Systemisch denken en handelen
H1: INLEIDING
1.1 Situering
1.1.1 wat is een gezin?
Familie
= bloedverwantschapsysteem
Grote groep
Verticaal dimensie: ouders, kinderen, grootouders, kleinkinderen,
overgrootouders, achterkleinkinderen
Gezin
= verzameling van ouder(s), kinderen en eventueel andere hierbij
inwonende personen
Kleine groep
Raakvlak tussen twee families
Heel wat gezinnen ‘onvolledig’: geen man, geen vrouw of geen kinderen
Soms in gezinnen meer mensen om rekening mee te houden: nieuw
samengesteld gezin
Ook alleenstaanden en holebi-koppels (met of zonder kinderen)
Primaire groep: een verzameling van mensen met veelomvattende en
directe relaties (vb. gezin)
Andere primaire groepen: commune kloosterzusters, drie broers die
samenleven onder het ouderlijk dak, …
Tal van gezinsvormen: traditioneel gezin, nieuw samengesteld gezin,
éénoudergezinnen, co-ouderschap, 2 mama’s, 2 papa’s, …
‘Ideale gezin’ soms meer een idee, een voorstelling, een mythe dan
realiteit
1.1.2 theoretische kaders
1.1.3 gezinsvervangend of gezinsondersteunend?
Indirecte contacten
Geen rechtstreeks contact met ouders/ familie. Je krijgt de info
onrechtstreeks.
Vb. info die dienst onrechtstreeks bereikt, via contextbegeleider
Omgangsgerichte contacten
Spontaan, informele contacten die sfeer en vertrouwen laten ontstaan
Vb. ophalen/ brengen cliënt, bezoekmoment, …
Ondersteunende contacten
Zijn bewuster, intensiever van aard. Contacten waar begrip wordt
aangevoeld, gevoel krijger er niet alleen voor te staan
Vb. gezinsgesprek waar weekend wordt besproken, …
,Systemisch denken en handelen
Contacten gericht op info/ participatie
Formeel doorgeven van info en ouders expliciet betrekken in de
begeleiding
Vb. bespreken van een handelingsplan, bespreken van schoolkeuze, vrije
tijd, …
Behandelingsgerichte contacten
Samen op zoek gaan naar een aanpak en gericht samenwerken
Vb. zelfstandigheidstraining
Belangrijke momenten binnen bereidingsproces
o Intake
Indirecte contacten
Omgangsgerichte contacten
o Verblijf/ begeleidingsproces
Ondersteunende contacten
Contacten gericht op info/ participatie
o Ontslag/ afronden begeleiding
Behandelingsgerichte contacten
Gezinsvervangend of gezinsondersteunend?
o Gezinsvervangend
Bijna alle aspecten worden overgenomen door de begeleiding
o Gezinsondersteunend
Er is sprake van een samenwerking tussen het gezin en de
hulpverlening.
Ouders/ familie blijven medeverantwoordelijk
GEZINSVERVANGEND GEZINSONDERSTEUNEN
D
OPVOEDINGSTAKEN Volledig overgenomen Bepaalde opvoedingstaken in
overleg
BESLISSINGEN Geen overleg Medeverantwoordelijk,
overleg en samenwerking
HULPVERLENING = vervanggezin = tijdelijk supportsyteem
NORMEN & Kunnen sterk verschillen Rekening houdend met gezin
WAARDEN van herkomst
PROBLEEM Cliënt wordt als Werken met heel het
‘geïsoleerd’ iemand netwerk
gezien
EFFECT Broeikascultuur, cliënt Cliënt heeft plaats binnen zijn
vervreemd van zijn netwerk. Kan bijdragen aan
netwerk. kwaliteit van leven.
, Systemisch denken en handelen
H2: TAKEN EN TERRITORIA IN EEN GEZIN
2.1 Wat houdt het in?
Bakker en Bakker: veel menselijk gedrag = territoriaal gedrag
2.1.1 wat valt er onder het begrip territorium?
= ruimte en materiële zaken als niet-materiële zaken
= alles waaraan iemand belang hecht, alles ‘van hem’ ervaart, waarover
controle en initiatief wil houden
2.1.1.1 persoonlijke territoria
= terrein dat de mens voor zichzelf alleen heeft
Materiële bezittingen: tuin, huis, kleding, geld, …
Privacy: kloppen op kamerdeur, toiletbezoek, alleen willen lezen van
persoonlijke brief, …
Persoonlijke ruimte: hoe dicht op een bankje, ruimte aan tafel, …
Eigen lichaam en eigen geest: wie mag mij aanraken, eigen ideeën, …
2.1.1.2 sociale territoria
= terrein binnen sociale relaties
Psychologische ruimte = aandacht en invloed
Vb. anderen kijken en luisteren naar mij, als ik iets zeg wordt er rekening
mee gehouden
Actieterritorium = terrein waar je verantwoordelijk voor bent en
beslissingen in kan nemen
‘Van jou’ – zelf beslissingen nemen, taken uitvoeren, controleren of het
goed is
2.1.2 hoe gaan we om met ons territorium?
Subjectief gegeven: interpersoonlijke verschillen die uit het gedrag zijn
af te leiden
Vb. tuin
Eigendom beheer
o Eigendom: bezit van het terrein
o Beheer: onderhoud van het terrein
Als ‘eigenaar’ van een eigendom
o Verantwoordelijkheid over domein
o Verantwoordelijkheid over beheer: handelingen om domein te
‘onderhouden’
2.1.2.1 beheren, verwerven, en verdedigen