Les 1: inleiding: Historiografie en
schriftcultuur
Deze cursus
Leerstof
- D. Woolf, ‘Historiography’, in: New dictionary of the history of ideas (New York, 2005)
(beschikbaar via Ufora)
o Selectie: pp. xxxv-lv en p. lxxx
o Niet samenvatten
- G. Iggers, Historiography in the twentieth century. From scientific objectivity to the
postmodern challenge (Middletown, 2005: revised ed.)
o Selectie: pp. 16 (‘Our story begins ...’) - 133)
o Niet volledig te kennen
- Lesnota’s en powerpoints (beschikbaar via Ufora)
o Alleen de namen die in de powerpoints zijn vermeld, kunnen worden bevraagd op
het examen!
Schriftelijk examen
- Combinatie van twee begripsverklaringen (4 punten) en drie open vragen (16 punten)
o Mogelijkheid van toepassingsvraag op een tekstfragment
Altijd geziene tijdsfragementen
o Mogelijkheid van vergelijkende vragen
Vraag op 6 punten
- Voorbeeldvragen volgen in de loop van de lessenreeks
De inhoud van de cursus
- Inleidend kader
- Pre-moderne historiografie
o tot ca. 1800
o ca. 5 lessen
- Moderne historiografie
o van ca. 1800 tot ca. 1980
o ca. 4 lessen
- Postmoderne historiografie
o van ca. 1980 tot heden
o 2 Lessen
Een breed thema …
- Historisch bewustzijn: een alomtegenwoordig gegeven
o “Historical consciousness expresses itself in many forms, not only in scholarship, but
also in imaginative literature, in the plastic arts, in monuments and architecture, in
festivals, in song, in various intangible and unarticulated expressions of collective
memory.”
Iggers, Wang & Mukherjee, A global history of modern historiography, 4
, o Iedereen is in staat om na te denken in tijd, maar sommige samenlevingen hebben
hier minder neiging tot, minder interesse
o In de Amazone is er een volk dat geen woord heeft voor tijd of verleden of toekomst,
ze kennen alleen vandaag, morgen en gisteren.
- Geschiedenis/History: het project van “samenlevingen”
o “[History is] the set of literary and (non-literary) forms that contain thoughts or
statements about the past, a mode of thinking about the past as a set of events that
occurred in real time and, in modern times, a professional discipline.”
Woolf, A global history of history, 3
o : nadenken van verstrijken van tijd en hoe de mens ermee om gaat en
samenlevingen doorheen de tijd, poging om een verhaal te vertellen van het
verstrijken van de tijd via samenlevingen. Politiek, sociaal en economisch
Historisch bewustzijn vindt je overal, geschiedschrijving dus niet!!!
o Kan gevaarlijk zijn voor sommige samenlevingen
vaak eilanden; nooit geschiedschrijving ontwikkelen omdat ze beseffen dat
het om eigendom gaat; landbouwgrond is heel schaars en kan hier maar mee
overleven en bezit kan dus heel gevaarlijk zijn.
- In deze cursus bekijken we dus de geschiedenis van de geschiedschrijving
De conceptuele afbakening (1)
- Een vormelijk criterium
o Schriftgebruik
Korte termijnperspectief
Alleen relatief recent verleden
mensachtigen 2miljoen jaar, en oudste geschiedkundig schrift is 3000
jaar.
Minder dan 1 procent van de menselijke geschiedenis beschrijven
Klassiek criterium
“Technologie” die leidt tot cognitieve revolutie (Goody)
o we missen niet zo veel omdat het schrift niet zo veel mist en
dat mensen op diezelfde manier nadachten, ons schrift is
niet zomaar een technologie, maar is de allerbelangrijkste,
alles wijst erop dat het de mentale niveau van de mens heeft
veranderd, op een andere manier heeft leren denken. Eens
je het schrift hebt ook veel analytischer, afstandelijker met
informatie zou kunnen omgaan. Onderscheid kunnen maken
tussen een uitspraak en de persoon die die uitspraak heeft
gemaakt. Je kan ook door schrift vergelijken. Schrift is
duurzaam
o Geschreven samenlevingen zijn rationeler
Conceptueel buitengewoon omstreden sinds ca. 1985
Duurzamer dan oraliteit maar mogelijk niet intrinsiek superieur
Vanaf jaren 80 gaan dit betwijfelen, maar heel weinig overtuigend,
archeologen zijn de eersten: er zijn daarvoor ook al slimmere
complexere dingen die de mensen hebben gemaakt
In jaren 90 hebben men kunnen aantonen dat een gebrek aan schrift
niets cognitief heeft
, Mediëvisten konden dit nog beter schetsen: enkel monniken konden
schrijven: de boeren hadden ook een cognitief hoog niveau.
Jan Vassina heeft dit geschetst: Afrika + ook orale communicatie kon
heel duurzaam zijn
Debat is nog altijd niet beslecht: veel wijst erop dat de keuze enkel
uit noodzaak gemaakt is
DUS EINGELJIK MAAR EEN VOORDEEL: DUURZAAM
o Focus op geschreven historiografie is een pragmatische keuze
- Een geografisch criterium
o Historiografie als studieobject
Sterk eurocentrische discipline tot ca. 2000
“A history of the victor”
Assumpties over superioriteit van Westerse historiografie
Nu ontwikkeling tot sterk comparatieve discipline
Kritische toetsing van de superioriteitsaanspaken van de Westerse
traditie
Kolonialisme en toe-eigening als alternatieve verklaring
Wel klemtoon op de Euraziatische tradities
o De focus op het “wereldcontinent” in het recente menselijke verleden
Laterale continenten: Eurazië heeft een horizontale as als enige: ritme van
mensen, goederen en middelen te laten centreren. Gematigd klimaat, niet
nodig van een verandering van het klimaat als je je verplaatst, ook mensen
De criteria voor een comparatieve analyse van
historiografische tradities
- Vijf cruciale parameters
o Conceptualisering van tijd
Lineair eerder dan cyclisch
o Kritisch empiricisme
Toetsing met bronnen
Aan de hand van historische kritiek
o Professionalisering
Voltijdse bezigheid
De belangrijkheid die ze hieraan vestigen, om er een beroep van te maken,
er voltijds met onderzoek mee bezig te zijn, het te onderhouden, te
investeren in volgende generaties
o Objectiviteit
Afstand van subjectieve benadering
Afstand doen van eigen inspiraties
o Geschiedenis als “wetenschap”
Inzicht in de werkelijkheid als doel
Breuk met functionalisme
Specifiek Westers
Rond ca. 1800 ontwikkeld en geglobaliseerd in de 19 e en 20e E.
Tot ca. 1980 breed gedragen
Verleden bestuderen omdat die zou helpen in het heden
- De intellectuele crisis van de Westerse historiografie in de late 20 e eeuw
,