MOTIEVEN, BARRIÈRES, CORRELATEN EN
DETERMINANTEN VAN FYSIEKE ACTIVITEIT EN
SEDENTAIR GEDRAG
WAAROM ZIJN SOMMIGE MENSEN FYSIEK ACTIEF EN ANDEREN NIET
‘ATHEORETISCHE’ BENADERING
- Motieven en belemmeringen
* Door mensen opgegeven redenen of motieven voor betrokkenheid, facilitators
van deelname en waargenomen belemmeringen.
* Nuttig startpunt om de ‘oppervlakkige’ motivatie van mensen en waargenomen
barrières te begrijpen
- Methodologie: kwalitatief onderzoek (interviews) of bevolkingsonderzoeken
* VB: Op straat vragen aan mensen waarom ze al dan niet fysiek actief zijn à
wat zijn de barrières
QB11: Waarom doet u aan
sport of lichaamsbeweging?
Er kan ook een onderscheid
gemaakt worden op basis van
leeftijd à wanneer je een
bepaalde leeftijdsgroep wil gaan
aanpakken, wat is dan de
belangrijkste motivatie/barrières
om aan fysieke activiteit te doen.
Een interventie is dus geen one-
size-fits-all aanpak. Je kan geen
interventie ontwikkelen die
geschikt is voor de gehele
populatie à tailered intervention
1
, QB14: Wat zijn de
belangrijkste redenen die u er
momenteel van weerhouden
om regelmatiger te sporten?
Ook hier kan er gekeken worden
naar de verschillende leeftijden.
‘THEORETISCHE’ BENADERING
- Sociaalecologische model van gezondheidsgedrag à erkent intrapersoonlijke
(individuele), interpersoonlijke (sociale), fysieke milieu- en beleids-/wetgevende
invloeden op gedrag
* Je kan verschillende factoren categoriseren binnen verschillende levels van
invloed
- Methodologie: observationele cross-sectionele/longitudinale of interventiestudies
6 HOOFDCATEGORIEËN VAN 'DETERMINANTEN' VAN FA
= REPRODUCEERBARE CORRELATIES
1. Sociaal-demografisch: geslacht, leeftijd, opleiding, SES, etniciteit, ...
2. Biologisch: fitheid, lichaamsvet
3. Psychologisch: zelfeffectiviteit, soorten motivatie, …
4. Gedrag: roken, dieet
5. Sociaal: sociale steun (van familie, vrienden, oefenleider, ...), sociale normen, sociale
identiteit
6. Milieu (fysiek): klimaat, topografie, geconstrueerd (architectuur, ontwerp,
technologie), …
NIET-AANPASBARE VERSUS AANPASBARE FACTOREN
- Correlatie onderzoek = belangrijke stap in het ontwerpen van effectieve interventies
- Niet-aanpasbare factoren =
* Correlaten van gezondheidsgedrag (VB: lichamelijke activiteit) die niet kunnen
worden veranderd (VB: geslacht, leeftijd; vaak moderators genoemd)
2
, * Gebruikt om doelgroepen te identificeren die mogelijk een verhoogd risico
lopen
- Aanpasbare factoren =
* Correlaten die kunnen worden veranderd
* Focus van interventiestrategieën ('bemiddelaars' van verandering)
* Dit komt omdat wordt verondersteld dat veranderingen in deze correlaten zullen
leiden tot veranderingen in gezondheidsgedrag (VB: lichamelijke activiteit)
CORRELATEN VERSUS DETERMINANTEN
- Bij het evalueren van het bewijs van de relatie tussen een variabele en fysieke activiteit
is het noodzakelijk om onderscheid te maken tussen correlaten en determinanten
- Correlaat = beschrijft een statistische associatie tussen een gemeten variabele en FA
* Bewijs is voornamelijk afkomstig uit cross-sectionele studies
* Resultaten van correlationele onderzoek ontwerpen hebben beperkingen wat
betreft het trekken van conclusies over de causale relatie
- Determinant = beschrijft oorzakelijke factoren
* De kans is groter dat de relatie causaal is als variaties in deze variabelen
systematisch worden gevolgd door variaties in FA-gedrag
* Resultaten uit longitudinale of experimentele studies leveren sterker bewijs
voor een causaal verband dan resultaten uit observationele studies
Studie: Systematische review va correlaten en determinanten van fysieke activiteit in
verschillende leeftijdsgroepen
- In de meeste studies werd gezien dat jongens meet actief zijn dan meisjes in zowel
kinderen als adolescenten
- Er is één psychologische factor die heel belangrijk is: zelfredzaamheid (self-efficacy)
Conclusie: correlaten van fysieke activiteit voor jonge mensen omvatten socio-
demografische, biologische, psychologische, socio-culturele en omgevingsfactoren
Conclusie: de belangrijkste psychologische correlaat van fysieke activiteit in volwassenen is
self-efficacy
- Self-efficacy = vertrouwen in de mogelijkheid om fysiek actief te zijn in specifieke
situaties
- VB: “wanner het regent ga ik niet lopen”, of heb je strategieën om deze barrière te
overkomen en toch te gaan lopen
3