100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting examen Maatschappijwetenschappen VWO5/6 €9,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting examen Maatschappijwetenschappen VWO5/6

 2 keer bekeken  0 aankoop
  • Vak
  • Niveau
  • Boek

In deze samenvatting staat voldoende informatie kort en krachtig samengevat over maatschappijwetenschappen voor vwo 5 en uiteraard ook voor het eindexamen in vwo6.

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • Ja
  • 15 juli 2023
  • 19
  • 2021/2022
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 6
avatar-seller
Domein B. Socialisatie

(politieke) socialisatie: Het proces van overdracht en verwerving van de (politieke) cultuur van de groepen en
samenlevingen waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van
omgang met anderen.

Door socialisatie gedragen mensen zich op een manier die past bij zijn of haar geslacht, leeftijd etc. Ze ontwikkelen zich zo tot
een lid van de samenleving of een eigen persoonlijkheid. Je leert normen, waarden, (formele) regels over hoe je met elkaar
omgaat. Socialisatoren zijn groepen/instellingen die voor socialisatie zorgen, bijv gezin.Ook vormen ze een mening over de
cultuur waardoor socialisatie ook zorgt voor cultuurverandering.Door socialisatie zal een cultuur worden voortgezet.


Internalisatie: Wanneer iemand bepaalde aspecten van een cultuur zó eigen heeft gemaakt, dat hij automatisch handelt
naar de normen en waarden van die cultuur.


Nature-Nurture Debat: Onderzoekers die veronderstellen dat opvoeding en omgevingsfactoren bepalen hoe wij onze
persoonlijkheid ontwikkelen (nurture) tegen onderzoekers die zeggen dat het gedrag genetisch is vastgelegd bij de geboorte.


Via socialisatie krijgen mensen stereotypen en vooroordelen:
● Stereotypen: Vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een groep, ‘Blondjes zijn dom’.
● Vooroordelen: Meningen over een groep die niet gebaseerd zijn op feiten. Bijv. iemand neemt aan dat een blond meisje
iets niet snapt, omdat ze blond is.


Kinderen van hoogopgeleiden leren langer door dan die van laagopgeleiden.Factoren uit de omgeving hebben invloed op
het proces van socialisatie:
● Economisch kapitaal: financieel bezit/hoog inkomen
● Sociaal kapitaal: Connecties, sociale netwerken, hoeveel respect iemand krijgt.
● Cultureel kapitaal: Culturele competenties als kennis, houdingen, opvattingen, smaak die kenmerkend zijn voor een hoge
sociale positie.


Twee soorten van socialisatie:
● Enculturatie, cultuur overdracht van cultuur waarin een persoon is geboren.
● Acculturatie, cultuur overgedragen van de ene groep naar de andere groep.


Drie vormen van socialisatie:
● Primaire socialisatie: directe omgeving, gezin.
● Secundaire socialisatie: Leren van gedragen in formele omstandigheden of andere omgeving, werk.
● Tertiaire socialisatie: normen en waarden worden overgedragen via anonieme socialisatoren, media.


Identiteit: Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als
kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de
groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.


Persoonlijke identiteit: Het zelfbeeld ontstaat in grote mate door hoe belangrijke socialisatoren als ouders zich
gedragen naar die persoon en het beeld dat iemand van zichzelf probeert te presteren.Identiteit is ook plaats en
tijdgebonden. → YT filmpje

, ● Sociale identiteit: Het deel van iemands zelfbeeld dat is afgeleid van zijn kennis over de groepen waar hij
deel van uitmaakt. Ook wel groepsidentificatie, van de groepen waarmee iemand zich verbonden voelt
nemen mensen kenmerken en overtuigingen van over.
● Meervoudige identiteit: Mensen hebben meerdere sociale identiteiten.


Externe collectieve identiteit: Wat mensen als aanzien van een groep als kenmerkend en blijvend beschouwen,
zoals de jeugd. Er kan een botsing zijn tussen de persoonlijke en collectieve identiteit doordat iemand zich anders
identificeert dan de groep of juist doordat iemand zo meegaat met de groep dat diegene zijn persoonlijke identiteit
verliest.
De sociaal culturele en sociaaleconomische positie van een persoon hebben invloed op de persoonlijke identiteit of
collectieve identiteit van een groep.


Functies van socialisatie zijn:
– De continuering van de cultuur van de samenleving. Mensen verwerven zich opvattingen, waarden en normen
die hen maken tot lid van een maatschappij met een bepaalde cultuur waarmee zij zich onderscheiden van de
leden van andere maatschappijen en culturen
– De verandering van de cultuur van de samenleving en van groepen daarbinnen. Cultuur is geen statisch
verschijnsel. Door overname van elders worden, evenals door ontdekkingen en uitvindingen binnen de eigen
cultuur, steeds nieuwe dingen aan de cultuur toegevoegd;
– Identificatie met de eigen groep en cultuur door het overbrengen van cultuurgebonden waarden en normen;
– identiteitsontwikkeling van het individu gedurende de gehele levensloop;
– Het reguleren van gedrag van mensen waardoor het gedrag (van anderen) beter voorspelbaar wordt en het
samenleven overzichtelijker.


Cultuur: Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die
mensen als lid van een samenlevingen hebben verworven.

Dus het omvat de gewoontes van een groep mensen en komt tot uiting in waarden,normen, opvattingen, etc. Het
is plaats en tijdgebonden. → YT filmpje
Waarden: Zaken/idealen die mensen belangrijk vinden in een cultuur, waarvan de grondslag normen zijn. Dus bijv.
dat je respect hebt voor anderen.
Normen: Gedragsregels die wel of niet zijn opgeschreven. Bijv. opstaan voor ouderen in de trein. Mensen
verwachten dat anderen zich houden aan deze normen.


De dominant cultuur is deoerheersende groep in de maatschappij/politiek of economie en oefent dus de meeste
invloed uit. Subcultuur is een levenswijze van groepen die afwijken van de gangbare levenswijze. In een
samenleving met verschillende subculturen, is de dominante cultuur in staat om invloed uit te oefenen op deze
subculturen.


Als de bindingen in een samenleving veranderen, heeft dat effect op de sociale cohesie. Bijv conflicten in een
groepsbindingen of met anderen erbuiten. Het belang van sociale cohesie in onderlinge groepen kan strijdig zijn
met met het belang van de sociale cohesie in een groep.


Model van hofstede die onderscheid maakt in 5 dimensies , waarop culturen van elkaar verschillen:
● Grote machtsafstand vs kleine machtsafstand, De mate waarin minder machtigen het verwachten en
accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.

, ● Individualistisch vs collectivistisch, In individualistische samenleving is het belang van het individu belangrijker
dan het belang van de groep en zijn onderlinge banden tussen individuen los. In collectivistische is het
belang van de groep belangrijker en zijn mensen altijd bezig met het verzorgen van anderen.
● Masculien vs feminien, verschillen tussen man en vrouw in sociale rollen. Masculien: als de emotionele
sekserollen gescheiden zijn en feminien als de rollen elkaar overlappen.
● Lage onzekerheidsvermijding vs hoge onzekerheidsvermijding, de mate waarin een land zich bedreigt voelt
door onzekere/onbekende situaties(uiting in stress) en deze probeert te vermijden(behoefte aan
voorspelbaarheid). Veel regels → hoge onzekerheidsvermijding.
● Kortetermijngerichtheid vs langetermijngerichtheid, Streven voor beloning in de toekomst door volharding en
spaarzaamheid. Kortetermijngerichtheid → het voorkomen van gezichtsverlies.


(politieke) ideologieën: Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal
uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen.

Standpunten komen voort uit ideologie. Een ideologie is een geheel van samenhangende ideeën over de inrichting
van een samenleving. Hiermee geven ideologieën hun aanhangers een richting voor politiek denken en handelen.
Politieke partijen hebben een beeld van hoe de samenleving eruit moet zien op gebieden als:
● Politiek: Macht verdeling?
● Economisch: Distributie, productie van goederen in een land? Zorgen we voor elkaar of individualistisch?
● Sociaal cultureel: Hoe groot kan/mag de vrijheid van een individu zijn?

Politieke meningen zijn te verdelen in politieke dimensies;
➢ Links,midden of rechts?
➔ Links: ingrijpen van de overheid om gelijkheid(van macht,kennis, inkomen) te bevorderen, dus iedereen
moet bijdragen aan de staat, zodat de staat de mensen die het nodig hebben kunnen helpen:
socialisme, sociaaldemocratisch.
➔ Rechts: Economische vrijheid, individueel verantwoordelijk dus minder overheidsingrijpen. Dus hierbij
wordt ongelijkheid van macht en inkomen geaccepteerd.
➢ Progressief of conservatief? dus hoeveel vrijheid mensen hebben in ethische kwesties.
➔ progressief: Vooruitstrevend en veranderingsbeleid.
➔ conservatief: Behoudende koers.
➢ Nationalisme/ internationalisme?
➔ Nationalisme: Streven voor voorkeur naar beschermen van de dominante cultuur en de economie van
het eigen land.
➔ Internationalistisch: Voorkeur voor samenwerking met buitenland.
➢ Materialisme, postmaterialisme
➔ Materialisme: streven naar tastbare zaken als geld en bezit, gericht op economie/defensie.
➔ Postmaterialisme: nadruk op abstracte zaken als milieu, sociaal onrecht bestrijden dan economie.


➢ Belangrijkste politieke stromingen, groepen mensen die dezelfde ideologie hebben:
➢ Confessionalisme: Stromingen die streven naar godsdienstige overtuigingen binnen de politiek uit te
voeren.Uitgangspunten zijn religieuze waarden, harmonie en samenwerking dus bijv. CDA, de
christenunie en de SGP.
➢ Liberalisme: Individuele vrijheid voor individuen.Geen staatsbemoeienis. Hierbinnen zijn sommigen voor
persoonlijke vrijheid en anderen economische vrijheid(vrije markt) bijv. VVD.
➢ Socialisme: Dat de overheid actief streeft naar gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit met
een gelijke verdeling van macht en goederen. Ze willen af van sociale ongelijkheid.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ervaakpinar2501. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70840 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,09
  • (0)
  Kopen