneel nationalisme: informele nationale knusheid,
persoonlijke zaken (bv. gerechten uit kindertijd, spreken in moedertaal,
gedeelde blijdschap)
o Programmatisch nationalisme: bewuste politieke agenda, grenzen van de
staat laten convergeren met het leefklimaat van de natie, autochtone
meerderheidscultuur beschermen tegen allochtone/buitenlandse verwatering
o Overeenkomst: komen sterkst uit de verf als ze zich tegen een bedreiging of
buitenstaander kunnen afzetten
o Apolitiek nationalisme: vaderlandsliefde als algemeen-menselijke deugd
Nationalisme geeft houvast in een moderniserende wereld
o 1870: Straten in nieuwe wijken krijgen namen van historische personen
o Historisme: het verwerken van oude stijlperioden in hedendaagse ontwerpen,
behoefte om de hedendaagse samenleving te zien als continuering van zijn
oude, onderliggende tradities
o Volksgeist: recht organisch verweven met de ervaringen en het wereldbeeld
van een natie
Elk volk heeft zijn eigen Geist en bijbehorende karakter
, De Volksgeist ontstaat binnen organische groeiproces van een volk,
kan alleen als traditie begrepen worden en is verweven met verleden
o Identiteit = traditie (wie we zijn is de uitkomst van een organisch groeiproces)
o Modernisering en globalisering zijn bedreigingen voor onze identiteit
o Moderniserend nationalisme: poging om zich aan de internationale
hedendaagsheid aan te passen en daar houvast in te vinden (traditie)
Nationalisme is de nestgeur van de publieke sfeer
o Publiek (nationaal): tegenovergestelde van privé, collectiviteit van burgers in
hun openbare leven, wat van ons allemaal is (bv. straten en pleinen)
o Standbeelden/monumenten zijn graadmeters in de toe-eigening en
identificering van publieke ruimtes
o Publieke ruimte 19e eeuw: sacraal-monarchaal -> nationaal
o Het vieren van de natie gebeurt met middelen en patronen die we aan de
religieuze tradities hebben ontleend (nationalisme als secular religion)
o Banaal nationalisme: nationale achtergrondruis, standbeelden zijn
straatmeubilair, onopgemerkt, alomtegenwoordig-alledaags, achteloos
Nationalisme is de politieke activering van een zelfbeeld
o Branding: onberedeneerde associaties (reclame, unique selling points)
o Toerisme/typicaliteit: NL = klompen/windmolens, DL = bier/lederhosen, etc.
Het land in kwestie uitzonderen van de rest van de wereld, landen
typeren met stijlkenmerken die elders afwezig zijn (uniek, typisch)
o Nationale karakters zijn belangrijk voor het ontluikende nationalisme:
innerlijke, morele of collectief-psychologische aanleg (Volksgeist/volksaard)
o Rolpatronen NL: onverzettelijkheid, traditie van tolerantie en op-de-bres-
staan voor de vrijheid, huiselijkheid, in zichzelf gekeerd moralisme
o Voor een deugdelijk begrip van de internationale verhoudingen moeten we
ook open oog hebben voor de mate waarin landen op elkaar lijken en de mate
waarin landen in hun eigen boezem grote verschillen herbergen
o Imputing motives (achterdocht): het vermoeden dat de Ander in zijn gedrag
wordt aangedreven door kwaadwillendheid, kortzichtigheid
o Nationalisme als activering van een zelfbeeld moet noodzakelijkerwijs ook
vijandbeelden/buitenlanderbeelden hebben om zelfbeeld tegen af te zetten
Nationalisme kan niet zonder buitelanders
o Nationale noodzaak: anders zijn dan de Anderen
o Geen externe bedreigingen (bv. oorlog) -> interne spanningen (nationale
saamhorigheid ↓)
o Nederlandse identiteit: 1570-1670 anti-Spaans, 1670-1860 anti-Frans, 1860-
2000 anti-Duits
o Nationalisme is een verrekijker: gericht op het grijze verleden en haalt dat
dichterbij, maar met tunnelvisie en een geblokkeerd perifeer blikveld
o Universeel exceptionalisme (paradox): elk volk vindt zichzelf uniek en beseft
niet dat elk ander volk dat ook van zichzelf vindt
o ‘Buitenlanders zijn nationalistisch, wij niet’ (aldus elk land)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romyvandermolen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.