JURIDISCHE EN GEDRAGSWETENSCHAPPELIJKE
ASPECTEN VAN POLITIE
Wetboek Belgisch politiewezen – Boom juridisch Antwerpen
INLEIDING: DE POLITIEFUNCTIE, HET POLITIEBESTEL EN HET POLITIERECHT
Politiefunctie
Dubbele vraag:
- Waarom hebben wij politie? Wat is het nut? (functie)
- Hoe moet de politie functioneren om haar taak naar behoren uit te oefenen? (eisen)
Juridische functie: institutionele functie (verwijst naar instellingen)
- Politie-instellingen/ korpsen (federaal en lokaal)
- Politie-overheden (bestuurlijk: burgemeester, provinciegouverneur, minister van BZ en gerechtelijk:
OM/ PK, OR, minister van Justitie,…)
Politie staat altijd onder gezag van bevoegde overheden/ bevoegd gezag à in een democratische staat
ANDERSà dictatuur/ politiestaat
Politie ≠ eindbaas
Belangrijke doelstelling:
- bescherming en regeling vd maatschappelijke orde à zo voorkomen dat de maatschappelijke orde
verstoord wordt of snel de verstoring doen ophouden
- Uitgeoefend om de fundamentele (grond)rechten mogelijk te maken (verschil met politiestaat)
Bv. Betoging, voetbalmatch, festival
Politioneel aspect: de politie zal deze evenementen in goede banen moeten leiden (orde
handhaven/beschermen) de politie moet er voor zorgen dat burgers hun fundamentele
grondrechten op een verantwoorde wijze kunnen uitoefenen
Democratische ontw vd MIJ bevorden
Waarborg geven om fundamentele rechten te kunnen uitoefenen à basiswetten: WPA (Wet Politieambt 5
aug 1992) , WGP (Wet geïntegreerde politiedienst 7 dec 1998) = bevoegdheidswet
Art 122 WGP en Art 1 WPA
Criminologische functie: RORON, 5 aspecten van politiefunctie
Raadgevende functie:
- Mechanismen om slachtofferschap te voorkomen
- Richting potentiële SO
- Bv: zorg dat er geen waardevolle spullen in uw auto liggen
Aan medeburgers bv waarschuwen voor phishing
Ontradende functie:
- potentiële daders afschrikken (meer specifieke doelgroep)
- aanwezigheid van politie om inbreuken (gerechtelijk en bestuurlijk) te voorkomen
- bv. camerabewaking, verlichting, patrouilleren, interventies,…
1
, - Iets scherper dan raadgevend
Regulerende functie:
- onveilige situatie (hot-spot) oplossen, orde terug herstellen bij plaatsen met problemen à politie
moet maatregelen nemen om probleem onder controle te krijgen
- bv patrouilleren, identiteitscontrole, techno-preventie (bv bloembakken plaatsen om rijsnelheid te
beperken),…
Onderzoekende functie:
- rechtelijke taken, misdrijven of daders ervan opsporen, bewijzen verzamelen
- misdrijven zijn gepleegd à politie moet deze onderzoeken olv PK of OR
Nazorgende functie:
- je zit met een slachtoffer of nabestaanden van slachtoffers en je gaat die in contact brengen met
hulpverlening (niet zelf uitvoeren) - van psychisch tot materieel
- bv. Preventieadviseurs na inbraak om sloten te controleren, slachtofferbejegening,…
Functies lopen in elkaar over
Geweldsmonopolie: in vredestijd, want in oorlog ook leger
Politie is de enige die hierover beschikt, enkel politie kan rechtmatig geweld gebruiken (uitzonderlijk
wettelijke verdediging)
Unieke machtspositie in democratische staat
Geweld moet wettelijk geregeld zijn (politie enkel geweld uitvoeren onder gezag van een
bestuurlijke/gerechtelijke overheid, ANDERS politiestaat
Functie om drie soorten opdrachten uit te voeren:
Opdrachten van bestuurlijke politie: openbare orde, bestuurlijke overheden (burgemeester, gouverneur,
…) art 14 WPA
- vermijden van ordeverstoring
- in geval van ordeverstoring: herstellen!
- Bv BOB-controle (wanneer iedereen negatief test)
Opdrachten van gerechtelijke politie: misdrijven
als opdracht, niet als korps
- Onderzoek naar misdrijven/ strafbare feiten (à strafprocesrecht)
Art 15 WPA & art 8 Sv
- Bv BOB-controle (zodra iemand positief blaast, is er sprake van een misdrijf)
bv je gaat naar Werchter en daar loopt veel politie rond om ordeverstoringen te vermijden met zo een
groot publiek
Als je naar bestuurlijke politie gaat, kan dat naar gerechtelijke politie gaan
Sterke armverlening: ondersteuning van allerlei andere diensten, organen en functies
2
, - De politie verleent zijn sterke arm owv geweldsmonopolie
- Bv. De politie zal een gerechtsdeurwaarder beschermen wanneer hij een gevaarlijk persoon moet
inlichten (uit veiligheid + enige instantie die geweld mag gebruiken)
Aparte opdracht, maar in termen van bevoegdheden horen ze eigenlijk bij bestuurlijke en gerechtelijke
politie
Politiebestel
Politieapparaat bestaat uit een hele reeks diensten:
Reguliere politiediensten
De lokale en federale korpsen/politiediensten
Regulier = gewoon, normale gang van zaken, klassiek
In aantal landen bestaan ook bijzondere politiediensten met een specifieke afgelijnde opdracht
Tot 1998 had België er zo drie: spoorweg, luchtvaart en zeevaartpolitie
Enkel voor dat deel bevoegd
Geen aparte diensten meer, afgeschaft geïntegreerd in de federale politie, niet meer zelfstandig, maar
bestaan nog
Talrijke inspectiediensten: NIET hetzelfde als bijz politiediensten
Bv milieu-inspectie, sociale inspectie, belastinginspectie, fiscaliteit, ruimtelijke ordening,…
Wetgever heeft bij deze regeling inbreuken op artikelen strafbaar gesteld
Periode na WOII: wijziging in beleid vd Belgische Staat, meer wetten over maatschappelijk en
economisch leven, overheid mengt met maatschappelijke domeinen
àtoename van het recht, hier werden vervolgens strafbepalingen aan gekoppeld
Capaciteitsprobleem, want te complex en te veel werk voor reguliere politie
Oplossing: gespecialiseerde inspectiediensten opgericht voor deze domeinen
Politieambtenaren en politieoverheden
Art 3 ten 3e en 2e WPA
Politieambtenaar: lid van politiedienst, politiepersoneel (lokaal/federaal) die door of krachtens de wet
aangenomen en bevoegd is politiemaatregelen te nemen of uit te voeren
Politieoverheid: overheid die aangewezen is om juridische politiemaatregelen te nemen en uit te voeren
of door de politiediensten te laten uitvoeren, bestuurlijk of gerechtelijk
Overheid neemt beslissing, politie voert het uit, politie (= uitvoerend orgaan) is altijd ondergeschikt aan
gezag van overheid
Maatregelen dus NIET genomen door politie zelf, maar door bevoegde overheid
Gezag: (bij overheden): het nemen van beslissingen over de inzet van politie en over wijze van optreden
Welke opdrachten uitvoeren en wanneer?
- Bestuurlijke overheid (bv. burgemeester): openbare orde
- Gerechtelijke overheid: misdrijven
3
, Beheer: (bij overheden): alle aspecten die te maken hebben met de wijze waarop politie taken kan
uitvoeren, politie in staat stellen opdrachten uit te voeren
Administratief (geld)
- Hoe stelt men het korps in staat om taken uit te voeren?
- Wie het geld beheert, heeft een belangrijke machtspositie
- Bv bewapening, benoemingen, specialisaties, infrastructuur,…
Beleid: je kan nooit alles aanpakken wat je wil aanpakken, te weinig manschappen
Prioriteiten stellen, dus ook posterioriteiten
Keuzes maken waarvoor men de middelen gaat inzetten
èzeggenschap (wie heeft het voor het zeggen?)
Verhouding politie-overheid en politie
Het politierecht
- = al het recht dat over de politie gaat
- Noodzakelijk in een democratische staat
- Complex, veelomvattend & zeer verspreid
DEEL I. DE HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE POLITIEBESTEL
Rode draden:
Spanningsveld tussen het lokale niveau en het federale/nationale niveau (nationaal vs. stedelijk)
Essentiële kenmerken van de politie (vb. militaire aspect)
De positie van de minister van binnenlandse zaken t.a.v. de (lokale) politie
De positie van de minister van justitie t.a.v. de (lokale) politie
Afstemming bestuurlijk/gerechtelijk in het politiebestel
Strategisch denken van de rijkswacht
Allerlei mechanismen van sturing door het federale niveau
HOOFDSTUK I. DE PERIODE VÓÓR DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID
I.1. DE FRANSE OORSPRONG VAN DE “BELGISCHE” POLITIE
17e E: het lokale niveau, in de grote steden richten eigen politie op, lokaal politiekorps
Elke stad een politiekorps
- Voorloper: Parijs (1667) eerste stad die een eigen politie had
- De evolutie zet zich voort in alle grote Franse steden
18e E: centrale/federale niveau
- Nationale staat had een eigen politieapparaat nodig om de orde te handhaven
o Een eigen korps dat de belangen van de nationale overheid waarborgt
- 1720 op centraal niveau in FR een centrale politiekorps, ontstaan nationale marechaussée
Niet samenraapsel van kleine korpsen, maar groot nationaal korps
1789: Franse Revolutie:
4