Hoorcollege 1 Inleiding
1. Geschiedenis en inleidende begrippen
GESCHIEDENIS
Pharmakon (Grieks) = werkzame stof, toverkruid, geneeskrachtig kruid en giftig kruid later
‘geneesmiddel’
moeilijk om juiste dosis te bepalen; gevaar voor cumulatie = is toxisch
Farmacologische ontdekkingen;
– Planten met een geneeskrachtige werking
Cfr. digoxine
– Penicilline door Fleming 1928 (AB)
– Insuline door Von Mering en Minkowski 1889
– Orale anticoagulantia
– Groeihormoon
VROEGER: geneesmiddelen per toeval ontdekt of door dierlijke en
menselijke proeven
rechtstreeks van hondenpancreas genomen of van een andere dier
(Pancreas uit een hond gehaald en ze ontdekten dat die hond geen suiker meer kon maken)
NU: ontwikkeld voor een specifieke aandoening
zuiveren ze dit
FOTO: Die klaver is een orale coagulantia want ze zagen dat de koeien meer begonnen bloeden en
dat bloed stelpte slechter als ze die klaver aten
Langoxin = wanneer je een pil neemt kan dit 6 dagen duren tegen dat dit uit je lichaam is
PENICILLIUM NOTATUM
Penicilline
werkt tegen
GROEIHORMOON
Ontdekt door ratten
Dit eiwit zorgde voor groei van botten door de hypofyse van de ratten
Maar dit groeihormoon werkt niet bij mensen (want ze namen die van de
ratten en ze deden da in ons lichaam)
Namen dus deze eiwitten uit dode mensen (gestopt in 1985) veel mensen
stierven doordat de levende mensen ook door hun ziektes stierven
,INLEIDENDE BEGRIPPEN
Onder geneesmiddel wordt verstaan:
= ‘Elke enkelvoudige of samengestelde substantie, aangediend als hebbende therapeutische of
profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij de mens
Onder substantie wordt verstaan:
Elke stof, ongeacht haar oorsprong, zijnde onder andere:
– Menselijke oorsprong, zoals: menselijk bloed, cellen en weefsels, en daarvan afgeleide
producten
– Dierlijke oorsprong, zoals: micro-organismen, gehele dieren, delen van organen,
afscheidingsproducten van dieren, toxinen, door extractie verkregen substanties, van
bloedafgeleide producten
– Chemische oorsprong, zoals: elementen, natuurlijke chemische stoffen en chemische
producten verkregen door omzetting of synthese
25 MAART 1964 – Wet op de geneesmiddelen (B.S. 17 april 1964).
2. WETTELIJKE BEPALINGEN
Het voorschrijven van geneesmiddelen een voorbehouden handeling.
Wettelijk door:
- Artsen
- Tandartsen
- Vroedvrouwen
OPM: sinds 2011 hebben verpleegkundig specialisten en physician assistants
voorschrijfbevoegdheid in NL.
Binnen hun deskundigheid
Minder complexe en routinematige recepten
Sinds 2014 mogelijk voor: diabetesverpleegkundigen, longverpleegkundigen en
oncologieverpleegkundigen.
Voorwaarden aan verbonden
– Verpleegkundigen met voorschrijfbevoegdheid ervaren:
Meer zelfvertrouwen
Versterkte relatie bij de ZO
Hogere jobsatisfaction
Hogere werkdruk
– Uitdaging:
De vergrijzing van de bevolking,
Toenemend aantal chronische ZO
Besparing binnen de gezondheidszorg
Het opvolgen van chronische patiënten in eerste- en tweedelijnszorg door
verpleegkundigen zou een oplossing kunnen bieden.
Off-label geneesmiddelengebruik
= geneesmiddelen die voor iets anders worden gebruikt dan wat op de bijsluiter staat
,Om een geneesmiddel op de markt te brengen moet de producent een vergunning aanvragen:
– Op Europees niveau: European Medicines Agency – EMA
– Op Belgisch niveau: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en gezondheidsproducten –
FAGG
– In de VS: Food and Drug Administration - FDA
Situaties van off-label voorschrijven:
– Geneesmiddel gebruiken als 1ste of 2de keuzemiddel gebruiken terwijl de indicatie een
beperkt gebruik aangeeft (3de of 4de keuzemiddel)
– Andere patiëntengroep
– Onvoldoende gegevens voor het geneesmiddel bij een ernstige stoornis versus wel
voldoende gegevens bij geringe stoornis
– Kinderen (toedieningsvorm en dosering)
– Geneesmiddel voor een volledig andere indicatie gebruiken
Bv. Mediator = diabetesmedicatie voor mensen met overgewicht. Ze gaven dit ook aan
mensen met overgewicht zonder diabetes en zij gingen hier aan dood.
Off-label gebruik:
– Therapeutische vrijheid artsen om geneesmiddelen off-label voor te schrijven.
– Zorgvuldige overweging op basis van wetenschappelijk bewijs.
– Informed consent met de daaraan verbonden risico’s voor de zorgontvanger.
– Registratie van off-label gebruik geneesmiddel niet verplicht in België
Geen cijfergegevens van off-label gebruik in BE.
Algemeen geweten dat er een wijdverspreid gebruik is
Groot gebruik binnen (schatting): pediatrie (80%), zwangerschap,
oncologie (50%), verloskunde, infectieziekten (HIV/aids) en
palliatieve zorg.
Voorbeeld off-label gebruik Viagra®:
‘Viagra® heeft erectiestoornissen als indicatie. Dezelfde molecule is ook onder de naam Revatio®
vergund voor de behandeling van een zeldzame aandoening aan de longslagaders. In bepaalde
gevallen betaalt de ziekteverzekering Revatio® echter niet terug. Daarom wordt soms Viagra® off-
label voorgeschreven, want dat is goedkoper voor de patiënt dan het niet-terugbetaalde Revatio®.’
Viagra wordt gegeven ipv Revatio terwijl dat daarvoor niet gemaakt is
Maar toch doen ze het omdat het goedkoper is dan Revatio. Maar Revatio heeft nog andere
werkende stoffen die voor die pulmonaire hypertensie werkt en Viagra heeft dit dus niet, dus dat is
verkeerd
Onderzoek in de V.S. naar off-label gebruik
Radley et al. onderzochten in de V.S. wat het aandeel van off-label voorschriften was bij 160 veel
gebruikte voorschriften:
– Bij 21% van de voorgeschreven geneesmiddelen was de indicatie niet FDA erkend.
– 73% van het off-label gebruik niet gebaseerd op valide en betrouwbare
wetenschappelijke evidentie.
, Walton et al. stelden in 2008 vast dat er voor 14 vaak voorgeschreven geneesmiddelen dringend
onderzoek nodig was naar de werkzaamheid en veiligheid bij off-label gebruik.
– On top of the list: Seroquel®, een neurolepticum, dat in 76% van de gevallen
voorgeschreven werd voor niet-erkende indicaties en dat op basis van beperkt
wetenschappelijk bewijs. (wordt ook gegeven voor slapeloosheid)
het werkt maar dit wil niet zeggen dat het geen neveneffecten bijgeeft.
Schriftelijk voorschrift vs. elektronisch voorschrift (sinds 2020)
R/ recipe = neem: generieke naam
of stofnaam, toediening en sterkte
van het geneesmiddel
D. da (geef). De te af te leveren
hoeveelheid
S. signa: schrijf op het etiket.
Dosering, eventuele inname
Het elektronisch voorschrift
• Voor welke zorgverleners:
– Artsen
– Tandartsen
– Vroedvrouwen
– Uitzondering: De verplichting is niet van toepassing voor voorschrijvers die op 1 januari
de leeftijd van 64 jaar bereikt hebben.
• Welke voorschriften worden elektronisch:
– Het elektronisch voorschrift voor ambulante patiënten: opgemaakt in het kabinet van de
voorschrijver, tijdens eens consultatie in het ziekenhuis of een andere sector waar
waarin een ambulant voorschrift opgesteld wordt, bv: een huisartsenwachtpost
– De verplichting is niet van toepassing voor voorschriften opgesteld naar aanleiding van
een bezoek aan de patiënt thuis of in een instelling, ongeacht de leeftijd van de
voorschrijver.
Voorschrift voor uitgestelde aflevering
• Wanneer de patiënt het geneesmiddel, het medisch voedingsmiddel of medisch hulpmiddel dat
de arts heeft voorgeschreven niet onmiddellijk wil ontvangen kan hij vragen om de aflevering
uit te stellen
• Arts blijft mogelijkheid behouden om op het voorschrift uitdrukkelijk te vermelden dat er geen
sprake mag zijn van een uitgestelde aflevering.
• Taak apotheker bij een uitgestelde aflevering:
1. De apotheker vermeldt op het voorschrift de letter 'U' in de marge van het niet
onmiddellijk afgeleverde geneesmiddel of product.
2. De apotheker vult het formulier voor uitgestelde aflevering en facturering in (cfr. infra)
3. De apotheker geeft het ingevulde document aan de patiënt. Dit document blijft geldig
gedurende de geldigheidsperiode van 3 maanden van het originele voorschrift.