Handige samenvatting met alles informatie die nodig is. Redelijk makkelijk uitgelegd, vakjargon omschreven aan de hand van verklaringen of voorbeelden. Inclusief afbeelding om sommige zaken ook visueel duidelijk te maken. Duidelijke structuur (inclusief inhoudstafel). Behaalde resultaat met deze s...
1) Geld................................................................................................................................... 2
1.1) functies van geld.........................................................................................................2
1.2) Soort geld................................................................................................................... 2
1.3) geldsubstitutie en geldschepping................................................................................3
geldsubstitutie..............................................................................................................3
geldsubstitutie = het omzetten van chartaal geld in giraal geld of omgekeerd, zonder
dat de maatschappelijke geldhoeveelheid wijzigt..........................................................3
geldschepping..............................................................................................................3
1.4) Het monetaire evenwicht............................................................................................4
1.4.1) De geldstroom.....................................................................................................4
1.4.2) Goederenstroom.................................................................................................4
1.4.3) Ruilverhouding van Fisher (M x V = P x T)..........................................................5
2) Het monetair beleid............................................................................................................5
2.1) Doelstellingen (van de ECB).......................................................................................5
2.2) Middelen..................................................................................................................... 6
2.2.1) Openmarktstrategie.............................................................................................6
Basisherfinanciering................................................................................................6
langlopende herfinanciering......................................................................................6
Fine- tuning..............................................................................................................6
Structurele transacties.............................................................................................7
2.2.2) Permanente faciliteiten........................................................................................7
2.2.3) reserveverplichting..............................................................................................7
2.3) Resterende taken Nationale bank van België.............................................................7
2.4) Huidige monetair beleid..............................................................................................8
3) Inflatie............................................................................................................................ 8
3.1) Begrip en oorzaken.....................................................................................................8
3.1.1) Begrip..................................................................................................................8
3.1.2) Oorzaken.............................................................................................................9
Conjuncturele oorzaken van inflatie.........................................................................9
Structurele oorzaken van inflatie..............................................................................9
Monetaire oorzaken van inflatie...............................................................................9
3.2) Gevolgen.................................................................................................................... 9
3.3) Bestrijding................................................................................................................. 10
Conjuncturele inflatie...................................................................................................10
Structurele inflatie.......................................................................................................10
3.4) Specifieke gevallen...................................................................................................10
Hyperinflatie............................................................................................................... 10
Stagflatie..................................................................................................................... 11
Deflatie........................................................................................................................ 11
3.5) Inflatie 2013-2021.....................................................................................................12
, 1) Geld
1.1) functies van geld
Geld in eender welke munteenheid vervult 3 belangrijke functies:
1. waardemeter = om de waarde van verschillende goederen en diensten te vergelijken
2. ruilmiddel = zonder geld zouden we goederen en diensten moeten ruilen voor andere
goederen en diensten
3. beleggingsmiddel = ja kan thuis geld bewaren
● voordeel = perfect liquide, kan onmiddellijk gebruikt worden voor de aankoop
van goederen en diensten
● nadeel = geen gebruiksvoorwaarde in verband met andere belegginsvormen
zoals juwelen,schilderijen,...
1.2) Soort geld
1) chartaal en giraal geld
chartaal geld = munten en bankbiljetten
giraal geld = geld op een rekening bij banken dat onmiddellijk opvraagbaar is
(zichtrekening, geen spaarrekening)
2) geldhoeveelheid
Er bestaat een onderscheid tussen 3 geldvormen:
M1 = chartaal en giraal geld
M2 = M1 + deposito's met looptijd tot 2 jaar en deposito's met langere looptijd maar met een
opzegtermijn tot en met 3 maanden.
M3 = M2 + schuldbewijzen met looptijd tot en met 2 jaar (kasbons en obligaties)
In belgië :
- minder geld op spaarboekjes
dan op zichtrekeningen
- nog minder geld in omloop in de
vorm van munten en
biljetten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hannelaeremans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.