Dermatologie
Bouw en functie huid
Primaire laesies
Macula: vlek
- Erythema: rode vlek
- Erythroderma: hele huid rood
- Vesicula: accum vocht intra/subepidermaal
o Tgv verlies adhesie epidermale cellen en basale membr
- Bulla: grote vesikel
- Pustula: vesikel gevuld met pus
Papula: verhevenheid
- Nodus: >1cm
- Nodulus : 0,5-1cm
- Tumor: benigne of maligne
- Plaque: vaak inflamm
- Lichenificatie: verdikking en vergroving huid, hyperkeratotisch
o Tgv veel krabben
- Sclerosis: verharde huid, coll ↗
Oedeem
Anamnese en onderzoeken
Digitale fotografie
Woodlamponderzoek (UVA)
Dermatoscopisch onderzoek (epiluminescentie)
Klinisch-chemisch bloedonderzoek
- Chemisch:
o onderliggende oorzaak opsporen
granuloma annulare bij diabetes (verhoogde glycemie)
o voor opstarten therapie
methotrexaat bij psoriasis (geen gestoorde levertesten)
o opvolging van een behandeling
immuunsuppressie: bazathriopine bij atopisch eczeem
- Serologisch
o antilichamen tegen virussen
Varicella Zoster
o Antilichamen tegen zelf-antigenen
Desmogleïne 3 (desmosoom) bij pemphigus vulgaris
Microbiologisch onderzoek
1
,Biopsies en histopathologisch onderzoek
- Clinicopathologische correlatie
- Waar ontsteking: rond bv, tegen bm, …
- Waar verbreking structuur
o Bulleuze dermatosen: niv split in epidermis belangrijk
- Type ontstekingscellen
o Eosinofielen bij medicamenteuze huidreactie
o T-cellen in dermis bij psoriasis
- (pre)maligne cellen
Moleculair-biologische technieken
Immunofluorescentie
- Direct: op weefselstuk
- Indirect: op serum pat
o Mbv substraat (aap oesophagus)
- Fluorescentie => humane antistoffen
o FITC labelled antisera
Allergologisch onderzoek
- Plaktesten
o Opsporen type IV reactie (delayed)
o Na 12-72u: eczeem
o Rug: groot opp + stratum corneum niet te dik
Schimmelonderzoek
- Dermatofiet bv trichophyton rubrum
- 20% KOH + cultuur: droog schilfer/nagelmateriaal
- Bv pityriasis versicolor door pityrosporon ovale
o Spaghetti and meatballs
Epidemiologie
- Stad vs platteland: mycosen
- Seizoen: meer pityriasis versicolor in lente
- Geneesmiddeleneruptie
- Proefbehandeling als bevestiging diagnose
- Leefomg: scabies
- Langdurige begeleiding: slechte therapietrouw bij lok therapie
Anamnese en dermatologische inspectie
Anamnese
- Ontstaanswijze, duur, plaats
- Beloop: 1e episode/recidief/toenemend
- Beïnvloedende factoren
2
, - Therapie: hoelang, effect
- Voorgesch
o Andere huidziekten, fam, atopie, allergie, medicatie
Dermatologisch onderzoek
Lich oz
- Inspectie huid, haar, nagels, aangrenzende slijmvliezen
- Palpatie
Efflorescentie
= zichtbare veranderingen vd huid die samen een huidaandoening vormen
- Monomorf: 1 soort efflorescentie
- Polymorf: meerdere efflorescenties
PROVOKE
- P: plaats
o Voorkeurslokalisatie
- R: rangschikking
o Gegroepeerd
Annulair:
ringvormig
Lineair: lijnvormig
Bouquet:
herpetiform
o Gedissemineerd:
gelijkmatig verdeeld
o Diffuus: aaneengesloten
o Discreet: van elkaar
gescheiden
o Reticulair: netvormig
o Confluerend:
samenvloeiend
o Folliculair: gebonden aan follikels
o Solitair: 1 laesie
o Circumscript: 1 gebied
o Regionaal: beperkt tot groter gebied
o Segmentaal: bandvormig,
dermatoomgebonden
o Gegeneraliseerd: groot gedeelte huid
o Universeel: gehele huid
- O: omvang: aantal, grootte
o Miliair
o Lenticulair
o Nummulair
o Kinderhandpalmgroot
o Handpalmgroot
- V: vorm
o zie rechts
3
, - O: omtrek
o Lijnscherp
o Scherp
o Matig scherp
o Onscherp
- K: kleur
o Vaak lichtrood
o Wegdrukbaar: bv verwijding => erytheem
o Niet wegdrukbaar: erythrocytenextravasatie => purpura
o Appelmoeskleur: granulomateuze ontsteking
- E: efflorescentie
o Macula: kleurverandering huid zonder (epi)dermale afwijkingen
o Dyschromia: kleurverandering niet tgv vaatverwijding
o Erytheem: roodheid, tgv vaatverwijding
o Purpura: paars-rood, tgv bloeding huid/slijmvliezen
o Telegangiëctasia: streep/puntvormige roodheid, tgv verwijding kleinere
bloed/lymfevaten, wegdrukbaar
o Papula: circumscripte, solide verhevenheid (<1cm), tgv cel/weefsel/vochttoename
o Urtica = netelroos: vlakke, circumscripte, vluchtige verhevenheid, tgv oedeem dermis
o Plaque: solide, vlakke verhevenheid (>1cm)
o Nodulus: circumscripte, kleine knobbel/palpabele weerstand (<1cm)
o Nodus: (>1cm)
o Tumor: solide verhevenheid (>1cm), tgv celvermeerdering
o Vesicula: zichtbare holte gevuld met helder vocht (<1cm), geen eigen wand
o Bulla: (>1cm)
o Pustula: zichtbare holte gevuld met purulent vocht (<1cm), geen eigen wand
o Squama: schilfers: loslatend conglomeraat van hoorncellen
o Crustae: korsten: ingedroogd sereus/purulent exsudaat, bloed, cellen, necrotisch
materiaal, vuil
o Comedo: afgesloten afvoergang van talgklier met ophoping van talgkliermateriaal
o Lichenificatie: vergroving en verharding van de huid
o Erosie: defect huid beperkt tot epidermis
o Excoriatie: epidermodermaal defect (dieper dan erosie), puntvormige bloedingen
o Ulcus: defect in huid (tot subcutis), huidverandering voorafgaand
o Rhagade: fissuur: inscheuring huid
o Atrofie: volume bestanddelen huid ↘, dunne huid, verzonken, plooibaar,
doorschemering vaten, verdwijnen adnexen, pigmentvormende cellen ↘ =>
blekere/witte huid
o Schilfering
Pityriasis: klein, poeder
Psoriasis: plaatjesvormig, wit, zilverachtig, glanzend
Ichthyosiform: visschubachtig, in rijen, ruitvormig
Craquelé: gebarsten, grof netwerk
Seborrhoïsch: geel, vettig
Collerette: ring/kraagvormig, na openbarsten vesicula
Keratotisch: eelt, ruw, adherent, brokkelig
4