Samenvatting neurogene spraak- en
slikstoornissen
Examen:
- Diadochokinese sws op examen!
- Dysfagie
Maak een schets en duid de valecula aan
3 redenen waarom oesofagale sfincter opent
Tijdstip van hoesten: sws examenvraag!!
Vergelijk de VFES en FEES met elkaar
Welke techniek selecteer ik bij behandeling? Wat is het doel en voor welke
doelgroep?
- Spraakapraxie
weten voor wat het kenmerk typisch is om een diagnose te stellen
fouten benoemen, voor wat typisch? Spraakapraxie vergelijken met andere stoornis
geef 3 subtesten die jij zou selecteren en waarom
1. Dysartrie
1.1. Definitie
- “Dysartrie is een verzamelterm voor een groep spraakstoornissen t.g.v. een verstoring in
spiercontrole (verlamming, te weinig/teveel spierspanning) over de spraakmechanismen
door schade aan het centraal of perifeer zenuwstelsel.”
Centraal zenuwstelsel (CZS): hersenen en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel (PZS): zenuwen
- “Het veroorzaakt problemen in de orale communicatie door paralyse (= verlamming), zwakte
of dyscoördinatie (probleem met grove motoriek) van de spraakmusculatuur.”
- “Het is te onderscheiden van spraakapraxie (problemen met het plannen en programmeren
van bewegingen) en afasie (inefficiënte verwerking van linguïstische eenheden, probleem
met taalverwerking)”
1.1.1. Spraakcomponenten
- Ademhaling: type, volume, beheersing
- Fonatie: kwaliteit, toonhoogte, luidheid
- Resonantie
Hyper-, hyponasaliteit, gemengd, nasale emissie (luchtontsnapping)
Velofaryngale incompetentie
- Articulatie/mondmotoriek: hyper-, hypotoon (te weinig spanning
- Prosodie
Melodisch, dynamisch en temporeel accent
o Melodisch: melodie, monotoon
o Dynamisch: beklemtoning
o Temporeel: snelheid waarmee gesproken wordt
1.1.2. Neuromusculair
- Bezenuwing spraakspieren
1
, Centraal zenuwstelsel (CZS): probleem hier is centrale dysartrie
o Beschadiging van:
Motorische cortex
Cerebellum (kleine hersenen)
Subcorticale structuren (basale ganglia met putamen, thalamus,
substantia nigra…)
Verbinding tussen deze gebieden en de craniale en spinale zenuwen
Perifeer zenuwstelsel (PZS): probleem hier is perifere dysartrie
o Beschadiging van:
Kernen craniale zenuwen in de hersenstam
Craniale zenuwen: 12 paar, aan hersenen
nervus Trigeminus (n. V): kaakspieren en sensibiliteit
mondholte
nervus Facialis (n. VII): mimische spieren, speekselprod.,
mucus neus en mond
nervus Glossopharyngeus (n. IX): velum en farynx
nervus Vagus (n. X): stembanden en velum
nervus Accessorius (n. XI): hoofdhouding
nervus Hypoglossus (n. XII): tongspieren
Spinale zenuwen: aan ruggenmerg, dorsale en ventrale route
Beschadiging = musculaire stoornis
- Spraakspieren:
Ademhaling: ademhalingsspieren (tussenribspieren, …)
Fonatie: stemplooien, …
Resonantie: velum, tongspieren, …
Articulatie: lipspieren, kaakspieren, tongspieren
- Spelen ook een rol:
Sensibiliteit mondholte
Speekselproductie (droge mond/teveel speeksel)
1.2. Types en kenmerken
Type Uitleg
Lokalisatie: Hersenstam (= bulbus)
- letsel aan de kernen van de craniale zenuwen
- letsel aan de craniale zenuwen zelf
- aandoening motorische eindplaatjes centraal zenuwstelsel
Oorzaken:
- divers (vasculair, degeneratief, traumatisch, infectieus, toxisch)
Algemene kenmerken:
- Gestoorde reflexmatige en willekeurige bewegingen
Slappe/bulbaire
- Spierzwakte
dysartrie
- Hypotonie (te weinig spanning)
- Atrofie: spieren verminderen in massa door weinig prikkeling en
gebruik
- Fasciculaties: kleine onwillekeurige samentrekking (bv. in tong)
Distinctieve spraakkenmerken:
- Afhankelijk van de betrokken zenuwen
n. V, n. VII en n. XII: gestoorde articul. en trage spraak
n. X (+ n. IX & n. XI): gestoorde AH, fonatie en resonantie
2
, - Ademhaling:
Inspiratoire stridor: piepende ademhaling
Weinig lettergrepen op 1 ademhaling
- Fonatie:
Gesluierde, hese stem met luchtverlies (stemplooien sluiten
niet volledig)
- Resonantie:
Hypernasaliteit: huig zorgt niet voor afsluiting van keelholte
Ernst: varieert afhankelijk van…
- Unilateraal / bilateraal letsel
Alle craniale zenuwen worden bilateraal bezenuwd, behalve
n. VII en n. XII
Unilateraal: sowieso uitval
Bilateraal: 1 zenuw kan het overnemen
- Ernstiger bij verschillende aangetaste zenuwen
Aandoeningen typisch gepaard met een slappe dysartrie:
- Verlamming van Bell: aangezichtsverlamming
- Myasthenia Gravis: auto-immuunaandoening
- Syndroom van Guillain-Barré: auto-immuunaandoening
Lokalisatie: Cerebrum (grote hersenen)
- letsel motorische hersenschors
- verbinding motorische hersenschors en craniale of spinale zenuwen
Piramidaal systeem: faciliterend/ fijne bewegingen
Extrapiramidaal systeem: inhiberend
Bilaterale beschadiging pyramidaal systeem
- Tractus corticospinalis: banen van hersenschors naar ledematen
(bewegen van ledematen)
- Tractus corticobulbaris: baan van cortex naar hersenstam (spraak)
- Alle craniale zenuwen zijn bilateraal bezenuwd
Uitz.: n. XII en n. VII
- Bilateraal letsel: uitval verschillende zenuwen, ik beweeg zwakker
- Unilateraal: uitval, geen bezenuwing meer
Algemene kenmerken:
Spastische of - Spasticiteit: spier trekt constant samen
pseudobulbaire dysartrie - Hypertonie (verhoogde spierspanning)
trage en beperkte bewegingen
verhoogde reflexen
- Dwanghuilen en dwanglachen: plots lachen/wenen, onbewust
Distinctieve spraakkenmerken:
- Ademhaling:
Gespannen (door hypertonie)
Hogere frequentie
- Articulatie: onnauwkeurige consonanten
- Fonatie:
Schorre stem (hypertonie)
Geperste en geknepen fonatie
Lage spreektoonhoogte
- Resonantie: hypernasaliteit
- Prosodie: traag spreekritme
3
, Lokalisatie:
- Cerebellair systeem (kleine hersenen: evenwicht…)
Letsel cerebellum
Letsel van de banen van en naar het cerebellum
Algemene kenmerken:
- Ataxie + dronkenmansgang, dysmetrie, dyscoördinatie
Ataxie: overkoepelende term voor niet goed kunnen
coördineren en controleren van spieren. Alle symptomen
samen zorgen dat bewegingen niet vlot verlopen
Dysmetrie: voorbijschieten van doel, bewegingsafstand
inschatten (bv. vingerneusproef, naast fles water grijpen)
- Intentietremor: als we doel naderen zien we een tremor (bv. beven
als je dichter bij je neus komt)
Distinctieve spraakkenmerken:
- Fonatie:
Plotse uitschieters (toonhoogte en luidheid)
Atactische of cerebelaire
dysartrie
- Articulatie:
Onprecieze articulatie
Dysdiadochokinese: vaardigheid om te wisselen tussen
verschillende bewegingen. Dit niet kunnen
o AMR-taken: alternating motion rate, ernstig (bv.
tatata, papapa, kakaka)
o SMR-taken: sequential motion rate, licht (bv. pataka,
vuist-open-toe)
- Prosodie:
Teveel nadruk onbeklemtoonde lettergrepen
Traag spreektempo
Scanderen: lettergreep per lettergreep spreken
Oorzaken:
- Ataxie van Friedreich: erfelijke progressieve aandoening
- Hypothyreoïdie: auto-immuunziekte
- Langdurig alcoholgebruik
Hypokinetische dysartrie
Lokalisatie:
- Letsel basale ganglia en hun verbindingen (subst. nigra en/of globus
pallidus)
- Associatie ziekte van Parkinson
Algemene werking: inhiberend
- Neurotransmitter: dopamine (aangemaakt in subst. nigra/zwarte
kern)
Extrapyramidale Bij Parkingson wordt dopamine minder aangemaakt
dysartrie - bij beschadiging: overmatige corticale controle
- gevolg: spierrigiditeit, bradykinesie, hypokinesie en (rust)tremor
Spierrigiditeit: weerstand in spieren
Bradykinesie: vertraging in bewegingen
Hypokinesie: te weinig beweging (bv. niet meer zwieren met
armen bij stappen)
Rusttremor: je hand zit in rust maar kan niet stil houden
Algemene kenmerken:
- Automatische bewegingen vallen weg
4