MULTINATIONALE BEDRIJFSSTRATEGIE
Part I: Core concepts of global business strategy
TOPIC 1 : INTRODUCTIE BEDRIJFSSTRATEGIE IN EEN MULTINATIONALE WAARDEKETEN)
Value Chain (Porter) = waardeketen kijken naar waar er waarde wordt gecreëerd (activiteiten met elkaar in verband brengen)
Supply Chain = productieketen het proces van grondstof tot eindproduct (netwerk van organisaties, activiteiten, mensen,…)
International business strategy = effectively and efficiently matching an MNEs internal strengths (relative to competitors) with
the opportunities and challenges found in geographically dispersed environments that cross international borders.
The seven concepts of the Unifying framework (Verbeke) Kader waarop het hele handboek & lessen verder bouwt
Internationale bedrijfsvraagstukken draaien om 7 concepten
1
, Location bound or non-transferable FSA: als FSA niet over te brengen is naar een host country Vb: land-imago
Transferable or non-location bound FSA: over te brengen FSA Vb: marketing
Location advantages: zowel home als host country advantages
Recombination capabilities: FSA overbrengen naar een andere markt en deze succesvol aanpassen
(aanpassingsvermogen) Vb: veranderen van verpakking, aanpassen van logistieke systeem
Complementary resources of external factors: het gebruiken van andere actoren bij het aanpassen/ kopen van FSAs
Bounded rationality: menselijk beslissingsproces waarbij er voor een oplossing wordt gegaan die niet de beste /
efficiëntste is ! Beslissing is niet altijd het beste voor zichzelf, er kan een betere uitkomst bekomen worden
Bounded reliability: het feit dat economische actoren hun verplichtingen niet nakomen (reliability = betrouwbaarheid)
! Kan zowel komen door goede wil (onopzettelijk) als door slechte wil (opzettelijk)
Figuur links:
Driehoek wijst op de aard van de voordelen (van links naar rechts) = steeds meer specifieker & ontwikkeld
1. External location advantages (LA)
2. Location-bound advantages (LB) = middle space in the pyramid
3. Non-location-bound (NLB) = top of the pyramid
Firm specific advantages (FSA)
! Globalisatie leidt tot de lokale ontwikkeling van FSAs
1. Grootste gevolg van globale markten: uitbreiding van de markt waarin binnenlandse bedrijven concurreren
2. Wereldhandel verhoogt prijselasticiteit van de vraag voor elk individueel bedrijf
Meer bedrijven die concurreren met een groter aantal gedifferentieerde producten
3. De vraagcurve wordt vlakker (minder vraag)
4. Het totaal aantal bedrijven op de wereldmarkt daalt
Er zijn meer soorten producten, gebaseerd op basis van lokale FSAs
Verschil tussen regular competitive advantage & global strategic advantage
Elementen voor global strategic advantage
o Location advantage = comparative advantage
o Firm specific advantage (FSA) = monopolistic advantage
o Institution-based advantage (veronderstelt dat dit groter is voor local firms)
Competitief voordeel = activiteit waarin je uitblinkt (in vergelijking met andere bedrijven / landen)
First mover advantage! Tijdsplanning is dus van groot belang + economies of scale (kosten besparend)
Comparatief voordeel = activiteit die je het meest efficiënt kan uitvoeren (in vergelijking met je eigen andere activiteiten)
Heeft betrekking op de relatieve beschikbaarheid van middelen op een bepaalde plaats, zoals: arbeid, kapitaal, kennis,
natuurlijke grondstoffen, … ! Gaat niet om het absolute niveau, maar om het relatieve niveau
Statische strategie 5 forces framework Dynamische strategie ecosystem framework
Indien je veel macht hebt, kan je veel waarde toe-eigenen Opportuniteiten herkennen en erop inspelen
Internal perspective in management FSA External perspective in management IBA
2
,Typische elementen van strategische voordelen in GVC (toegepast op BE, C & I)
Kleine verschillen in landen worden vaak als niet
belangrijk geacht, maar uiteindelijk kan dit wel een
grote impact hebben op GVC. Uiteraard, des te groter
de verschillen, des te interessanter de markt!
Qua comparatieve voordelen is BE het omgekeerde van
C & I (kwestie van ontwikkeld <> ontwikkelings land)
FSAs verschillen / land Zeer logisch!
BPO = business process outsourcing
Reversed engineering = het uit elkaar halen van een
product om zo de ontwikkeling ervan te begrijpen
IPR protection = intellectual property
Geen bescherming van R&D uitkomsten, dan is het verloren moeite voor het bedrijf om te zoeken naar innovatieve ideeën
BE sterke wetgeving: R&D is sterk
C & I zwakke wetgeving: weinig R&D omdat anderen het eenvoudig kunnen overnemen
TLM framework (task, location and mode)
Helpt om de belangrijkste GVC vragen te beantwoorden
Task: what part of the VC to engage in?
o Decision involves deciding how to deploy its tangible & intangible firm-specific assets
o Different tasks have different levels of value added (smile curve)
Hoge toegevoegde waarde: R&D, design, marketing, after-sale services develop countries
Lagere toegevoegde waarde: aankoop, productie, distributie developing countries
Overzicht met welke taken meer waarde creëren (deze wil je zeker goed beheren)
Location: in which countries to do so?
o The firm weighs location advantages of countries and cities
Mode: how to manage interdependence?
o Firm can choose different modes of governance in different locations
o Different modes:
Exporting: indirect exporting, direct exporting
Contractual: subcontracting, licensing, franchising
Investment: joint venture, mergers & acquisitions, greenfield
o 5 different ways to manage interdependence in contracting relationships in GVC:
Market: standard contractual relationships (repeated transactions trust!)
Modular: suppliers are split into different tasks in the GVC (standard & generic product process)
Zo wordt de afhankelijkheid verlaagt, maar blijven nog steeds afhankelijk
(vb: aanpassing software toetsenbord, kan er ook voor zorgen dat die van de muis moet veranderen)
Relational: MNE-supplier interactions are more complex (mutual dependence) trust, connections
Samenwerken op lange termijn, mogelijks processen op elkaar afstemmen
3
, Captive: asymmetric relationship in which the MNE is dominant over its suppliers
Leveranciers zijn afhankelijk van jou, maar jij niet van hen (aangename positie voor MNE, macht!)
Hierarchy: vertical integration and managerial control (through subsidiaries in foreign countries)
TOPIC 2: CONCEPTUELE GRONDSLAGEN VAN MULTINATIONALE BEDRIJFSSTRATEGIE (H1)
Strategic advantage in GVC (focus in dit topic op FSAs)
Location-specific advantage: FSAs ontwikkelen en
succesvol laten worden op de locatie waar die het
beste is Concentratie van FSAs op bepaalde plek
omdat daar de condities het beste zijn
Industry-based advantage: gaat over wie de macht
heeft in de GVC. Alleen met macht kan je een groot
marge (winst & value) afdwingen
Institution-based advantage: benadering die kijkt
naar de invloed van de overheid, lokale instituties,
geografische & culturele verschillen.
Glocal firm (vb: ASML) kan alleen bestaan als de
industry & institution based advantages niet te
belangrijk worden
Welke elementen moet een FSA bezitten? VRIO-
framework
Valuable (FSA should be ..) FSA zorgt voor meer waarde of voor lagere kosten
4