Accounting:
1. Boekhouden
• H1 – Boekhoudkundige gelijkheid
o Inleiding, juridisch kader, venn. vormen, dubbele/vereenvoudigde boekhoud., Jaarrekening, Balans
• H2 – Toerekeningsaanpak
o RR, kostenindeling, afsluiting BJ, kosten en opbrengsten boeken, cash is king
• H3 – Boekhoudkundig proces
o Gebeurtenis, journaalboekingen, grootboek, proef- en saldibalans, jaarrekening, NBB neerlegging
• H4 – Verkoopcyclus
o Omzet vs verkoop, verkoopboeking, BTW, dubieuze debiteuren
• H5 – Aankoopcyclus
o Voorraden, FIFO, LIFO en GG & kortingen
• H6 – Overlopende rekeningen
o 2 uitstel- & 2 anticipatieposten
• H7 – Boekhoudkundige verwerking VA
o Vaste activa (MVA, IVA & FVA → waardering)
o Oprichtingskosten
o Afschrijvingen (toerekening- vs kasaanpak & linaire- vs degressieve methode
o Leasing (voorwaarden, aflossingstabel, boekingen LG vs LN)
• H8 – Boekhoudkundige verwerking VV
o Vreemd vermogen
o Schulden m.b.t. personeel (loonboeking, vakantiegeld)
o Obligatielening (soorten, rangorde van terugbetaling, aandeel vs obligatie, onder/boven pari)
• H9 – Evolutie EV
o Eigen vermogen (onderdelen, kapitaal- vs kapitaalloze venn.)
o Oprichting venn. (stappen, 2 methoden, intekening op kapitaal)
o Resultaatverwerking (8 stappen)
• H10 – Onzekerheden
o Voorzieningen
2. Financiële- en niet-financiële rapportering
• H13 – Financiële rapportering (jaarrekening, horizontale- vs verticale-, ratio- & kasstroomanalyse)
• Niet-financiële rapportering (duurzaamheidsrapportering, EU Green Deal, NFRD to CSRD, EU taxonomy)
3. Auditing
• Auditberoep (auditing, auditsector, deontologische regels & ISA’s)
• Controleproces (5 fasen)
Preliminary activities – Risk assessments – Risk responses – Afsluiten & Controle – Rapportering
4. Management accounting
• Inleiding (MA en organisatiestructuur & Kosten classificaties)
• Product costing (kostenallocatie raamwerk, Allocatie van departementskosten, JOC & ABC
• Besluitvorming (CVP-analyse – contributiemarge, BE-analyse, target winst, operationele hefboom)
• Planning & controle (master budget)
5. Investeringsanalyse
, M1: Boekhouden
H7: Boekhoudkundige verwerking VA (investeringen & afschrijvingen)
Vaste A = bezittingen venn. die duurzaam worden aanwendt (op LT gebruikt) voor bedrijfsuitoefening → Soorten:
• IVA: identificeerbare ontastbare componenten met duurzame waarde gebruikt in de bedrijfsactiviteit
• MVA: worden op een duurzame wijze ingezet op LT → enkel deze tastbaar van aard → kenmerken:
o In bezit LT, ter ondersteuning productie en verkoop, niet bestemd voor verkoop, duurzaam ingezet
• FVA: duurzame beleggingen in aandelen of in vastrentende effecten (bv. obligaties andere venn.)
Classificatie MVA (22xx - 27xx) → bestemming beïnvloedt classificatie
• 22 terreinen en gebouwen
• 23 installaties, mach. en uitrusting (infrastructuur fabriek)
• 24 meubilair en rollend materieel (computers, meubilair, wagens, …)
(vrachtwagen transport bedrijf VS vrachtwagenproducent → voorraad)
• 25 leasing en soortgelijke rechten (zie verder)
• 26 overige MVA (Vaste A die de venn. zelf niet gebruikt → leasing)
• 27 activa in aanbouw en vooruitbetaling
Waardering MVA (tegen welke waarde boeken in balans)
• Aanschaffingswaarde (indien aankoop) = AKP + bijkomende kosten (transport, installatie, import tax, …)
Dt 2300 mach.
Ct 4400 HS
• Vervaardigingsprijs (indien zelf productie) → 2 mogelijkheden:
Dt 6xxx kosten Dt 2210 gebouwen boeking in 2 stappen
Ct 4xxx schulden Ct 7200 geproduceerde vaste activa
o Integrale (full costing) → directe prod. kosten & indirecte prod. kosten
o Variabele/directe → enkel rekening met directe prod. kosten
• Inbrengwaarde = waarde inbreng in natura door AH (onder toezicht revisor)
Afschr. MVA → Waarde niet constant gedurende levensduur → aangepast na verwerving (nut gaat teniet in de tijd)
• Kasaanpak → kosten geboekt als actief wordt betaald → inbreuk matching principe
• Toerekenings-(accrual) aanpak → kosten geboekt als actief gebruikt/verbruikt wordt
→ MVA brengen gedurende meerdere periodes opbrengsten tot stand
o Afschr = kosten MVA gestructureerd spreiden over gebruiksduur (periode opbrengsten gerealiseerd)
→ weerspiegelen waardevermindering MVA
o Enkel MVA met beperkte gebruiksduur wordt afgeschr. (bv. mach. gebouwen, … onderhevig slijtage)
→ uitzondering: terreinen → worden niet afgeschreven en verouderen niet
Afschr. kost bepalen → Afschr. regels dienen systematisch en consistent te gebeuren
• Aanschaffingswaarde (AW)
• Afschr. bedrag (AB) = AW – RW (gedeelte AW dat gedurende gebruiksduur G als kost wordt geboekt in RR)
• Rest- (residuele) waarde (RW) (bedrag vermoed te verkrijgen op einde gebruiksduur bij verkoop)
• Waarschijnlijke gebruiksduur (n) (aantal periodes waarover goed afschrijven → bepaald fiscus)
𝐴𝑊−𝑅𝑊
• Jaarlijkse afschr. (A) = 𝑛
• NBW = AW – gec. afschr.
Afschr. methoden
• Lineair = afschr. gelijk in elke periode → NBW daalt lineair → VAA genereert in elke periode zelfde opbrengst
→ A = p x AB (vast %)
• Degressief = afschr. kosten afnemend/dalen → NBW daalt sneller in begin, gezien meer opbrengsten
→ niet toegelaten in BE → Verschillende methoden:
o Double decline balance: A = 2 x p x NBW → dubbel van vast % tot Adeg < Alin → lineair
→ Op einde afschr. tabel rekening houden met RW → NBW mag niet dalen onder RW
Fiscale aspecten rond afschr. → zomerakkoord 2017 venn. belasting gewijzigd
• degr. methode zorgt voor een sneller (niet meer) belastingvoordeel
• fiscus legt min. afschr. periodes op
Aanpassing afscr. schema
• Bij aankoop MVA bepalen RW en n, waarover afschrijven
o Als te weinig afschr. → gebruikswaarde < boekwaarde → aanvullende/niet-recurente afschr. boeken
▪ Als nadien blijkt niet-recurente afschr. achteraf niet nodig → terugnemen (omgekeerd)
o Als te veel afschr. → afschr. plan herzien en geboekte afschr. terugnemen
(NBW in lijn gebruikswaarde)
, M1: Boekhouden
IVA (21xx) = ontastbaar (patenten, software, merken, klantenbestanden, …) → 4 klassen:
• 210 Kosten van ontwikkeling & onderzoek (R&D)
→ Tot 2016 in BE geen onderscheid en mochten beide geactiveerd worden op balans
o Kosten van onderzoek → mag sinds 2016 niet meer worden geactiveerd (meteen in kost nemen)
→ moeilijk kosten objectief te waarderen en onzekerheid over toekomstige economische voordelen
• 211 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken
o Patent/octrooi = excl. recht uitvinder verstrekt door overheid om uitvinding te gebruiken (max. 20J)
o Licentie = recht om eigendomsrecht van een ander commercieel te gebruiken (OVK) → franchising
o Auteursrecht (copyright) = excl. recht aan maker van een werk om te verspreiden en kopiëren
o Merken = alle namen, tekens of verpakkingen om P&D’s te onderscheiden → registeren
→ alleen aangekochte merken mogen geactiveerd worden
• 212 Goodwill = surplus in prijs dat betaald wordt voor overname t.o.v. reële marktwaarde
o Verstevigd balans, maar hier tegenover staat een schuld → ijle lucht?
o Onderscheid extern aangekocht & zelf tot stand gebrachte goodwill
→ enkel extern aangekochte tegen AW op balans (eigen goodwill niet identificeerbaar)
Bv. Balans ABInbev sterk opgeblazen door overnames (niet intern groot geworden bv. Coca Cola)
• 213 Voorruitbetaling op IVA
• Extra: WN’s niet geactiveerd op balans → uitzondering: transfer voetbalspeler = tijdelijke overdracht rechten
Waardering IVA → verschilt weinig met MVA
• Aanschaffingsprijs, Inbrengwaarde & Vervaardigingsprijs
• Vervaardigingsprijs → niet evident → IVA dienen identificeerbaar en toekomstige eco. voordelen te leveren
(onderzoekskosten, intern gegenereerde goodwill of merken voldoen niet → niet op balans
Afschr. IVA → onderscheid met beperkte- en onbeperkte levensduur:
• Beperkte levensduur → afschr. over geschatte levensduur (kosten van ontwikkeling en goodwill op max. 10J)
• Onbeperkte levensduur → onderhevig aan waardeverminderingen → worden niet afgeschr.
Oprichtingskosten (20) → boven VAA afzonderlijke post
• 200 bij oprichting (notariskosten, opstellen financieel plan en inschr. kosten KBO)
• 201 bij uitgifte lening
• 204 herstructureringskosten
→ mogen maar moeten niet worden geactiveerd (zoja, over max. 5J afgeschr. m.u.v. kosten bij uitgifte lening)
Leasing (tripartite) = OVK waarbij LG (eigenaar) aan LN tegen periodieke betaling het gebruiksrecht afstaat van een G
• LG: koopt en wordt eigenaar goed → juridisch eigenaar, weinig risico, betaald aan leverancier
• LN: verkrijgt genot goed → bedrijfseconomisch eigenaar, veel risico, betaald periodiek aan LG
• Leverancier: levert goed
Leasen, kopen of huren? → lijkt gelijk → verschil LN geen juridisch eigenaar → leasing = financieringsconstructie
• Substance over form = bedrijfseconomische realiteit boven juridische vorm → On-balancing financing
o Goed als bezit op actief LN → leasingschuld op passief LN aan LG
LN o Op RR LN periodieke betaling van afschrijvingskost en interestkost van goed
LG o Op actief vordering t.a.v. kapitaalgedeelte tonen als bezit
o Winst gegenereerd uit leasingcontract integraal als opbrengst geboekt op RR
• Off-balancing (tegenovergestelde) → hoe huur-OVK boekhoudkundig wordt verwerkt
o Huurder → Huurbetalingen op RR als huurkost
o Verhuurder (juridisch en bedrijfseconomisch eigenaar)
→ Goed blijft op actief verhuurder & Huurinkomsten zijn opbrengst op RR
Voorwaarden leasing: (indien niet voldaan huur)
• Som periodieke betalingen dekt : AW voor LG (excl. koopoptie) & interesten
• Koopoptie moet ≤ 15% waar goed → op einde contract lichten aankoopoptie
Boekingen → aflossingstabel vb. → controle of tabel juist → uitkomen op bedrag koopoptie
• Leasingscontract wagen afgesloten 1/1/2021 voor periode 3J → AW bij LG €1.000
• LN betaald jaarlijkse annuïteit van 372 (interest 10%) → einde contract koopoptie €100 (<15% AW)
Jaar Hoofdsom (4) Interest (2) Aflossing (3) Annuïteit (1)
1.000
2021 728 (1.000-272) 100 (10%*1000) 272 (372-100) 372 → Kapitaal + interest component
2022 429 (728-299) 73 (10%*728) 299 (372-73) 372
2023 100 (429-329) 43 (10%*429) 329 (372-43) 372
216 900 1.116 → >900 (AW excl. koopoptie) + i
, M1: Boekhouden
Na opstellen aflossingstabel boekingen:
• LG
o Bij verwerving goed
Dt 2600 overige MVA leasing 1 000 (niet op 2400, want gebruikt zelf niet)
4110 TV BTW 200
Ct 4400 HS 1 200
o Bij ondertekening contract (auto overgedragen aan LN)
Dt 2601 overige MVA leasing – koopoptie 100 (blijft wel achter in boeken)
2900 HV >1J 628 (299+329)
4000 HV <1J 272
Ct 2600 overige MVA leasing 1 000 (wagen uitboeken door tegen te boeken) → juridisch eig.
→ nul boekingen: venn. rechten of verplichtingen die momenteel geen invloed hebben op vermogen
Dt 0520 debiteuren wegens optieverplichting leasing
Ct 0530 verplichting tot verkoop
o Eind J1 - verkoopfactuur
Dt 5500 bank 446 (kapitaal + interest + BTW)
Ct 7510 opbrengsten uit vlottendeA 100 (interest)
4000 HV <1J 272
4510 TB BTW 74
→ correctie op looptijd vorderingen (BADVOLK)
Dt 4000 HV <1J 299
Ct 2900 HV >1J 299
o Eind J2
Dt 5500 bank 446
Ct 7510 opbrengsten uit vlottendeA 73 (interest)
4000 HV <1J 299
4510 TB BTW 74
Dt 4000 HV <1J 329
Ct 2900 HV >1J 329
o Eind J2
Dt 5500 bank 446
Ct 7510 opbrengsten uit vlottendeA 43 (interest)
4000 HV <1J 329
4510 TB BTW 74
o Bij afloop contract – keuze bij LN
→ 0 boeking tegenboeken
Dt 0530 verplichting tot verkoop 100
Ct debiteuren wegens optieverplichting leasing 100
o Bij lichten optie
Dt 5500 bank 120 (100+BTW)
Ct 2601 overige MVA leasing – koopoptie 100 (verkocht)
4510 TB BTW 20
o Bij niet lichten optie → LG wordt vol eigenaar
Dt 2400 rollend materieel 1000
Ct 2409 geboekte afschr. rollend materieel 900
2601 overige MVA leasing – koopoptie 100 (koopoptie tegenboeken → bestaat niet meer)