WOORDTEKENS
1. De apostrof
We plaatsen een apostrof
- Voor een s (meervoud of bezitsvorm) die we toevoegen aan een
woord dat op een enkele vrije klinker a e i o u of y eindigt
Naomi’s tas, Manu’s lasapparaat MAAR: Klaziens recepten, Renates
pillen
- In bezitsvormen van naamwoorden op een sisklank
Alexis’ benen, Marx’ broers
- Voor achtervoegsels of uitgangen van afkortingen, letters of speciale
tekens (behalve bij -achtig, -heid en -schap)
Bvba’s, nv’tje, bh’tje, een e’tje,
- Voor -tje als het grondwoord eindigt op y die volgt op een
medeklinker
Whisky’tje, baby’tje
- Voor -tje als het grondwoord eindigt op u die uitgesproken wordt als
u (koe)
Tiramisu’tje, haiku’tje
- Bij weglating van één of meer letters of cijfers
’s ochtends, ’t zal wel zijn, ‘k zal zien, in ’95 (let op de jaren 30
schrijven we zonder ‘ omdat er niets is weggelaten)
2. Het koppelteken
Na een apostrof volgt een woorddeel, na een koppelteken volgt een
minstens een heel woord.
2.1. In samenstellingen en in sommige afleidingen
- Tussen botsende klinkers in samenstellingen na-apen
- Tussen botsende klinkers in afleidingen maar enkel achter
voorvoegsels van Griekse of Latijnse herkomst die nog duidelijk
apart herkenbaar zijn: anti-intellectueel
- Voor een hoofdletter in samenstellingen en afleidingen: on-Duits
- Als het grondwoord een afkorting is (GEEN LETTERWOORD) of een
teken in samenstellingen: sms-bericht
- In afleidingen achter een voorvoegsel en voor de achtervoegsels -
achtig, -dom, -heid en -schap: anti-sms, ge-sms’t, sms-achtig, gsm-
dom
2.2. In samenstellingen
- Voor of achter eng-verbonden bepalingen
Sint-Pieter, oud-leerkracht
- Tussen de delen van samenkoppelingen
Dichter-zanger, mens-zijn, staakt-het-vuren
, - Als het eerste deel een combinatie is van drie of meer woorden,
twee gelijkwaardige woorden of van uitheemse woorden
blijf-van-mijn-lijfsfeertje, woon-werkverkeer, ad-hocbeslissing.
- Enkele uitzonderlijke gevallen:
uitheemse combinatie die in de vreemde taal al een koppelteken
heeft
avant-garde, rez-de-chaussee
Het eerste deel heeft een zelfnoemfunctie of persoonlijk vnw
ja-zeggen, ik-zucht, jij-gevoel
Het eerste woord eindigt op ‘s
Een oma’s-Fiets
2.3. In afleidingen
- Voor het achtervoegsel -achtig als het grondwoord op een a eindigt
(botsende klinkers)
- Achter de voorvoegsels non, no en ex
- In taalnamen die niet afgeleid zijn van een samenstelling met een
koppelteken, maar:
Als eerste deel een aardrijkskundige aanduiding hebben Balto-
Slavisch
Als eerste deel een etnische aanduiding hebben latino-Spaans
Als eerste deel oud, nieuw, standaard etc. hebben en als tweede
deel een combinatie die als zelfstandige combinatie een koppelteken
of spatie heeft. Standaard-West-Vlaams
- In Engelse afleidingen van combinaties met een znw als tweede deel
brown-eyed
Volgens het gelijkvormigheidsprincipe blijft het koppelteken behouden
als het grondwoord of een deel van het grondwoord van een geleed
woord een koppelteken bevat.
3. Het deelteken
In woorden die geen samenstelling zijn, gebruiken we soms een deelteken
voor de leesbaarheid. We delen een combinatie van klinkertekens in twee
stukken om te vermijden dat de combinatie verkeerd gelezen wordt. (in
samenstellingen gebruiken we dan een koppelteken)
Als twee opéénvolgende klinkers, die tot verschillende lettergrepen
behoren, samen één klinker of een tweeklant kunnen vormen, plaatsen we
een deelteken op de tweede klinker.
In het Nederlands geldt dit niet voor de volgende klinkercombinaties: eo –
ea- ii -ji -ue -yi -ye
Georganiseerd, geallieerd, buiig, zijig, continue, hobbyist, hobbyen