100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Het specifiek verweer (immunologie 1) €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Het specifiek verweer (immunologie 1)

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting het specifiek verweer (immunologie 1)

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 6 augustus 2023
  • 18
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
lauradries1
Specifiek verweer
Inleiding
Verschillende fronten
1e front: 3 BARRIERES
- Fysisch/mechanisch
- Chemisch (biochemisch)
- Biologisch

2e front: ASPECIFIEK
- NK cellen/macrofagen/DC
- Ontsteking/koorts = acute fase
- Antimicrobiële eiwitten
o Acute fase eiwitten
o Complement factoren
o Interferonen
o Transferrine/lactoferrine
o Defensines

3e front: SPECIFIEK
- Humoraal: Ig’s + cytokines (B-cellen en plasmacellen)
- Cellulair:
o T-cellen
o NK-cellen

Specifiek verweer kan zich aanpassen om ons te beschermen tegen om het even welke
aanvaller. 99% dieren heeft genoeg met niet-specifiek of aangeboren verweer. Vertebraten
(wij) bijkomend systeem nodig. Waarschijnlijk gekomen om te beschermen tegen virussen.
(niet-specifiek verweer niet goed hiertegen)
Niet-specifiek / specifiek verweer
Niet-specifiek Specifiek
• Bestaande, aangeboren componenten • Verworven
• Snelle respons: min • Respons: dagen
Antigenen
• Niet-specifiek: zelfde moleculen voor hele • Zeer specifiek: cellen zijn genetisch
reeks pathgenen geprogrammeerd om te reageren op 1 antigeen
• Algemene receptoren: pattern recognition • AG herkennende moleculen
moleculen • Geheugen
• Geen geheugen • Frequent afwijkingen: auto-immuniteit,
• Weinig afwijkingen immuundeficiëntie




Toch eigen antilichamen herkennen = afwijking = apoptose
Auto-immuunziekte: reuma, lupos, diabetis


22

,Specifiek verweer
1) 3e front: na epitheel en niet-specifiek inwendig verweer
2) Antigeen specifiek: reactie tegen een bepaal motief (antigene determinant)
3) Systemisch: reactie blijft niet beperkt tot de plaats van infectie
4) Geheugen: na 1e contact (sensibilisatie) w reactie versterkt bij een volgende
herkenning (secundaire respons)
5) Discriminatie tussen eigen en niet-eigen: tolerant tegen lichaamseigen motieven en
reactie tegen lichaamsvreemde structuren
6) Cellulair en humoraal luik: in verbinding met elkaar d.m.v. cytokines (signaalstoffen)
a. Humoraal = antilichaam gestuurde immuniteit
b. Cellulair = cel-gemedieerd (lyfocyten), cellen als doelwit (virus in cel,
transplantatie of transfusiecellen)
i. Reactie is direct: lysis
ii. Of indirect: vrijzetten van mediatoren die het ontstekingsproces
starten, lymfocyten of macrofagen activeren
7) Selectieve herkenning: deze w gebruikt bij:
a. Vaccinatie: opstarten van ALproductie als sensibilisatie, bij volgend contact is
er sneller en grote productie passende AL
b. Productie antisera: door inspuiting AG bij dieren, voor gebruik bij passieve
immunisatie wanneer het organisme zelf de tijd niet heeft om AL te maken.
c. Immuundiagnostiek: met specifiek AL zoeken naar AG (of omgekeerd),
herkenning w geregistreerd via detectiesysteem




23

, Antigenen
Ligand




Receptor

Immuunrespons geïnitieerd door interactie tss receptor & ligand. Receptor op celopp (bv. T-
cel receptor) OF het zijn oplosbare moleculen (AL).
Liganden = oplosbare AG of celgebonden AG
Interactie receptor en ligand activeren leukocyten (WBC)

Affiniteit: sterkte interactie receptor – ligand (geen covalente binding) à specificiteit
(sterker gebonden, reactie specifieker)
Antigeen: groepje liganden dat wordt herkend door cellen imuunsysteem
Epitoop: kleinste individueel herkenbaar deel van AG
Receptor: AL OF B- of T-celreceptor (receptor gebonden aan T of B cel = lymfocyten)

Antigene determinant = epitoop
• Sequentioneel: herkent opeenvolging AZ OF conformationeel: herkent bv. de 1e en
laatste in opgevouwen structuur
• Immunopotent of immunologisch doof (bv. Bij opgevouwen structuur)
• Som antigene determinanten = antigeen
1 AG kan # epitopen/AGdeterminanten hebben
Rood: AL à herkent 1 epitoop




Van boven naar onder:
De indringer/microbe bevat D complexe AG (eiwitstructuren).
De AG bevatten veel D epitopen. Al deze epitopen k herkend w door
unieke receptoren, elk aanwezig op een andere cel. De epitopen zouden
‘zichtbaar’ worden als je D eiwitten zou knippen met proteolytische
enzymen

Een antigeen kan bestaan uit:
• Één motief (hapteen)
• meerdere dezelfde motieven (polysacchariden, homopolymeren)
• Meerdere verschillende motieven (eiwitten)
24

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauradries1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70055 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen