Goederenrecht: samenvatting
Hoorcollege 1
Situering
1. Onderdeel van privaatrecht (burgerlijk recht)
2. Goederenrecht staat tegenover:
- Publiekrecht
o MAAR kan overlappen: bv zowel private als publieke erfdienstbaarheden. Bv
publiekrechtelijke instellingen (zoals OCMW) kan als private particulier
optreden in het goederenrecht
- Andere privaatrechtelijke rechtsdomeinen: verbintenissenrecht, contractenrecht
(maar komt er wel in aanraking mee)
3. Onderdeel van vermogensrecht (patrimoniaal recht/vermogensrecht <>
extrapatrimoniaal recht)
- Betrekking op actieve & passieve samenstelling van vermogen
o Vermogen =
Actieve bestanddelen= goederen + rechten
Passieve bestanddelen= schulden + plichten
Omschrijving
Ontstaan: toe-eigening door de mens van voordelen uit de natuur mens heeft subjectief
gebruik ervan veiliggesteld
- De mens gaat bepaalde subjectieve rechten zich toe-eigenen
Goederenrecht slaat voornamelijk op het veiligstellen van subjectieve rechten, dat tov het
objectieve recht staat. MAAR er is ook een zekere wisselwerking tussen de twee:
- Een subjectief recht verondersteld een concrete rechtsverhouding tussen personen
waarop de regels van het objectieve recht op worden toegepast
Subjectieve zakelijke rechten = concrete bevoegdheden en aanspraken t.a.v. andere
personen betreffende zaken wanneer de toepassingsvoorwaarden van de algemene
zakenrechtelijke regels vervuld zijn
- <> subjectieve obligatoire rechten: is een verbintenisrechtelijke aanspraak
o Bv Verkoop doet verbintenissen ontstaan, maar doet ook een zakelijk recht
overgaan, namelijk het eigendomsrecht. Tov de gekochte zaak kan de
eigenaar verregaande bevoegdheden uitoefenen of verbintenissen afsluiten.
Finaal wordt de koper eigenaar van het goed wat hem de bvh oplevert.
Uitsluiting
NIET extrapatrimoniale rechten
- Niet in geld waardeerbaar / toeëigenbaar
1
, - Behoren niet tot het vermogen
- Onvervreemdbaar (kan niet over worden beschikt)
>> MAAR: over bepaalde aspecten wel OK mogelijk, namelijk over de uitoefening van het
recht (geen afstand van het recht)
- Bv toelating foto gebruiken in publiciteitscampagne
- Bv bloed- of orgaangift (via erkende instellingen)
>> schending van extrapatrimoniaal recht kan aanleiding geven tot schadevergoeding (dat
wel waardeerbaar is in geld)
NIET verbintenissen en vorderingsrechten
- Verbintenis: rechtsverhouding tussen twee (of meer) personen die ontstaat
krachtens de wet ingevolge een rechtshandeling of rechtsfeit, op grond waarvan de
ene persoon t.o.v. de andere gehouden is, tot het leveren van een prestatie (iets
geven, iets doen, iets niet doen)
o Goederenrecht neemt wel verbintenissen met zich mee!
- Vorderingsrecht: een recht dat de SE kan uitoefenen tegen een SA.
NIET intellectuele rechten
- Geheel van rechten die zijn toegekend aan een auteur of een uitvinder ter
bescherming van voortbrengselen van zijn geest (kunstwerken, boeken, uitvindingen)
- Bv auteursrechten, octrooien, merkenrecht
- Dubbel aspect:
o Moreel recht (extrapatrominaal aspect): recht om boek uit te geven,
kunstwerk tentoon te stellen, auteurschap op te eisen, illegale kopieën aan te
vechten
o Vermogensrecht (patrominaal aspect): economische exploitatie van de creatie
(reproductie, licenties) hier kan goederenrecht wel mee te maken hebben
Waar te vinden (in codex)? Zie vanaf dia 12, ppt 1 bis (nog niet gekeken)
Krachtlijnen nieuwe goederenrecht
A. Geïntegreerde benadering van het goederenrecht
- Integratie van diverse delen van het goederenrecht (zie dia 16 voor afschaffingen)
B. Instrumentalisering van het goederenrecht
- Goederenrecht als middel, niet als doel.
- Aanpassing aan de 3D-aard van goederenrecht voor goederenrechtelijke
structurering: grond wordt in drie-dimensionele betekenis omschreven (art. 3.64),
werken met volumes (zie opstalrecht)
- Maatschappelijke impact in hoofdstuk over burenverhoudingen: willen buren meer
laten socialiseren met elkaar
- Zo groot mogelijke transparantie bij zakelijke rechten
C. Modernisering van het goederenrecht
- Het goederenrecht wordt afgestemd op de actuele maatschappelijke verhoudingen
o Geen gerichtheid op de agrarische maatschappij van 1884
2
, o Integratie van onlichamelijke goederen, het begrip “volume”, vruchtgebruik
op feitelijke algemeenheden, intellectuele rechten en financiële instrumenten
- Modern gebruik en rentabilisering van openbaar domein
D. Flexibilisering van het goederenrecht
- Grondslag: partijen kunnen afwijken van alle bepalingen van het boek TENZIJ gaat
over definitie of de wet het verbiedt (artikel 3.1)
- Verlenging van de duurtijd van zakelijke gebruiksrechten (soms zelfs eeuwigdurend)
- Flexibilisering op het niveau van degene die een zakelijk recht kan vestigen
- Flexibilisering op het niveau van de bvh van de vruchtgebruiker`
Hoorcollege 2
Hoofdstuk 1: De leer van de indeling der goederen
Terminologie
Goederen
- Art. 3.41 BW: goederen in de ruimste zin zijn alle voorwerpen die vatbaar zijn voor
toe-eigening, met inbegrip van de vermogensrechten
- Art. 3.38 BW: voorwerpen, ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of
onlichamelijk zijn, zijn te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te
onderscheiden van personen
Dieren:
- Artikel 3.39 BW: dieren hebben een gevoelsvermogen en biologische noden
MAAR regels inzake (lichamelijke) voorwerpen zijn nog steeds van toepassing op
dieren, maar wel met respect voor de regels ter bescherming van dieren en openbare
orde
- Nieuwgeboren dieren en voortbrengselen = vruchten (artikel 3.42 lid 3 BW)
dieren zijn niet vatbaar voor zakelijke rechten, zijn geen rechtssubjecten (geen
schenking of testament van of aan een dier mogelijk)
- Is dus eerder symbolisch
Lichamelijke vs onlichamelijke voorwerpen
- Lichamelijke voorwerpen: zintuiglijk waargenomen & worden gemeten middels een
momentopname (= foto van iets op een moment waarbij geen ontwikkeling in de tijd
gezien kan worden)
- Onlichamelijke voorwerpen: niet tastbaar
o Bv schuldvordering (betekent niet dat er een document over bestaat dat het
daarom lichamelijk zou zijn!)
o Bv handelszaak: los van de plaats met het gebouw heeft het voorwerp een
bepaalde waarde. Het feit dat iemand een handelszaak is, los van de
lichamelijke voorwerpen & materiële goederen dat het heeft.
o Bv cliënteel
Vruchten en opbrengsten (art. 3.42 BW)
3
, - Vruchten van een goed zijn datgene wat dat goed periodiek voortbrengt, zonder dat
dit de substantie ervan wijzigt en ongeacht of het uit zichzelf gebeurt of als gevolg
van de valorisatie ervan
- Een opbrengst is datgene wat het goed opbrengt, maar waardoor de waarde van het
goed onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd
o De substantie blijft niet in takt. Bv eens dat een boom is omgehakt kan je er
geen nieuwe boom uit voort krijgen
- <-> vruchtgebruik
Waarom
We maken nog verdere indelingen tussen onderscheiden goederen, omdat deze
categorieën van goederen een eigen rechtsstatuut hebben
- De indeling gebeurt via diverse criteria
- Belang van indeling: voor elke categorie gelden er specifieke rechtsregels
- Per categorie zijn er twee mogelijkheden: elk goed valt onder de ene of de andere
mogelijkheid
Goederen of geen goederen
- Geen goederen = voorwerpen die niet vatbaar zijn voor toe-eigening (in rechte, wel
in feite) omwille van een wettelijk/feitelijk beletsel
o Wettelijk beletsel: voorwerpen buiten de handel
Niet vatbaar voor OK (artikel 1128 oud BW), niet vatbaar voor
verkrijgende verjaring (art 3.26 BW)
o Feitelijk beletsel: gemene voorwerpen (res communes)
Artikel 3.43, lid 1 BW
Het licht, de zee, de lucht etc.
Omwille van hun aard niet vatbaar voor exclusieve private toe-
eigening in hun totaliteit, maar wel voor een deel (bv een emmertje
zeewater)
Gebruik van gemene voorwerpen geregeld door bijzondere wetten
inzake de hoogte van gebouwen (genot van licht en lucht regelen) +
inzake gebruik van stromend water (ecologische redenen)
Goederen die aan niemand vs wel aan iemand toebehoren
- Goederen zonder eigenaar die voor toe-eigening vatbaar zijn (artikel 3.43, lid 2 BW),
twee soorten:
o Res nulius: Nooit een eigenaar gehad, maar wel voor toe-eigening vatbaar (bv
vissen in de zee of in rivieren, ondergrondse watervoorraad)
o Achtergelaten goederen: Eigenaar ooit geweest maar er afstand van gedaan
(res derelictae) (bv wat een eigenaar in de vuilnisbak gooit)
<-> verloren goederen (horen aan iemand toe) en verborgen goederen
(hoorde aan iemand toe, nu aan de Schat)
- Onroerende goederen zonder eigenaar behoren toe aan OH
o MAAR OH heeft recht om aansprakelijkheidsvordering instellen tegen vorige
eigenaar voor verbintenissen, waardedalingen of beschadigingen verbonden
aan het onroerend goed (artikel 3.43, lid 2 en 3.66 BW)
4