Langdurige zorg
Bijzondere groep zorgontvangers
vb diabetes, dementie, reuma, astma, CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom), de ziekte
van Chroom (darmaandoening), alle hart- en vaatziekten (zijn chronisch), ziekte van
Parkinson, artrose (slijtage van de ledematen)…
langdurige zorg: brandend actueel
- mensen leven langer (door evolutie medische wereld) (100 jaar geleden wist iemand
wanneer die diabetes had dat dit zijn doodvonnis was, vroeger waren er geen
insulines) vergrijzing
- mensen met kanker wordt ook meer langdurige zorg: je moet heel je leven blijven
gecontroleerd worden
- 2012: condition paper (hoe de overheid wilt omgaan met chroniciteit)
Mensen zitten in verschillende fases van ziekten, ze gaan ook allemaal anders ermee om. elk
heeft individuele zorg nodig
acute vs langdurige zorg
acuut chronisch
- Plots beginnend - Sluipend (je kan het al jaren hebben,
- Direct maar niet direct duidelijkheid
- Dringend hebben wat er is)
- Scherp/helder (onmiddellijke hulp - Van lange duur (het is blijvend)
zal ingeschakeld worden) - Slepend
- Vb griep, urineweginfectie - Aanhoudend
- Niet meteen duidelijk
- Reuma, Parkinson
Wat is chronisch ziek zijn? Wie is de chronisch zieke?
- Chronisch ziek zijn als opgave (Inbreuk op je leven, je zal je leven moeten aanpassen
vb aanpassen van je huis, zal je kunnen blijven werken?) kan zowel fysisch zijn als
sociaal (dit is voor iedereen anders, iedereen gaat er anders mee om)
- Grote verscheidenheid (iedereen gaat er anders mee om)
- ‘de chronische zieke’ bestaat niet moet gezien worden in de context van zijn
(mantelzorg)netwerk
- Elk heeft zijn/haar verhaal en context
- Niet elke chronisch ziekte heeft ondersteuning van professionelen nodig (je kan ook
voor je eigen zorgen vb diabetes kan perfect alleen op reis gaan) niet in elk geval
soms zal je wel zorg moeten verlenen, anderen hebben gewoon uitleg nodig
Def chronische zieke
,=is een persoon met een chronische ziekte die een belangrijk impact heeft op de voor zijn
leeftijd en geslacht dagelijkse bezigheden
Leven met een chronische ziekte
Je bekijkt het als een persoon met een bepaalde aandoening, ‘iemand met dementie” niet:
een demente. Men is meer dan de ziekte. Je moet de persoon benaderen als ‘laat de ziekte
je niet overnemen’.
Hoe omgaan?
- Mantelzorger (een naaste, iemand die je goed kent vb kind, buur, man) als
hulpverlener (uit engagement). We benaderen de mantelzorger als een verzorger
(mensen voelen zich veilig bij een vertrouwd persoon)
- Verwevenheid gezondheidsproblemen en maatschappelijke problemen (meer en
meer zorg wordt thuis gedaan, de maatschappij zal meer verwevenheid nodig
hebben om daar mee te kunnen omgaan)
- Verbroken balans/moeilijke balans eigen vermogen en omgevingsfactoren (je gaat
niet alles meer zelf kunnen doen)
- Een chronische ziekte gaat niet over, vraag steeds (nieuwe) aanpassingen
- Genezen is geen doel op zich (is niet haalbaar)
- Belangrijkste doel: streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven (voor
iedereen opnieuw weer anders, doelstellingen individueel bekijken) hulpmiddel; info
geven, we gaan eigenlijk coachen (uitleg geven wat je kan doen)
- Opdracht is eerder: ik leer je om te gaan met
- Vb diabetes regelmatige tijd: dan eten, dan dit.. je zal helpen daar mee om te gaan.
- Andere taak: leren hoe ze voor zichzelf moeten zorgen
Vb filmpje Anke
Volgens schema pg 12
Adaptatie (aanpassing) op sociaal vlak: gaan shoppen met dochter is niet meer evident, de
volgende dag =hele dag rusten. Haar rol in de maatschappij: haar werk heeft ze een stukje
moeten laten schieten.
Adaptatie op materieel: financieel (minder inkomen, veel kosten), er moet ook gezocht
worden hoe dit leefbaar is
Adaptatie op persoonlijk vlak: worstelen met zichzelf en zich nutteloos voelen
Situatie veranderen? Het ziek zijn overkomt je. Het gewoon happen lukt niet meer in een
appel, maar ze snijdt het nu in kleine stukken ze zoekt andere mogelijkheden. Ze moet
ook veel meer plannen.
Anders omgaan met situatie? Meer plannen
Anders kijken naar de situatie? Het ziek zijn heeft ook iets positief voor haar bijgebracht
Voor anderen; we moeten het leefbaar maken voor iedereen
Over hulpverleners: je helpt begeleiden, je geeft advies. Je laat de taak niet aan hun over,
maar helpt wel.
Verpleegkundige zorg: voor wie/ hoe intens?
Driehoek pg 14
Merendeel kan goed voor hun zelf zorgen (hoog percentage)
Er is zorg nodig maar niet continu.
Er kan professionele zorg nodig zijn in meer complexere zorgsituaties
De meeste personen bevinden zich in de nu en dan zorg nodig.
, Als er meerdere aandoeningen komen dan kan een complexere situaties komen.
We komen meer in actie bij hoog complexere zorgsituaties.
De verschillende trappen van de zorgpiramide
- Chronische zieken met grote zelfzorg; grootse aandeel
- Chronische zieken met groter wordende kwetsbaarheid
- Nood aan intensieve ondersteuning: kleinste aandeel
5 Uitgangspunten staan centraal in omgang met mensen met een chronische ziekte:
- Uitgaan van de patiënt (individu; wat wilt hij, de persoon is meer dan de aandoening)
- Echtheid (niet standaarden, wat is goed)
- Interdisciplinair werken (je werkt niet alleen vb een therapeut, kinesist, complexiteit
zorgt voor naad aan samenwerking, nood aan samenwerking en effectieve
communicatie met alle betrokkenen)
- Kritisch zijn (wat werkt? Wat niet?, eigen handelen continu bijsturen, welke klachten
zijn er te verwachten? proactief te werk gaan! Vooruitdenkend werken)
- Creativiteit (zorgtechnologie zorgt voor nieuwe mogelijkheden)
Doel: zorgafhankelijkheid verminderen, autonomie verhogen
prevalentie en Multi morbiditeit van chronische
aandoeningen in België
Prevalentie= # gevallen per duizend/honderduizend op een specifiek moment id bevolking
≠incidentie = het aantal nieuwe gevallen in bepaalde tijdsspanne.
25% bevolking heeft minstens 1 chronische aandoening
½ die huisarts bezoeken, wordt geconfronteerd met een chronische aandoening die
hijzelf heeft of waaraan een van de gezinsleden lijdt.
20% van de volwassene heeft een functionele beperkingen.
Komende 20 jaar wordt een toename verwacht van 30-40% voor cardiovasculaire
aandoeningen, chronische longlijden en astma, degeneratieve aandoeningen zoals
artrose en dementie.
3,4% diabetes
Risicofactoren voor het ontwikkelen van een chronische aandoening
- Overgewicht (obesitas, hart en vaatziekten) (je kan een voorschrift krijgen om te
doen bewegen overheid helpt)
- Geen lichaamsbeweging
- Roken (nicotine plakkers worden terugbetaald overheid helpt om je te doen
stoppen)
- Alcohol (lever, overgewicht)
Invloed van chronische ziekten op morbiditeit en mortaliteit
Morbiditeit= de maten van voorkomen van een specifieke ziekte.
Mortaliteit= het sterftecijfer waaraan mensen sterven bij het krijgen van een bepaalde ziekte